7 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 7, 10, 24, 31, 35, 46 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Dit ontwerp van koninklijk besluit wijzigt het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft in het kader van de deeleconomie en ten aanzien van de telecommunicatiediensten, de radio- en televisieomroepdiensten en elektronische diensten verricht voor niet-belastingplichtigen. Het ontwerp wijzigt ook hetzelfde besluit en het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde wat de verplichtingen van de curator betreft. Het ontwerp wijzigt verder het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde wat de regeling van de passieve veredeling betreft alsook het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de zelfstandige groeperingen van personen, de gewijzigde bepalingen met betrekking tot de bijzondere regelingen die van toepassing zijn op de telecommunicatiediensten, de radio- en televisie-omroepdiensten of de langs elektronische weg verrichte diensten voor niet-belastingplichtige personen en tenslotte de modaliteiten van de optie tot belastingheffing inzake de verhuur van onroerende goederen uit hun aard. Het ontwerp wijzigt tevens het koninklijk besluit nr. 35 van 28 december 1999 tot invoering van een forfaitaire maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde op de winstmarge van reisbureaus. Dit ontwerp wijzigt verder het koninklijk besluit nr. 46 van 29 december 1992 tot regeling van de aangifte van de intracommunautaire verwerving van vervoermiddelen en van de betaling van de ter zake verschuldigde btw alsook het koninklijk besluit nr. 56 van 9 december 2009 met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf wat de vervaltermijn betreft voor de teruggaaf van de belasting voor bepaalde handelingen verricht door een niet in België gevestigde belastingplichtige. Ten slotte brengt dit ontwerp technische aanpassingen betreffende de Europese wetgeving aan aan het koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen.

De tekst van dit ontwerp houdt rekening met alle punten van het advies nr. 66.447/1/V van de Raad van State van 7 augustus 2019.

De tekst van dit ontwerp houdt rekening met aanbeveling 3 van het advies nr. 160/2019 van de Gegevensbeschermingsautoriteit van 27 september 2019. Aanbeveling 2 van het advies zal ten uitvoer worden gelegd door een toekomstige wijziging in het Btw-Wetboek (hierna: "Wetboek"). De andere twee aanbevelingen worden niet gevolgd.

HOOFDSTUK 1. - Deeleconomie

Artikel 1

De wetgever heeft het mogelijk gemaakt om in het kader van de deeleconomie een beperkte activiteit uit te oefenen met minimale administratieve lasten.

Wat de belasting over de toegevoegde waarde betreft, heeft artikel 40 van de programmawet van 1 juli 2016 (Belgisch Staatsblad van 4 juli 2016, 2e editie), artikel 50 van het Wetboek aangevuld met een paragraaf 4 die bepaalt dat onder bepaalde voorwaarden de belastingplichtige natuurlijke personen die actief zijn in de deeleconomie niet voor btw-doeleinden worden geïdentificeerd.

Desondanks zou dergelijke belastingplichtige overeenkomstig artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: koninklijk besluit nr. 1), in uitzonderlijke gevallen ertoe gehouden zijn om voor sommige diensten die hij verricht voor de privé-behoeften van natuurlijke personen een factuur uit te reiken.

Dergelijke belastingplichtige zou evenwel niet in staat zijn om alle vereiste vermeldingen bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit n° 1 op die factuur op te nemen, aangezien de essentie van de vereenvoudigingsregeling in het kader van de deeleconomie erin bestaat dat de betrokken belastingplichtigen niet voor btw-doeleinden worden geïdentificeerd. Het uitreiken van facturen druist bovendien in tegen de geest van de regeling die ertoe strekt om de betrokken belastingplichtigen van zoveel mogelijk administratieve verplichtingen te ontheffen.

In het kader van de voormelde vereenvoudiging worden de in artikel 50, § 4, van het Wetboek bedoelde belastingplichtigen er daarom eveneens van ontheven om facturen uit te reiken voor de diensten bestemd voor het privégebruik van natuurlijke personen. Artikel 1 van dit ontwerp vult in die zin artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 1 aan met een nieuw tweede lid.

HOOFDSTUK 2. - Factureringsregels van toepassing op telecommunicatiediensten, radio- en televisieomroepdiensten en elektronische diensten verricht voor niet-belastingplichtigen

Artikel 2

Artikel 53decies, § 1, derde lid, van het Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 februari 2019 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde met betrekking tot de behandeling van vouchers en de bijzondere regelingen voor telecommunicatiediensten, radio- en televisieomroepdiensten of elektronische diensten verricht voor niet-belastingplichtigen (Belgisch Staatsblad van 22 februari 2019, 1e editie), (hierna: "wet van 11 februari 2019"), bepaalt dat inzake de bijzondere regelingen bedoeld in de artikelen 58ter en 58quater van het Wetboek, de facturering onderworpen is aan de regels die van toepassing zijn in de lidstaat waar de dienstverrichter of leverancier die gebruikmaakt van één van die bijzondere regelingen, is geïdentificeerd voor btw-doeleinden. Die nieuwe bepaling vormt de omzetting van artikel 219bis, lid 2, b), van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "btw-richtlijn").

Ingevolge de inwerkingtreding, op 1 januari 2019, van artikel 53decies, § 1, derde lid, van het Wetboek, is België nu de bevoegde lidstaat inzake factureringsregels voor:

- de telecommunicatiediensten, radio- en televisieomroepdiensten of de elektronische diensten die plaatsvinden in België of in een andere lidstaat en die worden verricht door een dienstverrichter die gevestigd is in een derde land die in België de bijzondere regeling bedoeld in artikel 58ter van het Wetboek toepast ("niet-Unieregeling") en die dienovereenkomstig in België voor btw-doeleinden is geïdentificeerd;

- de telecommunicatiediensten, radio- en televisieomroepdiensten en de elektronische diensten die plaatsvinden in een andere lidstaat en die worden verricht door een dienstverrichter die gevestigd is in België die de bijzondere regeling bedoeld in artikel 58quater van het Wetboek toepast ("Unieregeling").

Die bevoegdheid heeft zowel betrekking op de verplichting om een factuur uit te reiken als op de bepaling van de verplichte factuurvermeldingen. Ten aanzien van dat eerste punt bepaalt artikel 53, § 2, eerste lid, 1°, van het Wetboek dat de belastingplichtige die leveringen van goederen of diensten verricht voor een niet-belastingplichtige rechtspersoon een factuur moet uitreiken aan zijn medecontractant.

De combinatie van die bepalingen heeft tot gevolg dat een in België voor btw-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige die gebruik maakt van één van de regelingen bedoeld in artikel 58ter of 58quater van het Wetboek en een dienst verricht voor een niet-belastingplichtige rechtspersoon die plaatsvindt in een andere lidstaat, een factuur moet uitreiken aan die persoon met de verplichte vermeldingen bedoeld in artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit nr. 1.

Eén van die verplichte vermeldingen, bedoeld in artikel 5, § 1, 9°, van het koninklijk besluit nr. 1, heeft betrekking op de tarieven van de belasting en het totaalbedrag van de te betalen of te regulariseren belasting. Die bepaling, ook al maakt ze strikt genomen geen formeel onderscheid, heeft steeds betrekking gehad op de tarieven van de Belgische btw en op de Belgische btw die in rekening werd gebracht. Sinds de inwerkingtreding van artikel 53decies, § 1, derde lid, van het Wetboek, is België voor het eerst ook bevoegde lidstaat met betrekking tot de factureringsregels in een situatie waarin een belastingplichtige die voor btw-doeleinden is geïdentificeerd in België btw van een andere lidstaat in rekening moet brengen.

De huidige bewoordingen van artikel 5, § 1, 9°, van het koninklijk besluit nr. 1 laten aldus niet toe om op een ondubbelzinnige wijze te garanderen dat voormeld geval is afgedekt door die bepaling. Om maximale rechtszekerheid te garanderen en om te verzekeren dat in dat bijzondere geval het bedrag aan buitenlandse btw correct in rekening wordt gebracht op de factuur die wordt uitgereikt door de belastingplichtige die in België voor btw-doeleinden is geïdentificeerd, wijzigt artikel 2 van dit ontwerp aldus artikel 5, § 1, 9°, van het koninklijk besluit nr. 1, om de dienstverrichter te verplichten op de factuur die hij uitreikt aan zijn medecontractant niet alleen de btw-tarieven en het btw-bedrag op te nemen maar ook een vermelding die aanduidt dat wanneer de bedoelde handeling plaatsvindt in een andere lidstaat van de Gemeenschap, het tarief en de te betalen of te regulariseren belasting die lidstaat betreffen.

Een eenvoudige vermelding van de betrokken lidstaat op de factuur is voldoende, naast die van het tarief en/of...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT