8 MEI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's en betreffende het register van de beeldverwerkingsactiviteiten van bewakingscamera's

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ;

Gelet op de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, de artikelen 5, § 3, derde en vierde lid, 6, § 2, derde en vierde lid, en 7, § 2, derde en vijfde lid, gewijzigd door de wet van 21 maart 2018, en de artikelen 7/3, § 1, derde en vierde lid, en 7/4, ingevoegd door de wet van 21 maart 2018;

Gelet op het advies van de Raad van burgemeesters, gegeven op 20 maart 2018;

Gelet op het advies nr. 24/2018 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 21 maart 2018;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 maart 2018;

Gelet op het advies nr. 63.244/2 van de Raad van State, gegeven op 25 april 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Veiligheid en van Binnenlandse Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. « de algemene verordening gegevensbescherming »: de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

  2. « de wet van 21 maart 2007 »: de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's;

  3. « aangifte »: de mededeling door de verantwoordelijke voor de verwerking van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, zoals bedoeld in de artikelen 5, § 3, derde lid, 6, § 2, derde lid, 7, § 2, derde lid, en 7/3, § 1, derde lid, van de wet van 21 maart 2007;

  4. « de aangever »: de persoon die een aangifte tot plaatsing of gebruik van bewakingscamera's indient, zijnde de verantwoordelijke voor de verwerking dan wel de door hem aangewezen persoon;

  5. « register van beeldverwerkingsactiviteiten »: het register bedoeld in de artikelen 5, § 3, vierde lid, 6, § 2, vierde lid, 7, § 2, vijfde lid en 7/3, § 1, vierde lid, van de wet van 21 maart 2007.

    HOOFDSTUK 2. - Aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's

    Art. 2. De aangifte van de plaatsing en het gebruik van een camerabewakingssysteem gebeurt op elektronische wijze via het centraal e-loket voor de aangifte van bewakingscamera's dat door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ter beschikking wordt gesteld.

    De toegang tot dit elektronisch loket is gratis en gebeurt op drie manieren:

  6. met de elektronische identiteitskaart van de aangever;

  7. met een unieke veiligheidscode toegekend aan de aangever via een mobiele applicatie;

  8. met een « burgertoken » afgeleverd aan de aangever, op aanvraag, door de Algemene Directie Digitale...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT