9 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de kennis- en opleidingsvoorwaarden voor de bestraffende beambte ter uitvoering van de wet op de politie van de spoorwegen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen, artikel 25, § 4;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2018;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting van 16 juli 2018;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het niet meedelen van het advies van de Raad van State binnen de voorziene termijn, met toepassing van artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - De bestraffende beambte

Artikel 1. De infrastructuurbeheerder, de stationsbeheerder en de spoorwegondernemingen belast met taken van openbare dienst en met de hoedanigheid van een administratieve overheid, wijzen onder hun personeel een of meer bestraffende beambten aan, belast met het opleggen van sancties en andere maatregelen waarin Titel 4 van de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen (hierna "de wet") voorziet.

Art. 2. De bestraffende beambte voldoet aan de volgende minimumvoorwaarden :

  1. minstens achttien jaar oud zijn;

  2. niet veroordeeld zijn, zelfs niet met uitstel, tot enige correctionele of criminele straf, zoals bedoeld in artikel 7 van het Strafwetboek of tot een soortgelijke straf in het buitenland, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer;

  3. minstens over een getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs of over een gelijkwaardige graad beschikken;

  4. voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 3.

    De voorwaarde onder 2° wordt bij de aanwijzing aangetoond aan de hand van een uittreksel uit het strafregister dat op het ogenblik van de aanwijzing minder dan zes maanden oud is.

    De bestraffende beambte oefent zijn bevoegdheden op onafhankelijke wijze uit in het kader van de beslissingen om een administratieve geldboete op te leggen zoals bedoeld in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT