7 OKTOBER 2015. - Ministerieel besluit met betrekking tot de minimale kwaliteitseisen en de vergoeding van de multidisciplinaire teams en met betrekking tot de erkenning van multidisciplinaire teams in de integrale jeugdhulp

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse minister van Onderwijs,

Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 22, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014 betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 35;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 juni 2015;

Overwegende dat het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp aan de Vlaamse Regering de bevoegdheid geeft om de voorwaarden en de procedure te bepalen voor de erkenning en de subsidiëring van multidisciplinaire teams; dat hetzelfde decreet de kernopdrachten bepaalt voor de multidisciplinaire teams namelijk de aanlevering van diagnostiek aan de toegangspoort, de aanmelding van minderjarigen bij de toegangspoort en de indiening bij de toegangspoort van een voorstel van indicatiestellingsverslag in termen van typemodules voor de minderjarigen;

Overwegende dat het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014 betreffende de integrale jeugdhulp, gewijzigd bij besluit van 6 februari 2015, de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen en voor het gezondheidsbeleid, mandateert om de erkenningsprocedure te bepalen en om bijkomende kwaliteitseisen te bepalen voor de multidisciplinaire teams; dat hetzelfde besluit de minister de bevoegdheid geeft om de hoogte van de vergoedingen voor de multidisciplinaire teams te bepalen en om te bepalen of de voorzieningen, vermeld in artikel 35, paragraaf 1, van hetzelfde besluit, recht hebben op een vergoeding,

Besluiten :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. adviesrapport : een rapport als vermeld in artikel 9, § 3, 6°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van personen met een handicap;

  2. agentschap : het intern verzelfstandigd agentschap Jongerenwelzijn, als vermeld in artikel 59 van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

  3. besluit van 21 februari 2014 : het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014 betreffende de integrale jeugdhulp;

  4. decreet van 12 juli 2013 : het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

  5. inschalingsverslag : een gemotiveerde inschaling van de beperkingen en behoeften op het vlak van algemene en instrumentele assistentie bij de handelingen van het dagelijkse leven als vermeld in artikel 6, tweede lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap;

  6. samenwerkingsverband : het geformaliseerde samenwerkingsverband, vermeld in artikel 35, § 2, tweede lid, van het besluit van 21 februari 2014;

  7. team : het team binnen de voorziening of het samenwerkingsverband dat door de leidend ambtenaar van het agentschap erkend is als multidisciplinair team ter uitvoering van artikel 35, § 2, van het besluit van 21 februari 2014 en dat diagnostiek kan aanbieden aan de toegangspoort in functie van de aanvraag van niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening bij de toegangspoort;

  8. voorzieningen : de jeugdhulpaanbieders en andere voorzieningen die jeugdhulpverlening aanbieden.

    HOOFDSTUK 2. - Minimale kwaliteitseisen met betrekking tot de werking als team

    Art. 2. Om erkend te kunnen worden door het agentschap als multidisciplinair team als vermeld in artikel 35, § 2, van het besluit van 21 februari 2014, voldoet het team, met behoud van de voorwaarden voor erkenning, vermeld in het voormelde artikel, aan de volgende kwaliteitseisen met betrekking tot de werking van het team :

  9. in elk team :

    1. bestaat de staf ten minste uit :

      1) een master in de Psychologische, Pedagogische of Orthopedagogische Wetenschappen;

      2) een houder van een diploma van Maatschappelijk Assistent uitgereikt door het hoger onderwijs korte type, of een diploma Orthopedagogie of Sociaal Verpleger, uitgereikt door het hoger onderwijs korte type, met professionele ervaring inzake indicatiestelling binnen de jeugdhulp, of een diploma, uitgereikt door het hoger onderwijs van één cyclus, behaald in de richting of afdeling Psychologie, Orthopedagogie, Sociale Wetenschappen, Sociale Re-adaptatiewetenschappen of Gezinswetenschappen met professionele ervaring inzake indicatiestelling binnen de jeugdhulp, of een diploma van het universitair onderwijs van de eerste cyclus of de tweede cyclus, behaald in de richting Orthopedagogie of Pedagogische Wetenschappen, Psychologie, Sociale Wetenschappen, Sociologie, Agogische Wetenschappen, Communicatiewetenschappen of Criminologische Wetenschappen met professionele ervaring inzake indicatiestelling binnen de jeugdhulp.

    2. kan beroep gedaan worden op een doctor in de genees-, heel- en verloskunde;

  10. de vertegenwoordigers van de disciplines, vermeld in punt 1°, a), 1) en 2), en b), beraadslagen samen over een dossier voor ze het aanvraagdocument indienen bij de toegangspoort en ondertekenen elk het aanvraagdocument dat wordt bijgehouden door het team;

  11. het team laat het aanvraagdocument ondertekenen door de minderjarige, zijn ouders en, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken en houdt het ondertekende aanvraagdocument bij in het dossier;

  12. minstens één lid van het team heeft aantoonbare professionele ervaring in de jeugdhulpverlening;

  13. het team of minstens één lid van het team neemt deel aan de opleidingen en intervisie waarvoor het door het agentschap wordt uitgenodigd;

  14. het team informeert de minderjarige, zijn ouders en, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken over :

    1. hun rechten, vermeld in artikel 46 van het decreet van 12 juli 2013;

    2. de mogelijkheid om zich tijdens het proces bij de toegangspoort te laten bijstaan door een vertrouwenspersoon als vermeld in artikel 24 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp;

    3. de klachtenprocedure binnen de eigen voorziening en de mogelijkheid om een tweede indicatiestelling te vragen aan de toegangspoort, vermeld in artikel 24 van het decreet van 12 juli 2013;

    4. het feit dat het team geen enkele vergoeding of beloning mag vragen of aanvaarden om het aanvraagdocument op te stellen;

  15. nadat de minderjarige, zijn ouders en, in voorkomend geval, zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT