9 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging of opheffing van diverse uitvoeringsbesluiten als gevolg van de invoering van het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het besluit dat u wordt voorgelegd door de regering heeft hoofdzakelijk als doel sommige bepalingen van de uitvoeringsbesluiten van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, van het Wetboek van de btw, van het Wetboek diverse rechten en taksen en van het Wetboek der successierechten aan te passen of op te heffen, om ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe bepalingen van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen (hierna "Invorderingswetboek" genoemd) ingevoerd door de wet van 13 april 2019, en met de wetswijzigingen die door deze wet in de voormelde fiscale wetboeken zijn aangebracht.

Het Invorderingswetboek bepaalt immers een geheel van regels die de invorderingsprocedures inzake de inkomstenbelastingen, de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, de btw, de diverse taksen, de rolrechten en de niet-fiscale schuldvorderingen harmoniseren. In de betrokken fiscale wetboeken worden de bepalingen met betrekking tot de invordering daarom in regel opgeheven door voormelde wet van 13 april 2019 tot invoering van het Invorderingswetboek.

Daarnaast brengt deze wet de bepalingen met betrekking tot de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen en op de verzekeringsondernemingen over van het boek IIbis van het Wetboek der successierechten naar het boek II van het Wetboek diverse rechten en taksen, en vervangt het inzake de diverse taksen het administratieve dwangbevel door de opname van de fiscale schuld in een innings- en invorderingsregister, een algemene uitvoerbare titel die geautomatiseerd wordt opgemaakt.

Het eerste hoofdstuk van dit ontwerp van koninklijk besluit wijzigt het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen teneinde:

- er, voor wat betreft de diverse taksen, het begrip "inning- en invorderingsregister" in de plaats te stellen van het begrip "dwangbevel", ermee rekening houdend dat het innings- en invorderingsregister voortaan de uitvoerbare titel vormt voor de invordering van de diverse taksen.

- er de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen en op de verzekeringsondernemingen, tot op heden opgenomen in het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten, naar over te brengen ingevolge de overdracht van de wetsbepalingen met betrekking tot deze taksen van het Wetboek der successierechten naar het Wetboek diverse rechten en taksen. Bij deze gelegenheid worden technische aanpassingen aangebracht, worden uitvoeringsbepalingen inzake de teruggave van de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen en op de verzekeringsondernemingen ingevoerd, en worden nieuwe modellen voor de aangifte en het verzoek tot teruggave opgesteld;

- voortaan te verwijzen naar de bepalingen van het Invorderingswetboek (artikelen 15 tot 17) voor wat betreft de manier waarop de betaling van de diverse taksen wordt verricht nadat deze taksen zijn opgenomen in een uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister.

Wat specifiek het artikel 13 van het ontwerp betreft, dient te worden verduidelijkt dat wanneer de belastingschuldige overleden is, het innings- en invorderingsregister niet mag worden gevestigd op naam van een overledene. In dergelijk geval moet het innings- en invorderingsregister gevestigd worden op naam van de erfgenamen van de overledene. Bij de creatie van het innings- en invorderingsregister is de administratie niet altijd in staat om de erfgenamen van de overledene te identificeren. Pas in een volgende fase is dit de taak van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering. Afhankelijk van het geval, kan deze taak langer of korter duren. Met andere woorden, om de geldigheid van het innings- en invorderingsregister in dergelijk geval te waarborgen, en om het mogelijk te maken rechtsgevolgen te laten uitgaan van het innings- en invorderingsregister (met name met betrekking tot de verjaring van de schuld) op het moment van zijn creatie dient te worden verduidelijkt dat het register ten laste is van de nalatenschap van de overledene, door toevoeging van het woord "nalatenschap".

Daarnaast wordt het punt 8 van het advies 66.593/3 van 25 oktober 2019 van de Raad van State niet gevolgd in zoverre dat, indien de betaling van een taks bedoeld in boek II van het Wetboek diverse rechten en taksen plaatsvindt op een rekening van het inningscentrum (specifieke rekening) na de opname van voornoemde taks in een innings- en invorderingsregister, deze betaling automatisch wordt overgeschreven naar de financiële rekening "Inning en Invordering" en dus toestaat om de schuld geldig te vereffenen. Bovendien is hetzelfde systeem van toepassing op de bedrijfsvoorheffing en de roerende voorheffing met het oog op de harmonisering van de procedures, dat ook het hoofddoel is van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen. De niet-ingekohierde voorheffingen worden immers betaald overeenkomstig het artikel 140 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals gewijzigd bij artikel 43 van het koninklijk besluit van 17 februari 2019 tot uitvoering van diverse wetten en tot aanpassing van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de harmonisatie van de betalingsmodaliteiten binnen de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, dus op specifieke rekeningen - bepaald door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde. De voorheffingen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een inkohiering daarentegen moeten - a contrario - worden betaald op de rekening "Inning en Invordering". Nergens staat vermeld dat de betaling op de betrokken rekening pas plaatsvindt na verzending van het aanslagbiljet, dat het equivalent is van het innings- en invorderingsbericht voor wat betreft de diverse taksen. Daarentegen, indien een voorgeschreven termijn wordt vastgesteld en de belastingplichtige vóór het verstrijken van deze termijn betaalt op de financiële rekening "Inning en Invordering", zal de automatische overschrijving niet plaatsvinden naar de specifieke rekening en zal de betaling ervan in mindering worden gebracht op de bestaande schulden op de rekening "Inning en Invordering", of zal deze in wacht blijven bij gebrek aan te vereffenen schulden.

Het hoofdstuk 2 heft, in het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten, de artikelen 2, 2bis, 2ter, 8quater en 8quinquies met betrekking tot de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen en op de verzekeringsondernemingen op, en wijzigt artikel 2quater, ingevolge de overdracht van de wetsbepalingen met betrekking tot deze taksen van het Wetboek der successierechten naar het Wetboek diverse rechten en taksen. Bovendien heft dit hoofdstuk de bijlagen 2 en 4 van het koninklijk besluit van 31 maart 1936, met betrekking tot de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen en op de verzekeringsondernemingen op.

Het hoofdstuk 3 van het besluit wijzigt artikel 8 van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen teneinde voortaan te verwijzen naar de bepalingen van het Invorderingswetboek (artikelen 15 tot 17) voor wat betreft de wijze waarop de betaling van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen wordt verricht, behalve indien bepalingen anders bepalen. Het heft bovendien de artikelen 12 en 13 van het voormeld koninklijk besluit van 8 juli 1970 op, ermee rekening houdend dat de regels inzake de verjaring en de vervolgingen van deze taksen voortaan opgenomen zijn in het Invorderingswetboek.

Het hoofdstuk 4 wijzigt de artikelen 81, § 3 en 83 van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde teneinde, in deze bepalingen, de verwijzing naar artikel 89 Wetboek van de btw - in de toekomst opgeheven - te vervangen door de verwijzing naar het soortgelijke artikel van het Invorderingswetboek (artikel 19, § 2, eerste lid).

Het hoofdstuk 5 wijzigt de artikelen 9, 10 en 11 van het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde teneinde voortaan te verwijzen naar de bepalingen van het Invorderingswetboek (artikelen 15 tot 17) voor wat betreft de wijze waarop de betaling van de belasting, de interesten, de boeten en de kosten, bedoeld in deze bepalingen wordt verricht.

Het hoofdstuk 6 wijzigt het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB 92) om:

- voortaan te verwijzen naar de bepalingen van het Invorderingswetboek voor wat betreft de wijze waarop in regel de betaling van de inkomstenbelastingen en de voorheffingen (artikel 139 van het KB/WIB 92) wordt verricht en de invordering wordt verzekerd van de belasting van niet-inwoners op meerwaarden op onroerende goederen in geval van gebrek aan betaling (artikel 177 van het KB/WIB 92), voor wat betreft de boete voor het niet storten van het ingehouden bedrag in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de fiscale en niet-fiscale schulden van een aannemer of onderaannemer (nieuw artikel 207 van het KB/WIB 92);

- er de uitvoeringsbepalingen inzake de vervolgingen (artikelen 146 tot 163, en 167 tot 175 van het KB/WIB 92), nog niet opgeheven door de wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, in op te heffen, net als deze in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de fiscale en niet-fiscale...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT