Wet aangaande de bescherming der benamingen van oorsprong van wijnen en brandewijnen., de 18 avril 1927

Artikel 1. Wat de wijnen en brandewijnen betreft, worden als benamingen van oorsprong beschouwd diegene die door de belanghebbende regeeringen ter kennis van de Belgische regeering zullen gebracht zijn als zijnde officieel en definitief aangenomen benamingen van oorsprong.

Elke aangenomen benaming van oorsprong zal door den Moniteur belge moeten bekendgemaakt zijn.

Art. 2. Het onrechtmatig toekennen van een benaming van oorsprong aan wijnen of brandewijnen ter gelegenheid van hun invoer, hun opslaan in stapelhuizen, hun uitvoer, hunne vervaardiging, hun vervoer, hun verkoop of hunne tekoopstelling, maakt de wederrechtelijke toeëigening der benaming van oorsprong uit. Het toevoegen van verbeterende termen als " soort ", " type ", " facon " neemt aan het gebruik van eene benaming van oorsprong het karakter van wederrechtelijke toeëigening niet weg.

Worden vermoed totdat het bewijs van het tegendeel geleverd is, zich een benaming van oorsprong wederrechtelijk toegeëigend te hebben :

  1. De eigenaars, wijnbouwers of handelaars die onder een benaming van oorsprong wijnen of brandewijnen aanbieden, te koop stellen of verkocht hebben aan klaarblijkelijk lagere prijzen dan de algemeen aangenomen prijs der onder deze benaming gekende wijnen en brandewijnen;

  2. Degenen wier naam of adres aan een benaming van oorsprong doet denken in dier mate dat daardoor verwarring ontstaat, behalve wanneer de verkooper de vermelding van zijn naam en adres aanvult door op juiste wijze en in duidelijke letters den werkelijken oorsprong der wijnen of brandewijnen aan te geven.

De wederrechtelijke toeëigening van de benaming van oorsprong opent voor elken lichamelijken of zedelijken persoon eene rechtsvordering om het gebruik van de benaming van oorsprong te doen verbieden, wanneer hij zal beweren dat deze benaming tot zijne rechtstreeksche of onrechtstreeksche benadeeling gebruikt wordt.

Art. 3. Elke belanghebbende lichamelijke of zedelijke persoon kan zich in het geding voegen, zelfs in hooger beroep.

Art. 4. Een zelfde feit, dat het voorwerp van een gerechtelijke eindbeslissing is, kan geen aanleiding geven tot een nieuw geding vanwege derden, daar de eindvonnissen of -arresten een gewijsde zaak uitmaken ten opzichte van al degenen die op de benaming recht hebben.

De eindvonnissen of -arresten zullen in den Moniteur belge, op kosten van de verliezende partij, beknopt bekendgemaakt worden.

Art. 5. De voorzitter kan door een bevelschrift aan de houders van producten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT