9 MEI 2019. - Besluit van de Waalse Regering van 9 mei 2019 tot aanneming van de ecologische doorgangsgebieden bedoeld in artikel D.II.2, § 2, vierde lid, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling

De Waalse Regering,

Gelet op het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, de artikelen D.II.2, § 2, vierde lid;

Gelet op het rapport van 26 juni 2018 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 juni 2018;

Gelet op advies 65.816/4 van de Raad van State, uitgebracht op 25 april 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud;

Gelet op richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de effecten van bepaalde plannen en programma's op het leefmilieu;

Overwegende dat het voorontwerp van besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2018 tot aanneming van de ecologische doorgangsgebieden bedoeld in artikel D.II.2 § 2, vierde lid, van het Wetboek van Ruimtelijke Ordening van 22 oktober tot 5 december 2018 tegelijk met het ontwerp van ruimtelijk ontwikkelingsplan onderworpen is aan een openbaar onderzoek en dat het vergezeld ging van een milieueffectbeoordeling;

Overwegende dat aangezien het voorontwerp van besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2018 tot aanneming van de ecologische doorgangsgebieden bedoeld in artikel D.II.2 § 2, vierde lid, van het Wetboek van Ruimtelijke Ordening aanzienlijke gevolgen kan hebben op het leefmilieu van een ander Gewest, van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een andere staat die partij is bij het Verdrag van Espoo van 25 februari 1991 inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband, bedoeld voorontwerp, samen met het milieueffectrapport, op 19 oktober 2018 voor advies is voorgelegd aan de bevoegde overheden van:

- het Vlaams Gewest;

- het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

- de "Région Grand-Est" (Franse Republiek);

- de "Région des Hauts-de-France" (Franse Republiek);

- het Land Rijnland-Palts (Duitse Bondsrepubliek);

- het Land Noordrijn-Westfalen (Duitse Bondsrepubliek);

- de provincie Limburg (Koninkrijk der Nederlanden);

- het Groothertogdom Luxemburg;

Overwegende dat het voorontwerp van besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2018 tot aanneming van de ecologische doorgangsgebieden bedoeld in artikel D.II.2 § 2, vierde lid, van het Wetboek van Ruimtelijke Ordening samen met het milieueffectenrapport op 19 oktober 2018 voor advies is voorgelegd aan:

- de Beleidsgroep "Ruimtelijke Ordening";

- de Beleidsgroep "Leefmilieu";

- de Beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden", afdeling "Natuur";

- de "Union des villes et communes de Wallonie" (Unie van de Waalse steden en gemeenten);

Overwegende dat het advies van de gemeenteraden voor het eerste deel op 18 december 2018 en voor het andere deel op 24 december 2018 bij schrijven is aangevraagd;

Identificatie van de ecologische doorgangsgebieden op het niveau van het Waalse Gewet en verband met het ruimtelijk ontwikkelingsplan

Overwegende dat in artikel D.II.2, § 2, vierde lid van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, hierna "het Wetboek" genoemd, bepaalt dat de ruimtelijke structuur van het ruimtelijk ontwikkelingsplan "de door de Regering aangenomen ecologische doorgangsgebieden opneemt";

Overwegende dat de identificatie van ecologische doorgangsgebieden op het grondgebied van het Waalse Gewest ook bijdraagt tot het nakomen van twee verbintenissen van de Europese Unie, te weten het verlies van biodiversiteit in de Unie tegen 2020 tot staan te brengen en de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten in de Europese Unie tegen 2050 te beschermen, te evalueren en te herstellen (Mededeling van de Commissie van 3 mei 2011 getiteld "Biodiversiteit, onze levensverzekering en ons natuurlijk kapitaal - Strategie van de Europese Unie voor 2020"); dat het Waalse Gewest, door de integratie van biodiversiteit in de regionale planning te ondersteunen, ook deelneemt aan de uitvoering van de verbintenissen die het Waalse Gewest op nationaal niveau is aangegaan in het kader van de Nationale Biodiversiteitsstrategie 2020 van België;

Overwegende dat de strategie voor het natuurbehoud in het Waalse Gewest gebaseerd is op het concept van ecologische vermazing; dat dit overeenstemt met een reeks natuurlijke en seminatuurlijke ecosystemen, maar ook met onderling verbonden vervanghabitats die in de vitale behoeften van soorten en hun populaties zullen kunnen voorzien;

Overwegende dat de ecologische doorgangsgebieden bouwstenen zijn van het ecologische netwerk; dat zij een belangrijke rol spelen in de langeafstandsbewegingen van migrerende soorten, in meer lokale verplaatsingen tussen vitale voedings-, broed- en rustplaatsen van soorten die zich voortplanten of overwinteren op het Waalse grondgebied, met het oog op het voortbestaan op lange termijn van planten- en diersoorten;

Overwegende dat de ecologische doorgangsgebieden bedoeld in artikel D.II.2, § 2 van voorgenoemd Wetboek moeten worden ingericht, rekening houdend "met hun biologische waarde en hun continuïteit met het oog op een coherente ecologische vermazing op het regionale grondgebied ;"

Overwegend dat op gewestelijke schaal rekening moet worden gehouden met de vorming van netwerken van natuurlijke milieus met een hoge biologische waarde die kenmerkend zijn voor de dicht bebladerde bosgebieden of de verschillende soorten kwetsbare en marginale bodems die geassocieerd zijn met het reliëf en het hydrografisch netwerk, ten einde een coherente ecologische vermazing op gewestelijke schaal te verzekeren;

Overwegende dat vijf typen ecologische doorgangsgebieden op gewestelijke schaal geïdentificeerd kunnen worden:

  1. de dicht bebladerde bosgebieden;

  2. de kalkhoudende graslanden en bijbehorende milieus;

  3. de Ardense toppen;

  4. de hoge Ardense valleien;

  5. alluviale vlakten;

    Overwegende dat de ecologische doorgangsgebieden opgenomen op de dicht bebladerde bosgebieden een opeenvolging van bosmassieven met elkaar verbinden, die vaak bestaan uit oude boombestanden en waarvan de bodem weinig menselijke ingrepen heeft ondergaan, en die een grote diversiteit aan bossoorten huisvesten;

    Overwegende dat de ecologische doorgangsgebieden opgenomen op de kalkhoudende graslanden en bijbehorende milieus een opeenvolging van kalkhoudende graslanden en droge gronden met elkaar verbinden die aanwezig zijn op droge, erg oppervlakkige gronden (kalksteen, leisteen, kiezelhoudend, zinkhoudend, enz.), alsook seminatuurlijke open habitats die onderlinge verbindingen vormen, dat deze milieus een groot aantal beschermde of bedreigde soorten herbergen en een erg grote erfgoedwaarde hebben, zowel op gewestelijke als op Europese schaal;

    Overwegende dat de ecologische doorgangsgebieden opgenomen op de Ardense toppen een opeenvolging van heidegebieden, laagvenen en habitats die geassocieerd worden met de turfgronden van de Ardense hooglanden met elkaar in verbinding brengen die erg waardevolle ecosystemen vormen;

    Overwegende dat de ecologische doorgangsgebieden opgenomen op de hoge Ardense valleien een opeenvolging van erg vochtige gebieden die de bovenste delen van de Ardense valleien innemen, zoals moerasbossen, gebieden met waterbronnen, laagvenen, vochtige graslanden en habitats op erg oppervlakkige bodems zoals de hellingbossen met elkaar in verbinding brengen, en dat deze gebieden van groot biologisch belang zijn;

    Overwegende dat de ecologische doorgangsgebieden opgenomen op de alluviale vlakten die kenmerkend zijn voor de brede valleien van het hydrografisch netwerk vochtige gebieden met elkaar in verbinding brengen waaronder poelen, waterplassen, vochtige graslanden, rietlanden, vochtige heide, alluviale bossen, enz., die een grote biodiversiteit herbergen;

    Gelet in het bijzonder op het verband tussen het onderhavige besluit en het ruimtelijk ontwikkelingsplan; overwegende dat dit besluit op kaart de ecologische doorgangsgebieden die voor een samenhangende ecologische vermazing op de schaal van het gewestelijk grondgebied identificeert en begrenst; dat de ruimtelijke structuur van het ruimtelijk ontwikkelingsplan de door de wet op het natuurbehoud erkende gebieden en de door dit besluit geïdentificeerde ecologische doorgangsgebieden opneemt; dat het niet aan het ruimtelijk ontwikkelingsplan van het grondgebied is om deze te identificeren, noch om hun wettelijke reikwijdte te bepalen;

    Overwegende echter dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan door middel van de ruimtelijke structuur en de uitvoeringsbeginselen ervan enerzijds de verschillende activiteiten op het grondgebied wil structureren om bij te dragen tot een betere bescherming van de erkende gebieden (wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud) en de continuïteit van de door de Regering goedgekeurde ecologische doorgangsgebieden wil behouden, en anderzijds de versnippering van de onbebouwde ruimten wil verminderen door ervoor te zorgen dat deze gebieden in netwerken met elkaar verbonden worden om zo een ecologisch netwerk tot stand te brengen op gewestelijke schaal;

    Milieueffectenrapport

    Overwegende dat de aangenomen ecologische doorgangsgebieden mogelijk niet verwaarloosbare effecten op het milieu kunnen hebben; dat de Waalse Regering een beoordeling van hun effect op het milieu heeft laten uitvoeren;

    Overwegende dat het Waalse gewestelijke recht momenteel geen enkele bepaling bevat tot omzetting van Richtlijn 2001/42/EG met het oog op de toepassing van de daarin vervatte regeling op verordeningen zoals het ontwerpdecreet;

    Overwegende dat de milieueffecten van de tenuitvoerlegging van de voorgenomen ecologische doorgangsgebieden dan ook werden beoordeeld in de zin van Richtlijn 2001/42/EG; dat het adviesbureau STRATEC S.A., hiertoe gemachtigd, werd aangesteld om deze beoordeling uit te voeren;

    Overwegende dat de auteur van het onderzoek...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT