9 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van titel 6 betreffende laboratoria van boek II van de codex over het welzijn op het werk (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, genummerd bij de wet van 7 april 1999 en gewijzigd bij de wetten van 10 januari 2007, 28 februari 2014 en 20 december 2020 en artikel 40, § 3, gewijzigd bij de wetten van 27 december 2004 en 27 november 2015;

Gelet op de codex over het welzijn op het werk, boek II, titel 6;

Gelet op de adviezen nr. 243 en 258 van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, respectievelijk gegeven op 25 februari 2022 en 21 april 2023;

Gelet op het advies nr. 73.704/1 van de Raad van State, gegeven op 28 juni 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel II.6-1 van de codex over het welzijn op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:

    "1° laboratorium: de laboratoria en diensten bedoeld in artikel l48decies1, § 6, tweede lid, van het ARAB en in artikel 64nonies, tweede lid, van het besluit van de Regent van 25 september l947 houdende algemeen reglement betreffende de maatregelen op gebied van hygiëne en gezondheid der werknemers in de mijnen, ondergrondse groeven en graverijen;";

  2. in de bepaling onder 4° wordt in de Nederlandse tekst het woord "registrering" vervangen door het woord "registratie".

    Art. 2. In artikel II.6-2 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. het eerste lid vervangen als volgt:

      "De laboratoria worden door de Minister erkend overeenkomstig de bij deze titel vastgelegde voorwaarden.".

    2. het artikel wordt aangevuld met een lid luidende:

      "De erkenning kan worden gevraagd voor één of meer van de volgende verrichtingen:

    3. de meting van de verontreiniging van de atmosfeer van de arbeidsplaatsen met opsomming van de stoffen of groepen van stoffen;

    4. de analyse van industriële producten met opsomming van de stoffen of groepen van stoffen;

    5. de meting van fysische agentia met opsomming van die agentia."

      Art. 3. Artikel II.6-3 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:

      "Art. II.6-3.- De erkenningsaanvraag, evenals de erbij horende stukken, worden gericht aan de Minister aan de hand van het formulier dat op de website van de FOD Werkgelegenheid ter beschikking wordt gesteld."

      Art. 4. Artikel II.6-5 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:

      "Art. II.6-5.- Elke wijziging die gedurende de erkenningsperiode wordt aangebracht aan de volgende inlichtingen verstrekt in de aanvraag wordt binnen vier kalenderdagen meegedeeld aan de Minister of aan de leidend ambtenaar HUA:

    6. de identificatie van het laboratorium;

    7. de beschrijving van de lokalen, de uitrusting en de aanwezige wetenschappelijke appartuur;

    8. de samenstelling, de competentie en de functies van het personeel;

    9. elke intrekking, schorsing of wijziging van de in artikel II.6-11, § 6 bedoelde accreditatie."

      Art. 5. Artikel II.6-6 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:

      "Art. II.6-6.- De eerste erkenning wordt verleend voor een duur van maximum drie jaar. Indien tijdens deze periode wordt vastgesteld dat het laboratorium de bepalingen van deze titel niet naleeft en niet de nodige maatregelen heeft genomen om zich in regel te stellen met deze bepalingen, wordt de aanvraag tot vernieuwing van de erkenning ambtshalve geweigerd.

      De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning wordt ingediend ten laatste zes maanden voor het verstrijken van de termijn van de eerste erkenning, overeenkomstig de bepalingen van artikel II.6-3. Deze nieuwe erkenning wordt verleend voor een onbepaalde duur.

      Bij de aanvraag tot hernieuwing van de erkenning moeten de stukken die werden gevoegd bij het formulier bedoeld in artikel II.6-3 niet meer voorgelegd worden voor zover er zich betreffende deze stukken geen wijzigingen hebben voorgedaan.".

      Art. 6. Artikel II.6-7 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:

      "Art. II.6-7.- De erkenning...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT