9 FEBRUARI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de bescherming van dieren bij het slachten en doden

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden;

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzonderheid artikel 16 § 2 en § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 januari 1998 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 31 augustus 2016;

Gelet op het advies 60.505/3 van de Raad van State, gegeven op 29 december 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de minister bevoegd voor het dierenwelzijn;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. Opleidingsinstituut : een publieke of private instelling die opleidingen aanbiedt en die opgericht, gesubsidieerd of erkend is door de bevoegde overheid om opleidingen te verstrekken;

  2. de verordening : verordening (EG) Nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden;

  3. Instituut : het Brussels Instituut voor Milieubeheer;

  4. officiële dierenarts : de dierenarts die door de bevoegde overheid aangesteld is om de dierenwelzijnscontroles in de slachthuizen uit te voeren;

  5. slachthuis : elke voor het slachten van landdieren gebruikte inrichting die onder de Verordening (EG) nr. 853/2004 valt;

Art. 2. Dit besluit is van toepassing op het doden van dieren die gefokt of gehouden worden voor de productie van levensmiddelen, wol, huiden, pelzen of andere producten, voor het doden van dieren met het oog op ruiming en voor daarmee verband houdende activiteiten.

HOOFDSTUK 2. - Getuigschrift van vakbekwaamheid

Art. 3. § 1. Het getuigschrift van vakbekwaamheid wordt verkregen door een opleiding over het slachten of doden van dieren te volgen en te slagen voor een onafhankelijk examen, zoals bepaald in artikel 21 van de verordening.

§ 2. De opleiding wordt verzorgd door een functionaris voor het dierenwelzijn en/of door een andere persoon die aantoonbare expertise heeft in het domein van dierenwelzijn bij het slachten en doden en/of door een opleidingsinstituut, op basis van een door het Instituut goedgekeurde cursus.

§ 3. Het examen wordt afgenomen door een opleidingsinstituut of gebeurt onder toezicht van een officiële dierenarts en bestaat uit ten minste vijftien vragen per diersoort waarvoor de kandidaat examen wenst af te leggen, afkomstig uit een door het Instituut goedgekeurde lijst.

Om te slagen voor het examen behaalt de kandidaat minstens 60 % van de punten.

Indien de kandidaat niet geslaagd is voor het examen wacht hij minstens een week alvorens opnieuw examen af te leggen.

§ 4. De organisator van het in paragraaf 1 bedoelde examen levert de getuigschriften van vakbekwaamheid af.

§ 5. De getuigschriften van vakbekwaamheid worden afgeleverd volgens het model in bijlage 1 van dit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT