9 FEBRUARI 2020. - Koninklijk besluit betreffende de registratie van wilsverklaringen over de wegneming van menselijk lichaamsmateriaal, met inbegrip van organen, na overlijden

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen, artikel 10, § 3, vervangen bij de wet van 21 maart 2018, en artikel 10, § 3bis, ingevoegd bij de wet van 3 juli 2012;

Gelet op de wet van 19 december 2008 inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal met het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of het wetenschappelijk onderzoek, artikel 12, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 23 december 2009 en bij de wet van 19 maart 2013;

Gelet op de wet van 3 juli 2012 tot wijziging van de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen en de wet van 19 december 2008 inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal met het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of het wetenschappelijk onderzoek, de artikelen 21, 3° en 29;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1986 tot regeling van de wijze waarop de donor of de personen bedoeld in artikel 10, § 2, van de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen hun wil te kennen geven;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 3 april 2019;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 17 augustus 2018;

Gelet op het advies van de Minister van Begroting, gegeven op 20 september 2019;

Gelet op het advies 66.443/1/V van de Raad van State, gegeven op 29 augustus 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Onderhavig besluit regelt de registratie van verklaringen van verzet of van uitdrukkelijke toestemming, met betrekking tot het wegnemen van lichaamsmateriaal na het overlijden. In zoverre de registratie op grond van onderhavig besluit zich voltrekt via gezamenlijke middelen, treden de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten gezamenlijk op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4.7) van de Algemene Verordening voor Gegevensbescherming nr. 2016/679.

HOOFDSTUK 2. - Wilsverklaring betreffende het wegnemen van organen na overlijden voor therapeutische doeleinden

Art. 2. § 1. Iedere persoon die in het bevolkingsregister of langer dan zes maanden in het vreemdelingenregister is ingeschreven en in staat is zijn of haar wil te kennen te geven, kan zich ofwel tot het gemeentebestuur van zijn woonplaats, ofwel tot een erkende huisarts met wie hij een therapeutische relatie onderhoudt, wenden teneinde een verklaring van verzet tegen of een verklaring van uitdrukkelijke instemming met wegneming van organen na overlijden voor therapeutische doeleinden te laten registreren. Deze naar behoren gedagtekende en ondertekende verklaring voldoet aan de nadere regelen vervat in bijlage 1 van dit besluit.

§ 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand of de huisarts aan wie een registratieaanvraag zoals voorzien in § 1, gericht wordt, controleert de identiteit van de declarant en bezorgt hem of haar alle beschikbare informatie teneinde de declarant in staat te stellen om zijn of haar wil betreffende de wegneming van organen na overlijden voor therapeutische doeleinden te uiten.

§ 3. Na zich te hebben geïdentificeerd en geauthentificeerd, aan de hand van de elektronische identiteitskaart of een methode die een gelijkwaardige beveiliging kan waarborgen, registreert de ambtenaar van de burgerlijke stand of de huisarts elektronisch, op uniforme wijze, de verklaring van verzet of de verklaring van uitdrukkelijke instemming bedoeld in § 1. Onverminderd hetgeen bepaald wordt in artikel 1, worden de gegevens betreffende de verklaring geregistreerd in een databank waarvan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu de verwerkingsverantwoordelijke is in de zin van artikel 4.7) van de Algemene Verordening voor Gegevensbescherming nr. 2016/679.

§ 4. De ambtenaar van de burgerlijke stand of de huisarts bezorgt de in § 1 bedoelde personen een ontvangstbevestiging op papier of op elektronische wijze, die de gegevens bevat die worden geregistreerd op het moment dat het verzet of de uitdrukkelijke toestemming worden geuit, alsmede de identiteit van de persoon die verantwoordelijk is voor de verwerking, de wijze van verwerking, de doeleinden van de verwerking, het bestaan van een recht van inzage en rectificatie en de ontvangers van deze gegevens. De ontvangstbevestiging vermeldt ook de rechtsgrond van de registratie, namelijk artikel 6.1.e van de algemene Verordening voor gegevensbescherming nr. 2016/679.

De schriftelijke verklaring die als basis voor de registratie gediend heeft, wordt aan de declarant teruggegeven.

Art. 3. § 1. Na zich te hebben geïdentificeerd en geauthentificeerd aan de hand van de elektronische identiteitskaart of een methode die een gelijkwaardige beveiliging kan waarborgen, kan iedere persoon die in het bevolkingsregister of langer dan zes maanden in het vreemdelingenregister is ingeschreven en in staat is om zijn of haar wil te uiten, zelf via elektronische weg en op uniforme wijze een verklaring van verzet tegen of een verklaring van uitdrukkelijke instemming met wegneming van organen na overlijden voor therapeutische doeleinden registreren. Deze...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT