9 FEBRUARI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende goedkeuring van de wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, artikel 7, § 3, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2008;

Gelet op de beslissingen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen van 3 juli 2017, 18 september 2017 en 18 december 2017 tot wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, gegeven op 4 oktober 2017;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 oktober 2017;

Gelet op het protocol nummer 371.1195 van 11 december 2017 van Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. De wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie, die aangenomen werd door de Raad op 3 juli 2017, 18 september 2017 en 18 december 2017, en die als bijlage bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Art. 2. De minister-president, bevoegd voor het algemeen regeringsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 februari 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering,

G. BOURGEOIS

Bijlage

Wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie, aangenomen door de Raad op 3 juli 2017, 18 september 2017 en 18 december 2017

Artikel 1. Aan artikel I 2 wordt een punt 19 toegevoegd dat luidt als volgt:

"19° Afdelingshoofd: het hoofd van een SERV-entiteit die het hiërarchisch en functioneel gezag over het personeel van die entiteit uitoefent. De SERV-entiteiten zijn de Stichting-Innovatie & Arbeid, de MORA, de SAR WGG, de SALV en de dienst personeel en financiën."

Art. 2. Artikel II 4 bis 3° wordt vervangen door wat volgt: "3° de afdelingshoofden".

Art. 3. In artikel II 5, § 2, vijfde streepje wordt de zinsnede ",loopbaanonderbreking" opgeheven.

Art. 4. In artikel II 13 § 2 wordt het woord "directeur" vervangen door het woord "afdelingshoofd".

Art. 5. Art. II 16 wordt opgeheven.

Art. 6. Artikel IV 7 wordt vervangen door wat volgt: "Om de in artikel IV 6 bedoelde toestemming tot cumulatie te verkrijgen dient de ambtenaar een voorafgaande aanvraag in bij de leidend ambtenaar."

Art. 7. Artikel IV 14 worden vervangen door wat volgt: "De toestemming tot cumulatie gegeven vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit blijft behouden, tot de leidend ambtenaar deze desgevallend herroept."

Art. 8. In artikel V 1, 3° wordt het woord "directeur" vervangen door het woord "afdelingshoofd".

Art. 9. In artikel VI 1 wordt tussen § 1 en § 2 een paragraaf toegevoegd die luidt als volgt:

" § 2. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk controleert de vereiste lichamelijke geschiktheid waarvan sprake in artikel VI 1 § 1, 4° voor welbepaalde categorieën personeelsleden overeenkomstig de federale bepalingen."

Artikel VI 1 § 2 wordt artikel VI 1 § 3.

Art. 10. In artikel VI 2 § 1 1° wordt na het woord `besluit' volgende bepaling toegevoegd: ",of een ervaringsbewijs of toegangsbewijs, vermeld in artikel VI 2, § 4, voor dezelfde functie. In dit besluit wordt verstaan onder ervaringsbewijs: een ervaringsbewijs als vermeld in artikel 4 van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid. Als basis geldt de procedure die de Vlaamse minister van bestuurszaken heeft vastgesteld voor de diensten van de Vlaamse overheid."

Art. 11. In artikel VI 2 wordt een paragraaf 4 toegevoegd die luidt als volgt:

" § 4. Daarnaast kan het Dagelijks Bestuur, voorafgaand aan de selectie, bij een met redenen omklede beslissing waaruit een redelijk vermoeden van meerwaarde van deze procedure blijkt, opnemen in het selectiereglement dat in afwijking van artikel VI 2 § 1, 1°, ook personen die nog niet beschikken over het diploma, studiegetuigschrift, ervaringsbewijs of toegangsbewijs, zich kandidaat kunnen stellen voor de functie. Zij krijgen enkel toegang tot de selectieprocedure na het behalen van een toegangsbewijs, uitgereikt door de VDAB, na beoordeling van hun competenties zoals hierna bepaald. Het toegangsbewijs van de VDAB is zeven jaar geldig voor dezelfde functie binnen de instelling.

Van een kandidaat die niet beschikt over een diploma, studiegetuigschrift, ervaringsbewijs of toegangsbewijs als vermeld in het selectiereglement, wordt een portfolio beoordeeld. De kandidaat lijst relevante kennis, vaardigheden en attitudes voor de functie op in het portfolio en staaft dit met zoveel mogelijk bewijsstukken. De VDAB duidt per vacature beoordelaars aan met de nodige expertise om portfolio's te beoordelen.

De leidend ambtenaar bepaalt samen met de VDAB de te bewijzen competenties waarop de beoordeling van het portfolio voor de vacature gebeurt.

De VDAB reikt na een positieve beoordeling van een portfolio bovenvermeld toegangsbewijs uit. Het toegangsbewijs vermeldt de functie waarvoor het geldt, welke competenties op welk niveau werden beoordeeld, en de ingangsdatum en geldigheidsduur van het toegangsbewijs."

Art. 12. In artikel VI 21 § 4 worden de woorden "per aangetekende brief" geschrapt. De woorden "de poststempel" worden vervangen door "verzending".

Art. 13. Artikel VI 22 wordt opgeheven.

Art. 14. Artikel VII 3 wordt opgeheven.

Art. 15. Artikel VII 6 wordt vervangen door wat volgt:

"Art. VII 6. § 1. Eén maand proeftijd stemt hierbij overeen met de prestatie van eenentwintig voltijdse of deeltijdse werkdagen.

Voor de bepaling van het aantal gepresteerde werkdagen worden eveneens meegerekend:

- de wettelijke en decretale feestdagen, 2 en 15 november, 26 december, en de vakantiedagen tussen Kerstmis en nieuwjaar vermeld in artikel XI 11, § 2, eerste lid van dit besluit;

- de inhaalrust vermeld in artikel XIII 18 van dit besluit;

- de dienstvrijstellingen.

§ 2. De ambtenaar op proef behoudt de hoedanigheid van ambtenaar op proef zolang het aantal werkdagen dat overeenstemt met het aantal maanden proeftijd niet gepresteerd is."

Art. 16. In artikel VII 23 worden paragraaf 1, 3° en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT