9 APRIL 2017. - Wet betreffende het Europees beschermingsbevel

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Voorafgaande bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. Deze wet voorziet in de omzetting van richtlijn 2011/99/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende het Europees beschermingsbevel (Publicatieblad, 21 december 2011, L 338/2). Deze wet is van toepassing in het kader van de betrekkingen met lidstaten die gebonden zijn door richtlijn 2011/99/EU.

HOOFDSTUK 2. - Algemene beginselen

Art. 3. § 1. Deze wet regelt de erkenning van beschermingsmaatregelen, zoals bedoeld in artikel 4, op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie dan die waar de beschermingsmaatregel wordt uitgesproken. Deze wet stelt eveneens regels vast volgens welke een lidstaat toeziet op de naleving van de beschermingsmaatregelen.

§ 2. Het doel is bij te dragen tot de bescherming van slachtoffers of mogelijke slachtoffers van misdrijven, die in een andere lidstaat dan die waar de beschermingsmaatregel wordt uitgesproken wonen of gaan wonen, dan wel verblijven of gaan verblijven.

Art. 4. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:

  1. Europees beschermingsbevel: een door de bevoegde autoriteit van een lidstaat genomen beslissing betreffende een beschermingsmaatregel, op grond waarvan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat, volgens haar eigen nationale recht, passende maatregelen neemt om een onafgebroken bescherming te waarborgen van de beschermde persoon;

  2. beschermingsmaatregel: een beslissing in strafzaken die wordt genomen in de beslissingsstaat overeenkomstig het nationale recht en de nationale procedures op grond waarvan een of meer verboden of beperkingen, zoals bedoeld in artikel 5, worden opgelegd aan een gevaar veroorzakende persoon om een beschermde persoon te beschermen tegen een misdrijf die zijn leven, fysieke of psychologische integriteit, waardigheid, persoonlijke vrijheid of seksuele integriteit in gevaar kan brengen;

  3. beschermde persoon: een natuurlijke persoon die bescherming geniet op grond van een beschermingsmaatregel die is genomen in de beslissingsstaat;

  4. gevaar veroorzakende persoon: de natuurlijke persoon aan wie een of meer verboden of beperkingen zijn opgelegd, zoals bedoeld in artikel 5;

  5. beslissingsstaat: de lidstaat van de Europese Unie waar de beschermingsmaatregel is genomen die de basis vormt voor het Europees beschermingsbevel;

  6. tenuitvoerleggingsstaat: de lidstaat van de Europese Unie waaraan het Europees beschermingsbevel is toegezonden met het oog op erkenning;

  7. toezichtsstaat: de lidstaat van de Europese Unie waaraan een vonnis in de zin van artikel 3 van de wet van 21 mei 2013 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenningen op vonnissen en probatiebeslissingen met het oog op het toezicht op de probatievoorwaarden en de alternatieve straffen uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie of een beslissing inzake toezichtsmaatregelen in de zin van artikel 3 van de wet van 23 maart 2017 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis is toegezonden;

  8. certificaat: het document waarvan het model in bijlage 1 is opgenomen, ingevuld en ondertekend door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat die verklaart dat de inhoud correct is.

    Art. 5. Een Europees beschermingsbevel kan slechts worden uitgevaardigd indien er in de beslissingsstaat eerst een beschermingsmaatregel is genomen die aan de gevaar veroorzakende persoon een of meer van de volgende verboden of beperkingen oplegt:

  9. een verbod tot het betreden van bepaalde locaties, bepaalde plaatsen of bepaalde omschreven gebieden waar de beschermde persoon verblijft of die door hem worden bezocht;

  10. een verbod op of een regeling van de contacten, onder welk vorm ook, met de beschermde persoon, inclusief per telefoon, elektronische of gewone post, fax of enige andere wijze; of

  11. een verbod de beschermde persoon tot binnen een bepaalde afstand te benaderen, of een regeling ter zake.

    Art. 6. De beschermde persoon, zijn voogd of vertegenwoordiger kan een verzoek tot het uitvaardigen van een Europees beschermingsbevel richten aan de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat, of aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat.

    Art. 7. Alle officiële mededelingen worden rechtstreeks door de bevoegde autoriteiten uitgewisseld. De bevoegde Belgische autoriteiten raadplegen tevens de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken lidstaat telkens als de situatie dit vereist.

    Art. 8. Het Europees beschermingsbevel, uitgevaardigd overeenkomstig het certificaat in bijlage 1, wordt toegezonden op zodanige wijze dat dit schriftelijk kan worden vastgelegd.

    Art. 9. De kosten die uit de toepassing van deze wet voortvloeien worden door België gedragen, met uitzondering van de kosten die uitsluitend op het grondgebied van de andere lidstaat zijn gemaakt.

    HOOFDSTUK 3. - Procedure inzake de erkenning...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT