8 OKTOBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 36, 38, 46, 63, 116 en 130ter van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, en § 1septies, tweede en derde lid, en § 1octies, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 april 2017;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 mei 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 14 juli 2017;

Gelet op het advies 62.019/1/V van de Raad van State, gegeven op 12 september 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. - In artikel 27, 6°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 1992, worden de woorden "en aanvaard door de directeur van het werkloosheidsbureau" opgeheven.

Art. 2. - In artikel 36, § 2, 5°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 november 1995, worden de woorden "met de criteria vermeld in artikel 94" vervangen door de woorden "met de leeftijd van de werkzoekende, de reeds gevolgde studies, zijn geschiktheden en zijn beroepsverleden, met de aard van de stage en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt die deze stage de jongere kan bieden".

Art. 3. - Artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2012, wordt vervangen door de volgende bepaling :

« 12° de dagen waarop effectief een beroepsopleiding in de zin van artikel 27, 6°, waarvan het aantal uur per cyclus gemiddeld minstens 18 uur per week bedraagt, werd gevolgd of waarop de werknemer actief was in het kader van een stage bedoeld in artikel 36quater, ten belope van ten hoogste 96 dagen.".

Art. 4. - Artikel 46, § 1, eerste lid, 6°, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepalingen :

"6° de voordelen die worden toegekend aan de werknemer in het kader van, tijdens of ten gevolge van een opleiding, studies, een stage of een leertijd, ongeacht de betalingswijze en het tijdstip...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT