8 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van subsidies voor de aanplanting van heggen, houtwallen, boomgaarden, bomenrijen en voor het onderhoud van knotbomen

De Waalse Regering,

Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, artikel 37, gewijzigd bij het decreet van 22 mei 2008;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 betreffende de toekenning van toelagen voor de aanplanting en het onderhoud van heggen, boomgaarden en bomenrijen ;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 april 2016;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 april 2016;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature" (Waalse Hoge Raad voor het Natuurbehoud), gegeven op 24 mei 2016;

Gelet op het verslag van 23 juni 2016 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen ;

Gelet op advies nr. 59.678/2/V van de Raad van State, uitgebracht op 8 augustus 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op resolutie nr. 1 (1989) van het Vast Comité van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa betreffende de bepalingen met betrekking tot bescherming van de habitats, aangenomen door het Vast Comité op 9 juni 1989;

Gelet op de fundamentele ecosystemische functie (milieu, klimaat, landbouwkunde, landschap en economie) van de heggen, boomgaarden en bomenrijen, evenals van de knotbomen als habitats voor een karakteristieke fauna en flora;

Gelet op het belang om boslandbouw te ontwikkelen, zowel voor de milieus die door diens toedoen ontstaan als voor de globale groei van de daaruit voortvloeiende land- en bosbouwproductie ;

Op de voordracht van de Minister van Natuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen en toepassingsgebied

Artikel 1. Voor de uitvoering van dit besluit en uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder :

  1. heg : verzameling inlandse struiken en bomen die op een korte afstand van elkaar geplant worden om een dichtbegroeide strook van hoofdzakelijk struiken te vormen die een perceel afzomen of in dat perceel staan. De heg kan meerdere vormen aannemen : gesnoeide haag, vrij groeiende haag, windscherm of beboste strook;

  2. gesnoeide haag : heg die op een bepaalde breedte en hoogte wordt gehouden door regelmatige snoeibeurten ;

  3. vrije haag : heg met een variabele hoogte en breedte waarvan de groei enkel ingeperkt wordt door een occasionele of periodieke snoeibeurt;

  4. windscherm : vrije haag die bomen en struiken telt en door het aanplanten van meerdere rangen diep kan worden;

  5. beboste strook : aanplanting van meerdere rangen die bomen en struiken bevat met een maximumbreedte van tien meter;

  6. knotboom : boom waarvan de vorm gewijzigd wordt door het knotten van de stam en het regel- en stelselmatig snoeien van de scheuten;

  7. houtwal : de aanplanting van één of meerdere rangen bomen of struiken, maximum tien meter breed, die via wortelsnoei onderhouden wordt;

  8. boomgaard : aanplanting van voormalige hoogstammige fruitboomsoorten met een stam waarvan de minimumhoogte één meter tachtig bedraagt ;

  9. bomenrij : bomen die op één enkele of in een dubbele rij staan ;

  10. rang : rij struiken of bomen ;

  11. Departement : het Departement Natuur en Bossen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst ;

  12. perceel : perceel opgenomen in het kadastraal plan ;

  13. de Minister : de Minister van Natuur ;

  14. entomofyle soort : plantensoort met bestuiving door insecten.

    Art. 2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt er een subsidie toegekend aan de eigenaars van gronden, gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest, of aan de houders van een recht dat het gebruik van zulke goederen tot gevolg heeft, voor :

  15. de aanplanting van een heg, een houtwal, een boomgaard of een bomenrij ;

  16. het onderhoud van knotbomen.

    Betreffende 2° bestaat het knotten uit het snoeien, om de vier tot twaalf jaar, van de takken op de afgeknotte kruin, afhankelijk van de soort, evenals uit het vervangen van dode bomen.

    Art. 3. Voor de subsidie bedoeld in artikel 2 komen niet in aanmerking :

  17. werken uitgevoerd op een grond gelegen in bosgebied of op gronden die beheerd worden krachtens een overeenkomst met het Departement voor zover het Departement er de beheerskosten op zich neemt ;

  18. het voornemen tot aanplanting als compensatie- of herstelmaatregel, opgelegd naar aanleiding van het verstrekken van een vergunning of van elke andere beslissing vanwege een bestuurlijke overheid of een rechtbank ;

  19. het voornemen tot aanplanting met als gevolg een negatieve impact op habitats van communautair belang of van erfgoedbelang of op habitats voor beschermde soorten ;

  20. de aanvraag met betrekking tot een tot een subsidiegerechtigde behorend of door hem ingenomen perceel waarop hij met of zonder vergunning binnen de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag een heg van inlandse soorten, een boomgaard, alleenstaande bomen of bomenrijen heeft vernietigd.

    Voor de toepassing van lid 1, 3°, wordt het Departement door de inspecteur-generaal van bedoeld Departement of diens gemachtigde, wanneer een subsidieaanvraag wordt ingediend, verzocht na te gaan welke impact het voornemen tot aanplanting heeft op de habitats waarvan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT