8 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de uitvoering van het decreet van 7 september 2023 betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed

De Regering van de Franse Gemeenschap,

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 20, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 7 september 2023 betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed, de artikelen 2, tweede lid, 11, § 1, 12, § 1, 13, §§ 1 en 2, 14, 17, §§ 1 en 2, 18, 19, 20 en 23;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 september 2003 betreffende de titels van levendige culturele schat en meesterwerk van het mondeling en immaterieel patrimonium en betreffende de toekenning van subsidies aan de personen die deze titel hebben gekregen en aan de operateurs die de evenementen organiseren waarvoor die titels werden toegekend;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2019 houdende regeling van haar werking;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;

Gelet op de « gendertest » uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016 houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 september 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 september 2023;

Gelet op het advies van Overlegkamer van het cultureel erfgoed, gegeven op 16 oktober 2023;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 74.944/4, gegeven op 24 januari 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet : het decreet van 7 september 2023 betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed;

  2. Minister : het lid van de Regering dat bevoegd is voor het cultureel erfgoed;

  3. Administratie : de Directie van het Cultureel erfgoed van de Algemene Administratie Cultuur;

  4. Commissie : de Commissie voor het cultureel erfgoed bedoeld in de artikelen 82 en volgende van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur;

  5. Workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed : elke culturele operator die voldoet aan de voorwaarden van artikel 16 van het decreet en die een of meer activiteiten uitoefent bedoeld in artikel 14 van het decreet;

  6. erkenning : de erkenning als emblematisch element in de zin van artikel 3 van het decreet;

  7. inschrijving : de inschrijving van een element van immaterieel cultureel erfgoed op de vrijwaringslijst bedoeld in artikel 7 van het decreet;

  8. beschermde cultuurgoederen: roerende cultuurgoederen die gerangschikt zijn als schat of die opgenomen zijn op de lijst van de goederen die van belang zijn voor het erfgoed overeenkomstig de artikelen 4 en 9 van het decreet van 17 maart 2022 de bescherming van het roerend cultureel erfgoed;

  9. deskundige : een natuurlijke persoon die in het kader van een of geen beroepsactiviteit blijk geeft van een bijzondere vaardigheid, kennis of ervaring op het gebied van cultuurbeleid.

    HOOFDSTUK 2. - Model van handvest

    Art. 2. De Minister bepaalt het model van handvest bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet.

    HOOFDSTUK 3. - Erkennings- en inschrijvingsprocedures

    Art. 3. § 1. De beslissing om te beginnen met een erkennings- of inschrijvingsprocedure wordt genomen door de Administratie :

  10. op eigen initiatief;

  11. of op aanvraag van een persoon bedoeld in paragraaf 2.

    § 2. De erkennings- of inschrijvingsaanvragen worden ingediend bij de Administratie via het door de Administratie verstrekte formulier.

    De aanvraag kan ingediend worden :

  12. door één of meer vertegenwoordigers van de betrokken erfgoedgemeenschap;

  13. door een workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed;

  14. door één of meer leden van de Commissie.

    Art. 4. § 1. De dossiers voor de inschrijvingsaanvraag moeten de volgende informatie bevatten :

  15. de identificatie van het culturele domein of de culturele domeinen waartoe het element behoort ;

  16. de identificatie van het grondgebied of de grondgebieden waar het element wordt uitgeoefend;

  17. om aan te tonen dat het element gebaseerd is op de traditie sinds verschillende generaties :

    1. belangrijke historische merktekens van het element;

    2. de evolutie, de aanpassingen en, in voorkomend geval, de ontleningen van het element aan andere praktijken in België of in het buitenland;

  18. om aan te tonen dat het element nog leeft en tot uitdrukking wordt gebracht door een erfgoedgemeenschap, een groep of, indien van toepassing, individuen die het erkennen als een uitdrukking van hun culturele identiteit :

    1. een beschrijving van de erfgoedgemeenschap in al haar componenten;

    2. een beschrijving van de kennis, vaardigheden en praktijken die deel uitmaken van het element, evenals de instrumenten, voorwerpen, artefacten en culturele ruimten die ermee verbonden zijn;

    3. de manier waarop het gevoel van identiteit, erbij horen en continuïteit van de erfgoedgemeenschap wordt uitgedrukt;

  19. om aan te tonen dat de erfgoedgemeenschap instemt met de procedure, toestemmingsbrieven afgeleverd door haar verschillende onderdelen en waarbij één van hen wordt gemandateerd om hen te vertegenwoordigen tegenover de Administratie;

  20. om aan te tonen dat de erfgoedgemeenschap de principes vermeld in artikel 2 van het decreet naleeft, het model van handvest bedoeld in artikel 2, ondertekend door de aanvrager en door de onderdelen van de erfgoedgemeenschap die instemmen met de procedure ;

  21. aantonen dat het element voortdurend herschapen wordt door de erfgoedgemeenschap waaruit het voortkomt, volgens de omgeving, haar geschiedenis en de evolutie van de maatschappij;

  22. aantonen dat de erfgoedgemeenschap van plan is om de kennis, vaardigheden en praktijken die deel uitmaken van het element, mondeling, door imitatie of op andere manieren over te dragen, en de geplande of ondernomen methodes om te leren en over te dragen.

    § 2. De dossiers voor de erkenningsaanvraag als emblematisch element moeten de informatie opgesomd in paragraaf 1, 1° tot 7° bevatten alsook :

  23. het aantonen dat de erfgoedgemeenschap de kennis, vaardigheden en praktijken die deel uitmaken van het element leert en overdraagt, hetzij mondeling, door imitatie of op andere manieren, en een lijst van de ondernomen methodes om te leren en over te dragen alsook van de personen of organisaties betrokken bij de overdracht ;

  24. het aantonen dat de erfgoedgemeenschap, alleen of met de steun van een workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed, een reflectieproces heeft gedefinieerd dat gericht is op het evalueren van de risico's en bedreigingen die een impact kunnen hebben op de levensvatbaarheid van het element of op de betrokkenheid van de groepen of individuen die het element beoefenen;

  25. het aantonen dat de erfgoedgemeenschap, alleen of met de steun van een workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed, vrijwaringsacties uitvoert die gericht zijn op het verzekeren van de levensvatbaarheid van het element door middel van ten minste drie van de volgende vijf vormen van vrijwaring :

    1. identificatie, documentatie, onderzoek;

    2. bewaring, bescherming;

    3. waardering, bewustmaking, communicatie;

    4. overdracht, hoofzakelijk via formeel of niet-formeel onderwijs;

    5. de verschillende aspecten van dit element nieuw leven inblazen.

    Art. 5. § 1. De Administratie stelt voor elk dossier een verslag op dat betrekking heeft op de naleving van de erkennings- of inschrijvingsvoorwaarden.

    § 2. Ontvankelijke dossiers worden door de Administratie op de agenda geplaatst van de eerstvolgende vergadering van de Commissie die gewijd is aan de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed.

    De dossiers die niet door de Commissie kunnen worden behandeld, worden automatisch uitgesteld tot de agenda van de volgende vergadering.

    Het advies van de Commissie wordt samen met het onderzoeksverslag door de Administratie doorgestuurd naar de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT