7 MAART 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot vaststelling van het statuut van de syndicale afvaardigingen (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot vaststelling van het statuut van de syndicale afvaardigingen.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 maart 2021.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P.-Y. DERMAGNE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren

Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2020

Vaststelling van het statuut van de syndicale afvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 29 september 2020 onder het nummer 160982/CO/202)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202), met uitsluiting van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01).

HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2. De ondernemingshoofden erkennen dat hun bedienden, aangesloten bij een van de ondertekenende representatieve organisaties voor bedienden, het recht hebben zich bij hen te laten vertegenwoordigen door een syndicale afvaardiging waarvan het statuut bij deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt geregeld.

Art. 3. De ondernemingshoofden gaan de verbintenis aan de syndicale afvaardiging van hun bedienden te ontvangen, generlei druk op het personeel uit te oefenen om te verhinderen dat ze tot een syndicale organisatie zou toetreden, noch aan niet gesyndiceerde bedienden blijken van voorkeur te geven ten overstaan van gesyndiceerde bedienden.

Art. 4. De syndicale afgevaardigden van het bediendenpersoneel moeten in alle omstandigheden :

- een geest van rechtvaardigheid, van billijkheid en verzoeningsgezindheid aan de dag leggen;

- elke tekortkoming aan de sociale wetgeving, het arbeidsreglement van de onderneming en de collectieve arbeidsovereenkomsten, alsook aan de arbeidstucht en aan het beroepsgeheim persoonlijk vermijden en door hun collega's doen vermijden;

- het optreden van de leiding van de onderneming en haar vertegenwoordigers op verschillende gezagsposten niet bemoeilijken.

Art. 5. De ondertekenende syndicale organisaties van bedienden gaan de verbintenis aan de vrijheid van vereniging te eerbiedigen en te zorgen dat hun leden uit hun syndicale propaganda alle methoden weren die niet overeen te brengen zijn met collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, noch met deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De ondertekenende representatieve werknemersorganisaties verbinden zich ertoe aan hun aangesloten organisaties aan te bevelen :

- zich onderling akkoord te stellen en daartoe eventueel beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité, voor het aanwijzen van een gemeenschappelijke syndicale afvaardiging, met inachtname van hun respectievelijke vertegenwoordiging;

- er voor te zorgen dat de aangewezen afgevaardigden of voor verkiezing voorgedragen kandidaten zouden worden gekozen voor het gezag, waarover zij in het uitvoeren van hun functies moeten beschikken evenals voor hun bekwaamheid.

HOOFDSTUK III. - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging

Art. 6. De bevoegdheden van de syndicale afvaardiging hebben ondermeer betrekking op :

  1. de arbeidsverhoudingen;

  2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve overeenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de collectieve overeenkomsten of akkoorden die op andere niveaus zijn gesloten;

  3. de betwistingen betreffende de toepassing op het gesyndiceerd personeel van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de individuele arbeidsovereenkomsten;

  4. de naleving van de algemene beginselen bepaald in de preambule van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van de Nationale Arbeidsraad, en in de artikelen 2 tot en met 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

    Art. 7. Elke klacht moet door de belanghebbenden aan het ondernemingshoofd of aan zijn vertegenwoordigers worden gedaan langs de hiërarchische weg.

    De individuele of gezamenlijke klachten waaraan binnen de twee weken niet is voldaan op de wijze vermeld in vorig lid, kunnen door de syndicale afvaardiging worden voorgelegd aan het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordigers.

    Art. 8. De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger te worden gehoord naar aanleiding van elk geschil of betwisting van collectieve aard die zich in de onderneming voordoet; zij heeft hetzelfde recht, wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan.

    Het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger zal de syndicale afvaardiging zo spoedig mogelijk ontvangen en uiterlijk binnen de twee weken na het indienen van het verzoek. Gehoor wordt aldus verleend naar aanleiding van elke betwisting aangaande de in bovenstaand artikel 6 opgesomde aangelegenheden.

    Art. 9. Teneinde de in voorgaand artikel 8 bedoelde geschillen of betwistingen te voorkomen, moet de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk door het ondernemingshoofd worden ingelicht over de veranderingen welke de contractuele of gebruikelijke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT