9 SEPTEMBER 2015. - Wet houdende instemming met de Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, opgesteld te Brussel op 15 december 2010 (1) (2)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. De Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, opgesteld te Brussel op 15 december 2010, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 9 september 2015.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken,

  1. REYNDERS

    De Minister van Mobiliteit,

  2. GALANT

    Met 's Lands zegel gezegeld :

    De Minister van Justitie,

  3. GEENS

    _______

    Nota's

    (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be):

    Stukken: 54-1101

    Integraal verslag: 02/07/2015

    (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 03/05/2013 (Belgisch Staatsblad van 13/06/2013 ), Decreet van het Waalse Gewest van 09/06/2016 (Belgisch Staatsblad van 17/06/2016), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 23/06/2016 (Belgisch Staatsblad van 14/07/2016 ).

    EURO-MEDITERRANE LUCHTVAARTOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, ENERZIJDS, EN HET HASJEMITISCHE KONINKRIJK JORDANI", ANDERZIJDS

    HET KONINKRIJK BELGI",

    DE REPUBLIEK BULGARIJE,

    DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

    HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

    DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

    DE REPUBLIEK ESTLAND,

    IERLAND,

    DE HELLEENSE REPUBLIEK,

    HET KONINKRIJK SPANJE,

    DE FRANSE REPUBLIEK,

    DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

    DE REPUBLIEK CYPRUS,

    DE REPUBLIEK LETLAND,

    DE REPUBLIEK LITOUWEN,

    HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

    DE REPUBLIEK HONGARIJE,

    MALTA,

    HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

    DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

    DE REPUBLIEK POLEN,

    DE PORTUGESE REPUBLIEK,

    ROEMENI",

    DE REPUBLIEK SLOVENI",

    DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

    DE REPUBLIEK FINLAND,

    HET KONINKRIJK ZWEDEN,

    HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNI" EN NOORD-IERLAND,

    partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna de "lidstaten" genoemd, en

    DE EUROPESE UNIE,

    enerzijds, en

    HET HASJEMITISCHE KONINKRIJK JORDANI", hierna "Jordanië" genoemd,

    anderzijds,

    DE WENS UITDRUKKEND een internationaal luchtvaartsysteem te bevorderen, dat gebaseerd is op eerlijke mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen op een markt met een minimum aan overheidsbemoeienis en regelgeving;

    DE WENS UITDRUKKEND de uitbreiding van de internationale luchtvervoersmogelijkheden te vergemakkelijken, onder meer via de ontwikkeling van luchtvervoersnetwerken, teneinde tegemoet te komen aan de behoeften van passagiers en expediteurs aan passende luchtvervoersdiensten;

    ERKENNENDE dat luchtvervoer belangrijk is voor het bevorderen van handel, toerisme en investeringen;

    DE WENS UITDRUKKEND dat luchtvaartmaatschappijen de mogelijkheid krijgen om passagiers en expediteurs concurrerende prijzen en diensten aan te bieden op open markten;

    ERKENNENDE dat het op elkaar afstemmen en, voor zover praktisch mogelijk, het harmoniseren van regelgeving inzake luchtvervoer voordelen kan opleveren;

    DE WENS UITDRUKKEND dat alle sectoren van de luchtvervoerssector, inclusief het personeel van luchtvaartmaatschappijen, profijt kunnen trekken van een geliberaliseerd klimaat;

    DE WENS UITDRUKKEND het hoogst mogelijke niveau van veiligheid en beveiliging van het internationaal luchtvervoer te garanderen en nogmaals bevestigend dat zij zich grote zorgen maken over daden of bedreigingen die gericht zijn tegen luchtvaartuigen en die de veiligheid van personen of goederen in gevaar brengen, de exploitatie van het luchtvervoer nadelig beïnvloeden en het vertrouwen van het publiek in de veiligheid van de burgerluchtvaart ondermijnen;

    NOTA NEMENDE VAN het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, voor ondertekening opengesteld te Chicago op 7 december 1944;

    ERKENNENDE dat deze Euromediterrane luchtvaartovereenkomst binnen het toepassingsgebied valt van het Euromediterraan partnerschap dat in het vooruitzicht wordt gesteld in de verklaring van Barcelona van 28 november 1995;

    NOTA NEMENDE VAN hun gemeenschappelijk voornemen om een Euromediterrane luchtvaartruimte tot stand te brengen, op basis van de beginselen van overeenstemming van de regelgeving, regelgevende samenwerking en liberalisering van de markttoegang;

    NOTA NEMENDE VAN de gezamenlijke verklaring van de Arabische burgerluchtvaartcommissie en de Arabische organisatie van luchtvaartmaatschappijen, enerzijds, en het directoraat-generaal Energie en vervoer, anderzijds, die op 16 november 2008 in Sharm El Sheikh is ondertekend;

    DE WENS UITDRUKKEND een gelijk speelveld voor luchtvaartmaatschappijen te creëren, waardoor de luchtvaartmaatschappijen van beide partijen billijke en gelijke kansen genieten om de overeengekomen diensten te verlenen;

    ERKENNENDE dat het belangrijk is de toewijzing van slots te regelen op basis van eerlijke en gelijke kansen voor luchtvaartmaatschappijen van beide partijen, teneinde een neutrale en niet-discriminerende behandeling van alle luchtvaartmaatschappijen te garanderen;

    ERKENNENDE dat subsidies een negatief effect kunnen hebben op de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen en de basisdoelstellingen van deze Overeenkomst in het gedrang kunnen brengen;

    BEVESTIGEND dat het belangrijk is de broeikasgasemissies van de luchtvaart te beperken en het milieu te beschermen bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van internationaal luchtvaartbeleid;

    NOTA NEMENDE van het belang van de bescherming van de consument, met inbegrip van de bescherming die wordt geboden door het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, gesloten te Montreal op 28 mei 1999, voor zover beide partijen zijn toegetreden tot dit verdrag;

    VOORNEMENS voort te bouwen op het kader van de bestaande luchtvervoersovereenkomsten, teneinde aan beide zijden open markttoegang en zoveel mogelijk voordelen voor consumenten, luchtvaartmaatschappijen, personeel en de maatschappij in het algemeen tot stand te brengen;

    NOTA NEMENDE van het feit dat het doel van deze overeenkomst geleidelijk doch volledig moet worden verwezenlijkt en dat een geschikt mechanisme kan zorgen voor steeds grotere harmonisering van de wetgeving,

    ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

    ARTIKEL 1

    Definities

    Tenzij anders is bepaald, wordt voor de toepassing van deze Overeenkomst verstaan onder:

    1) "overeengekomen diensten" en "gespecificeerde routes": internationaal luchtvervoer overeenkomstig artikel 2 (Verkeersrechten) van en bijlage 1 bij deze Overeenkomst;

    2) "Overeenkomst": de onderhavige Overeenkomst, de bijlagen daarbij en eventuele wijzigingen daarvan;

    3) "luchtvervoer": het afzonderlijke of gecombineerde vervoer per luchtvaartuig van passagiers, bagage, vracht en post, tegen vergoeding of betaling van huur; om twijfel te vermijden: dit omvat geregeld en niet-geregeld (charter) luchtvervoer en uitsluitend voor vrachtvervoer bestemde diensten;

    4) "Associatieovereenkomst": de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, opgesteld te Brussel op 24 november 1997;

    5) "nationaliteit": het feit dat een luchtvaartmaatschappij voldoet aan de eisen inzake eigendom, feitelijke zeggenschap en hoofdvestigingsplaats;

    6) "bevoegde autoriteiten": de overheidsagentschappen of -entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de administratieve taken uit hoofde van deze Overeenkomst;

    7) "partijen": enerzijds de Europese Unie of haar lidstaten, of de Europese Unie en haar lidstaten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden, en anderzijds Jordanië;

    8) "Verdrag": het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, voor ondertekening opengesteld te Chicago op 7 december 1944, en omvattende:

    1. alle wijzigingen die krachtens artikel 94, onder a), van het Verdrag van kracht zijn geworden en zijn geratificeerd door zowel Jordanië als de lidstaat of lidstaten van de Europese Unie, en

    2. alle bijlagen of wijzigingen van bijlagen die krachtens artikel 90 van het Verdrag zijn goedgekeurd, voor zover die bijlage of wijziging op elk gegeven ogenblik geldt voor zowel Jordanië als de voor de desbetreffende kwestie relevante lidstaat of lidstaten van de Europese Unie;

      9) "deugdelijkheid": het feit dat een luchtvaartmaatschappij internationale luchtdiensten kan exploiteren, d.w.z. dat ze over voldoende financiële middelen en adequate managementdeskundigheid beschikt en bereid is de wetten, regels en eisen voor het exploiteren van dergelijke diensten na te leven;

      10) "ECAA-land": een land dat partij is bij de multilaterale Overeenkomst tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte (lidstaten van de Europese Unie, de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek IJsland, de Republiek Montenegro, het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Servië en Kosovo onder resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad);

      11) "Euromedland": een mediterraan land dat betrokken is bij het Europees nabuurschapsbeleid (met name Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Egypte, Libanon, Jordanië, Israël, de Palestijnse gebieden, Syrië en Turkije);

      12) "recht van de vijfde vrijheid": het recht of voorrecht dat door een staat (de "verlenende staat") aan de luchtvaartmaatschappijen van een andere staat (de "ontvangende staat") wordt verleend om internationale luchtvervoersdiensten uit te voeren tussen het grondgebied van de verlenende staat en het grondgebied van een derde staat, voor zover dergelijke diensten beginnen of eindigen op het grondgebied van de ontvangende staat;

      13) "internationaal luchtvervoer": luchtvervoer door het luchtruim boven het grondgebied van minstens twee staten;

      14)...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT