7 JULI 2017. - Decreet betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Decreet betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2. Dit decreet wordt aangehaald als: Wijk-werkendecreet van 7 juli 2017.

HOOFDSTUK 2. - Wijk-werken

Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 3. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  1. gebruiker: de natuurlijke persoon, rechtspersoon, overheidsinstelling of feitelijke vereniging die wijk-werkcheques gebruikt om wijk-werkactiviteiten te laten uitvoeren;

  2. gemeente: de gemeenten, vermeld in het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;

  3. OCMW: de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn;

  4. organisator: de rechtspersoon die de organisatie van het wijk-werken uitvoert;

  5. partnerorganisaties: de partnerorganisaties, vermeld in artikel 1, eerste lid, 25°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding;

  6. VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";

  7. werkzoekende: de werkzoekende, vermeld in artikel 1, eerste lid, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding;

  8. wijk-werkcheques: de papieren of elektronische cheques die gebruikt worden om wijk-werkers te vergoeden voor de activiteiten die ze in het kader van wijk-werken verrichten;

  9. wijk-werken: een maatregel met als doel het opdoen van werkervaring door het uitvoeren van activiteiten bij gebruikers in het kader van een traject naar werk;

  10. wijk-werker: de natuurlijke persoon die activiteiten in het wijk-werken uitvoert.

    Art. 4. Er wordt een PWA-stelsel opgericht voor het Vlaamse Gewest in de zin van artikel 6, § 1, IX, 11°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, hierna het stelsel wijk-werken te noemen. In het stelsel wijk-werken verrichten wijk-werkers activiteiten bij gebruikers. Per gepresteerd uur ontvangt de wijk-werker een wijk-werkcheque van de gebruiker. Elk begonnen uur van prestaties geeft recht op een wijk-werkcheque.

    Het stelsel wijk-werken is toegankelijk voor werkzoekenden en gebruikers die hun domicilie of vestigingseenheid hebben in het Vlaamse Gewest, voor activiteiten die plaatsvinden in het Vlaamse Gewest.

    Art. 5. De volgende vier afzonderlijke partners zijn betrokken bij wijk-werken:

  11. de VDAB;

  12. de gemeente;

  13. de organisator;

  14. het OCMW.

    Art. 6. De VDAB of de partnerorganisaties leiden de niet-leefloongerechtigde werkzoekenden toe naar wijk-werken. De OCMW's leiden de leefloongerechtigden toe naar wijk-werken. Leefloongerechtigden dienen ingeschreven te worden als werkzoekende bij VDAB voor de start van wijk-werken, overeenkomstig artikel 11.

    In het eerste lid wordt verstaan onder leefloongerechtigde: de leefloongerechtigde, vermeld in artikel 2, 13°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding".

    De Vlaamse Regering bepaalt welke partnerorganisaties de toeleiding naar wijk-werken kunnen doen.

    Art. 7. Wijk-werken heeft als doelstelling om werkzoekenden met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt werkervaring te laten opdoen minstens gericht op het behoud van reeds verworven competenties. Dat gebeurt door het uitvoeren van maatschappelijk relevante activiteiten binnen een reële arbeidsmarktomgeving door middel van werkplekken op lokaal niveau bij een gebruiker. De werkzoekende kan werkervaring opbouwen in functie van een individueel traject naar werk dat gericht is op het normale economische circuit.

    Art. 8. Tijdens wijk-werken wordt de werkzoekende begeleid door de VDAB, de partnerorganisaties of de OCMW's om de doelstelling van het stelsel te verwezenlijken en de wijk-werker te ondersteunen. Die begeleiding omvat de volgende taken:

  15. het vastgelegde traject naar werk opstellen en opvolgen;

  16. het vastgelegde traject naar werk evalueren;

  17. het traject naar werk in overleg met de werkzoekende bijsturen.

    De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de toeleiding, de voorwaarden voor de toegang tot het wijk-werken, en de begeleiding tijdens het wijk-werken.

    Art. 9. De duurtijd van wijk-werken wordt voor elke werkzoekende individueel bepaald aan de hand van de te overbruggen afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Een wijk-werker kan maximaal twaalf maanden in het stelsel van wijk-werken activiteiten verrichten, berekend van datum tot datum.

    De maximumtermijn van twaalf maanden, vermeld in het eerste lid, geldt niet voor personen die op 30 september 2017 verbonden zijn met een PWA-arbeidsovereenkomst of aan wie minstens honderd PWA-cheques zijn uitbetaald in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 30 september 2017. Die personen worden ook begeleid door de VDAB, de partnerorganisaties of het OCMW met toepassing van artikel 8.

    De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de duurtijd, de schorsing, de hervatting en de stopzetting van wijk-werken.

    Afdeling 2. - Doelgroep

    Art. 10. Wijk-werken is een stelsel dat toegankelijk is voor werkzoekenden met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. De werkzoekende:

  18. heeft een gebrek aan werkervaring of recente werkervaring;

  19. verkeert niet in de mogelijkheid om minimaal een halftijdse professionele tijdsbesteding op te nemen, waardoor instroom in een andere maatregel niet haalbaar is in functie van een traject naar werk;

  20. kan na wijk-werken doorstromen naar een volgende stap in het traject naar werk.

    Als andere instrumenten beter passen in het traject naar werk van de werkzoekende, stapt de werkzoekende over naar andere instrumenten.

    Art. 11. De werkzoekende schrijft zich in als werkzoekende bij VDAB vóór wijk-werken wordt gestart.

    Tijdens wijk-werken blijft de werkzoekende beschikbaar voor de arbeidsmarkt, tenzij hij zich op een vrijstelling van beschikbaarheid kan beroepen.

    Afdeling 3. - Overeenkomst en statuut

    Art. 12. De wijk-werker sluit met de organisator een wijk-werkovereenkomst.

    In het eerste lid wordt verstaan onder wijk-werkovereenkomst: een PWA-arbeidsovereenkomst gesloten met toepassing van de wet van 7 april 1999 betreffende de PWA-arbeidsovereenkomst.

    Afdeling 4. - Regie en werkingsprincipes

    Art. 13. § 1. De gemeente heeft de volgende taken voor de regie van het wijk-werken:

  21. het detecteren van de lokale noden met betrekking tot activiteiten die niet worden uitgevoerd in het reguliere arbeidscircuit;

  22. het bepalen van lokale uitbreidingen of beperkingen op de lijst van activiteiten, zoals bepaald in artikel 27 van dit decreet;

  23. het bewaken van de lijst van activiteiten, zodat er geen verdringing van de reguliere arbeid kan zijn;

  24. het uitbouwen van een samenwerking en coördinatie met de VDAB en de organisator;

  25. het informeren en sensibiliseren van de gebruikers;

  26. het verzamelen en aanleveren aan de organisator van mogelijke werkplekken voor het verrichten van wijk-werken.

    § 2. De gemeente kan de taken, vermeld in paragraaf 1, zelf uitvoeren, of voor de uitvoering van die taken een samenwerkingsverband sluiten met andere gemeenten als vermeld in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, of een OCMW-vereniging oprichten als vermeld in titel VIII, hoofdstuk I, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

    Voor de taken, vermeld in paragraaf 1, maakt de gemeente gebruik van het platform, vermeld in afdeling 9.

    § 3...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT