9 SEPTEMBER 2015. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, gedaan te Tunis op 28 maart 2013 (1)(2)(3)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. De Overeenkomst betreffende sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, gedaan te Tunis op 28 maart 2013, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3. De wijzigingen van de bepalingen van de artikelen 7 tot 10 van de Overeenkomst, bepaald in artikel 11 van de Overeenkomst, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 9 september 2015.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken,

D. REYNDERS

De Minister van Sociale Zaken,

M. DE BLOCK

De Minister van Pensioenen,

D. BACQUELAINE

De Minister van Zelfstandigen,

W. BORSUS

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

K. GEENS

_______

Nota's

(1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be):

Stukken: 54-1103.

Integraal verslag: 02/07/2015.

(2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 08/07/2016 (Belgisch Staatsblad van 22/08/2016 ), Decreet van de Franse Gemeenschap van 26/01/2017 (Belgisch Staatsblad van 09/02/2017), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 20/02/2017 (Belgisch Staatsblad van 14/03/2017), Decreet van het Waalse Gewest van 21/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 05/01/2017 ), Ordonnantie van de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van 23/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 02/02/2017).

(3) Datum inwerkingtreding : 01/05/2017.

OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGI" EN DE REPUBLIEK TUNESI"

HET KONINKRIJK BELGI"

EN

DE REPUBLIEK TUNESI",

BEZIELD MET het verlangen de wederzijdse betrekkingen tussen beide Staten op het gebied van de sociale zekerheid te regelen,

ZIJN de hierna volgende bepalingen OVEREENGEKOMEN:

TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1

Definities

  1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst:

    1. Verstaat men onder "België": het Koninkrijk België dat het grondgebied bevat, daaronder begrepen de territoriale zee en de gebieden waarover het Koninkrijk België, in overeenstemming met het internationaal recht, soevereine rechten of zijn rechtsmacht uitoefent;

      Verstaat men onder "Tunesië": de Republiek Tunesië die het volledige grondgebied en de maritieme gebieden bevat alsmede de luchtgebieden van Tunesië waarover, in overeenstemming met het internationaal recht, Tunesië soevereine rechten of zijn jurisdictie kan uitoefenen.

    2. Verstaat men onder "onderdaan":

      Voor België: een persoon die de Belgische nationaliteit heeft.

      Voor Tunesië: een persoon die de Tunesische nationaliteit heeft.

    3. Verstaat men onder "wetgeving": de wetten en reglementeringen betreffende de sociale zekerheid bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst.

    4. Verstaat men onder "bevoegde autoriteit":

      Voor België: de ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1 A van deze Overeenkomst.

      Voor Tunesië: de minister, de ministers of gelijk welke andere overeenkomstige overheid bevoegd voor de wetgeving bedoeld in artikel 1, paragraaf 1 B van deze Overeenkomst.

    5. Verstaat men onder "instelling": het orgaan dat of de organisatie of overheid die ermee belast is de in artikel 2, paragraaf 1 van deze Overeenkomst bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen.

    6. Verstaat men onder "bevoegde instelling": de instelling die de financiële last heeft van de prestaties.

    7. Verstaat men onder "verzekeringstijdvak": elke periode die als dusdanig wordt erkend bij de wetgeving onder dewelke dit tijdvak werd vervuld, alsook elke periode die bij deze wetgeving als gelijkgestelde periode wordt erkend.

    8. Verstaat men onder "prestatie": gelijk welke verstrekking of uitkering, pensioen of rente, waarin is voorzien bij de wetgeving van elk van de overeenkomstsluitende Staten, met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst.

    9. Verstaat men onder "gezinslid": iedere persoon die als gezinslid of rechthebbende wordt aangemerkt of erkend of als huisgenoot wordt aangeduid ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend, of, in het geval bedoeld in artikel 14 van deze Overeenkomst, ingevolge de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont.

    10. Verstaat men onder "nagelaten betrekking": iedere persoon die als dusdanig wordt aangemerkt of erkend ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend.

    11. Verstaat men onder "woonplaats": de normale verblijfplaats.

    12. Verstaat men onder "verblijfplaats": de tijdelijke verblijfplaats.

    13. Verstaat men onder "vluchteling": elke persoon die de erkenning van de status van vluchteling heeft bekomen met toepassing van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend te Genève op 28 juli 1951, alsmede van het aanvullend protocol van 31 januari 1967.

    14. Verstaat men onder "staatloze": elke persoon die als staatloze wordt aangemerkt in artikel 1 van het Verdrag betreffende de status van staatlozen, ondertekend te New York op 28 september 1954.

  2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel heeft de betekenis die daaraan wordt gegeven in de wetgeving die van toepassing is.

    Artikel 2

    Materiële werkingssfeer

  3. Deze Overeenkomst is van toepassing:

    A. in België, op de wetgevingen betreffende:

    (a) de verstrekkingen en uitkeringen inzake ziekte en moederschap van werknemers en zelfstandigen;

    (b) de prestaties inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten;

    (c) de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen;

    (d) de prestaties inzake de invaliditeit van werknemers, zeelieden ter koopvaardij en mijnwerkers alsook van zelfstandigen;

    (e) de gezinsbijslag van werknemers en zelfstandigen;

    (f) de werkloosheidsuitkeringen;

    en, enkel wat titel II betreft, op de wetgevingen betreffende:

    (g) de sociale zekerheid van werknemers;

    (h) het sociaal statuut van de zelfstandigen.

    B. in Tunesië, op:

    (a) de sociale zekerheidswetgevingen die van toepassing zijn op de werknemers, de zelfstandigen of de gelijkgestelden, evenals op de personeelsleden van de openbare sector, met betrekking tot:

    (i) de prestaties van de verzekering voor ziekte en moederschap;

    (ii) de prestaties bij overlijden;

    (iii) de vergoeding van arbeidsongevallen en beroepsziekten;

    (iv) de prestaties van de verzekering voor invaliditeit, ouderdom en nagelaten betrekkingen;

    (v) de gezinsbijslag;

    (vi) de bescherming van de werknemers die hun betrekking verliezen door economische of technologische redenen of door een plotse definitieve sluiting zonder inachtneming van de bepalingen van het arbeidswetboek.

    (b) de sociale zekerheidswetgeving die van toepassing is op de studenten.

  4. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op alle wetgevende of reglementaire akten die de in paragraaf 1 van dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen of aanvullen.

  5. Zij is ook van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden uitgebreid zullen worden, indien de overeenkomstsluitende Staat die zijn wetgeving heeft gewijzigd zich daartegen niet verzet; in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekendmaking van bedoelde akten aan de andere overeenkomstsluitende Staat betekend worden.

  6. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Staten een akkoord wordt getroffen.

    Artikel 3

    Persoonlijke werkingssfeer

    Behoudens andersluidende bepalingen, is deze Overeenkomst van toepassing:

    1. op de personen op wie de wetgeving van een van beide Overeenkomstsluitende Staten van toepassing is of geweest is en die:

    2. onderdanen zijn van een van beide overeenkomstsluitende Staten, dan wel

      ii) staatlozen of door een van de overeenkomstsluitende Staten erkende vluchtelingen zijn,

      alsmede op hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen;

    3. op de nagelaten betrekkingen en op de gezinsleden van personen op wie de wetgeving van een van beide Overeenkomstsluitende Staten van toepassing is geweest, ongeacht de nationaliteit van laatstgenoemden, wanneer deze nagelaten betrekkingen of deze gezinsleden onderdanen zijn van een van beide overeenkomstsluitende Staten, dan wel Staatlozen of door een van de overeenkomstsluitende Staten erkende vluchtelingen.

      Artikel 4

      Gelijke behandeling

      Tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, hebben de in artikel 3 bedoelde personen de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze Staat.

      Artikel 5

      Ontheffing van de bepalingen inzake de woonplaats

  7. Tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, mogen de uitkeringen van de ziekte- en moederschapsverzekering, de uitkeringen wegens invaliditeit, arbeidsongevallen en beroepsziekten evenals die inzake rust- en overlevingspensioenen, verworven ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, niet geschorst noch verminderd of gewijzigd worden op grond van het feit dat de gerechtigde verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.

  8. De rust- en overlevingsprestaties en de prestaties wegens arbeidsongevallen en beroepsziekten die door België verschuldigd zijn, worden aan de Tunesische onderdanen die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het Belgische onderdanen die wonen op het grondgebied van deze derde Staat.

  9. De rust- en overlevingsprestaties en de prestaties wegens arbeidsongevallen en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT