6 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid artikel 6, §§ 5 en 7, eerste en tweede lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 oktober 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 11 oktober 2001;

Gelet op het protocol van 1 oktober 2001 van sectorcomité XII Sociale Zaken;

Gelet op het protocol nr. 397 van 3 oktober 2001 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op verzoek op spoedbehandeling gemotiveerd door het feit dat het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen werd opgericht door de wet van 4 februari 2000;

Gelet op de omstandigheid dat de Regering reeds toen de noodzaak tot het samenbrengen van de bevoegde diensten van diverse ministeries in een parastatale acuut vond;

Gelet op de omstandigheid dat de Regering een niet aflatende inzet heeft betoond om elke stap noodzakelijk voor de operationalisering van het Agentschap op een zo kort mogelijke termijn te realiseren;

Gelet op de omstandigheid dat deze operationalisering talrijke uitvoeringsbesluiten vereist waarvan op heden volgende gerealiseerd zijn :

- Het koninklijk besluit van 29 maart 2000 betreffende de Selectiecommissie, de wijze van kandidaatstelling, de voorwaarden van aanwijzing in en deze van uitoefening van de functie van de gedelegeerd bestuurder van het federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

- Het koninklijk besluit van 19 mei 2000 betreffende de samenstelling en de werkwijze van het wetenschappelijk comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

- Het koninklijk besluit van 19 mei 2000 betreffende de samenstelling en de werkwijze van het raadgevend comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

- Het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot regeling van de contractuele voorwaarden en het geldelijk statuut van de gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

- Het koninklijk besluit van 23 januari 2001 tot toekenning van kredieten ten bate van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

- Het koninklijk besluit van 31 januari 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 mei 2000 betreffende de samenstelling en de werkwijze van het raadgevend comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

- Het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen;

- Het koninklijk besluit van 22 februari 2001 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

- Het ministerieel besluit van 12 maart 2001 tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld waarop de leden en deskundigen van het wetenschappelijk Comité en de deskundigen van het raadgevend Comité ingesteld bij het federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen recht hebben;

- Het koninklijk besluit van 5 april 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen;

- Het koninklijk besluit van 5 april 2001 betreffende de ter beschikkingstelling van het personeel van bepaalde overheidsdiensten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

- Het koninklijk besluit van 16 mei 2001 tot vaststelling van de vestigingsplaats, de organisatie en de werking van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

- Het koninklijk besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen;

- Het koninklijk besluit van 13 juli 2001 tot wijziging van koninklijke besluiten betreffende Landbouw en Middenstand naar aanleiding van de invoering van de euro;

Gelet op de omstandigheid dat vanaf 1 september 2001 het Agentschap geacht wordt het geheel van zijn bevoegdheden en opdrachten uit te oefenen; dat het Agentschap derhalve vanaf 1 september 2001 verantwoordelijk is voor de controle van de voedselketen;

Gelet op de omstandigheid dat het personeel van de Algemene Eetwareninspectie en van het Instituut voor veterinaire keuring ter beschikking gesteld wordt of zal worden van het Agentschap;

Gelet op de omstandigheid dat de personeelsleden van het ministerie van Landbouw en Middenstand dat op heden een deel van de opdrachten van het Agentschap uitvoert, overeenkomstig de Lambermontakkoorden, voor 1 januari 2002 ambtshalve dient overgedragen te worden naar het Agentschap;

Gelet op de omstandigheid dat voorliggend koninklijk besluit steunt op het generiek koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties van de federale overheidsdiensten; dat de Raad van State op 11 oktober 2001 advies (32.344/1) gegeven heeft betreffende voormeld koninklijk besluit;

Om die redenen en het reeds voor advies voorgelegde basisbesluit wordt de termijn van drie dagen verantwoord; de spoedige aanstelling van de leidinggevenden van de operationele diensten van het Agentschap is noodzakelijk niet enkel voor de operationalisering van het Agentschap maar tevens om de reeds ter beschikking gestelde personeelsleden en de toekomstige personeelsleden een houvast en richtlijnen betreffende hun nieuwe werkomgeving te bieden en de definitieve personeelsoverdracht in goede banen te leiden;

Gelet op het advies nr. 32.527/1 van de Raad van State, gegeven op 14 november 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de Minister : de Minister die de Volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft;

  2. de wet van 4 februari 2000 : de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  3. het Agentschap : het Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  4. de gedelegeerd bestuurder : de gedelegeerd bestuurder van het Agentschap.

    Art. 2. § 1. De leidinggevende functies in het Agentschap, die overeenkomstig art. 6, § 7...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT