9 MAART 2017. - Ministerieel besluit betreffende de uitvoering van de Vlaamse sociale bescherming

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN,

Gelet op het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 5, artikel 19, derde lid, artikel 28, § 2, artikel 24, artikel 29, § 4, artikel 30, § 2, artikel 32, § 2, artikel 33, artikel 35, artikel 39, §§ 1 en 5, artikel 42, artikel 44, § 1, derde en vierde lid, artikel 44, artikel 46, artikel 51, § 3 en artikel 56;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 30, eerste en derde lid, artikel 37, § 1, artikel 41, § 3, derde lid, artikel 42, § 3, derde lid, artikel 44, eerste en tweede lid, artikel 51, artikel 56, artikel 62, tweede lid, artikel 69, tweede lid, artikel 71, vierde lid, artikel 76, § 1, tweede lid, artikel 80, § 2, tweede lid, artikel 87, § 3, artikel 95, artikel 96, tweede lid, artikel 98, derde lid, artikel 101, artikel 106, derde lid, artikel 112, artikel 113, vierde lid, artikel 117, artikel 124, artikel 129, artikel 167, artikel 182, § 2, tweede lid, en artikel 185, vijfde lid;

Gelet op het ministerieel besluit van 2 juli 2010 betreffende de uitvoering van de zorgverzekering;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 januari 2017;

Gelet op advies 60.864/1 van de Raad van State, gegeven op 20 februari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,

Besluit :

DEEL 1. - GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEPALINGEN

TITEL 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. agentschap: het agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming, vermeld in artikel 6 van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming;

  2. besluit van 14 oktober 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming;

  3. controleorgaan: het orgaan dat verantwoordelijk is voor de controle van de indicatiestelling van de gebruikers, vermeld in artikel 125 van het besluit van 14 oktober 2016;

  4. derden: een werkgever of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;

  5. identificatienummer: het unieke nummer, toegekend aan personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen, of, bij gebrek aan rijksregisternummer het door de woonstaat toegekende sociaal fiscaal nummer;

  6. mutatieformulier: het mutatieformulier, vermeld in artikel 49 van het besluit van 14 oktober 2016;

  7. oprichtende instanties: de instanties die een zorgkas hebben opgericht als vermeld in artikel 15 van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming;

  8. plaats van tewerkstelling: de plaats waar de effectieve werkzaamheden worden uitgevoerd.

    DEEL 2. - HET LIDMAATSCHAP VAN DE VLAAMSE SOCIALE BESCHERMING

    TITEL 1. - Aansluiting

    HOOFDSTUK 1. - Periode van aansluiting of verbod op aansluiting

    Art. 2. De referentiedatum om voor een kalenderjaar te bepalen waar een persoon als vermeld in artikel 41, § 3, artikel 42, § 3 en § 4, en artikel 43 van het besluit van 14 oktober 2016, woont, werkt of sociaal verzekerd is, zodat hij voldoet aan de voorwaarden voor de aansluiting of het verbod op aansluiting, is 1 januari van het jaar in kwestie.

    In afwijking van het eerste lid, kunnen personen die in de loop van het kalenderjaar, door een verandering in hun situatie, aan de voorwaarden voor de aansluiting, vermeld in het eerste lid, voldoen, zich alleen aansluiten bij een zorgkas als ze een recht op een tegemoetkoming willen openen.

    In afwijking van het eerste lid, is de referentiedatum om voor het jaar waarin hij op een plaats is komen wonen, te bepalen of een persoon als vermeld in artikel 43 van het besluit van 14 oktober 2016, voldoet aan de criteria voor verbod op aansluiting, vermeld in het eerste lid, 1 januari van het jaar na het jaar waarin hij op die plaats is komen wonen.

    Art. 3. In afwijking van artikel 2, eerste lid, is de plaats van tewerkstelling van een gepensioneerde als vermeld in artikel 41, § 3, artikel 42, § 3 en § 4, en artikel 43 van het besluit van 14 oktober 2016, de plaats waar die persoon op 1 januari van het laatste jaar voor zijn pensionering gewerkt heeft.

    Art. 4. In afwijking van artikel 2, eerste lid wordt de plaats van tewerkstelling van een persoon als vermeld in artikel 41, § 3, artikel 42, § 3 en § 4, en artikel 43 van het besluit van 14 oktober 2016, als volgt bepaald:

  9. de plaats van tewerkstelling van een persoon die niet gepensioneerd en niet beroepsactief is, is de plaats waar hij werkte op 1 januari van het jaar van zijn laatste tewerkstelling;

  10. de plaats van tewerkstelling van een persoon die een Belgisch pensioen ontvangt, is in de volgende volgorde:

    1. zijn woonplaats als hij er gewerkt heeft;

    2. de plaats waar hij op 1 januari van het laatste jaar voor zijn pensionering gewerkt heeft.

    HOOFDSTUK 2. - Bewijsvoering

    Art. 5. Het agentschap ontvangt jaarlijks een bestand van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid met identificatiegegevens van de personen, vermeld in artikel 41, § 3, artikel 42, § 3 en § 4, en artikel 43 van het besluit van 14 oktober 2016.

    Personen die aan de criteria voldoen, maar van wie het agentschap de identificatiegegevens niet heeft ontvangen op de wijze, vermeld in het eerste lid, bezorgen zelf het bewijs dat ze aan de criteria voor de aansluiting of voor het verbod op aansluiting voldoen:

  11. voor ieder jaar dat ze beroepsactief zijn;

  12. bij aanvang of bij wijziging van hun pensionering.

    Het bewijs, vermeld in het tweede lid, bestaat uit een attest van de werkgever of van de instantie die de sociale zekerheid van de persoon beheert.

    HOOFDSTUK 3. - Terugbetaling van bijdragen

    Art. 6. De betaalde bijdragen van personen, vermeld in artikel 43 van het besluit van 14 oktober 2016, worden aan de betrokkene terugbetaald.

    Personen als vermeld in het eerste lid, die al tegemoetkomingen in het kader van de zorgverzekering hebben genoten, kunnen de door hen betaalde bijdragen niet terugvorderen voor de jaren waarin ze tegemoetkomingen hebben genoten.

    HOOFDSTUK 4. - Uitnodiging tot aansluiting

    Art. 7. De zorgkassen of hun oprichtende instantie kunnen een mailing naar de leden of verzekerden van hun oprichtende instantie sturen met de mededeling dat ze zich bij een zorgkas kunnen aansluiten. De mailing bevat de volgende twee aparte rubrieken:

  13. de mededeling over de Vlaamse sociale bescherming;

  14. de uitnodiging tot betaling van een bijdrage om zich aan te sluiten.

    De mailing mag samen met de promotie van andere producten verstuurd worden.

    Art. 8. De mededeling, vermeld in artikel 7, eerste lid, 1°, bevat minstens de volgende informatie:

  15. de bijdragen die in het kader van de Vlaamse sociale bescherming gevraagd worden;

  16. de periodes waarvoor de bijdragen gevraagd worden;

  17. de toelichting over de plicht of de mogelijkheid om zich bij een van de erkende zorgkassen aan te sluiten;

  18. de manier waarop personen zich kunnen aansluiten: met een storting op een rekeningnummer op naam van de zorgkas;

  19. de maatregel van de administratieve geldboete en de opschorting met verlies van rechten van de zorgverzekeringstegemoetkoming met vier maanden;

  20. voor personen die in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wonen de toelichting dat, als een lid zich niet in staat acht om de jaarlijkse bijdrage te betalen, hij het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan vragen of het in zijn plaats de bijdrage aan de zorgkas wil betalen. Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is niet verplicht om dat verzoek in te willigen.

    Art. 9. De mededeling en de uitnodiging tot betaling, vermeld in artikel 7, eerste lid, 1° en 2°, bevatten geen aanwijzingen die laten uitschijnen dat aansluiting bij de zorgkas in kwestie verplicht is. Het moet duidelijk zijn dat aansluiting bij een van de erkende zorgkassen verplicht is.

    Art. 10. De zorgkassen kunnen 30 april vastleggen als einddatum om de bijdrage te betalen voor personen die 26 jaar worden. Ze vermelden dat als de persoon zich niet aansluit, hij ambtshalve bij de Vlaamse Zorgkas aangesloten zal worden.

    Art. 11. Een gezinshoofd kan gezinsleden aansluiten.

    Art. 12. Met toestemming van de betrokkenen kunnen derden personen bij een zorgkas aansluiten. De zorgkassen die personen via derden aansluiten, beschikken over een verklaring van de betrokken personen waaruit blijkt dat ze vrijwillig kiezen om zich aan te sluiten bij de zorgkas. Als een derde personen wil aansluiten, bezorgt hij de zorgkas een lijst van de personen die bij de zorgkas aangesloten willen worden. De zorgkas heeft een lijst van leden voor wie in groep betaald wordt.

    Art. 13. Met de betaling van de bijdragen bezorgen de derden aan de zorgkas een lijst van de personen voor wie de betaling wordt uitgevoerd. Die lijst bevat per lid de volgende gegevens:

  21. het identificatienummer;

  22. de voor- en achternaam;

  23. het adres;

  24. de geboortedatum;

  25. het geslacht;

  26. het bedrag van de bijdrage.

    HOOFDSTUK 5. - Mutatie van zorgkas

    Art. 14. Een persoon muteert van een mutualistische zorgkas naar een andere mutualistische zorgkas met het mutatieformulier van de ziekteverzekering als aan volgende voorwaarden is voldaan:

  27. de persoon heeft niet tijdig, conform artikel 49, van het besluit van 14 oktober 2016, een getekend mutatieformulier bezorgd aan een niet-mutualistische zorgkas ;

  28. de persoon is lid van een mutualistische zorgkas.

    In de andere gevallen dan het geval, vermeld in het eerste lid, muteert een persoon van zorgkas door uiterlijk op 5 december van het jaar vóór het jaar waarin hij van zorgkas muteert, het getekende mutatieformulier, vermeld in artikel 49 van 14 oktober 2016, aan de nieuwe zorgkas te bezorgen.

    Art. 15. De nieuwe zorgkas consulteert voor 15 december van het jaar dat voorafgaat aan de mutatie, via het digitaal platform of de afstaande zorgkas die in de mutatieprocedure gemeld is, overeenstemt met...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT