6 NOVEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 november 2016.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het bouwbedrijf

Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2015

Statuut van de syndicale afvaardigingen

(Overeenkomst geregistreerd op 1 februari 2016 onder het nummer 131215/CO/124)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men : de arbeiders en arbeidsters.

HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2. De partijen die deze collectieve arbeidsovereenkomst ondertekenden, gelet op de wederzijdse aanvaarding van het syndicaal feit, gelet ook op de representatieve waarde van de leden die zij groeperen en overwegende dat die behoren tot een sector waarvan de activiteit zodanig verschillende aspecten en structuren vertoont dat op grond daarvan bijzondere bepalingen op sociaal gebied noodzakelijk zijn en met name wat de syndicale afvaardigingen betreft, hebben in gezamenlijk overleg dienaangaande aangepaste bepalingen vastgelegd.

Art. 3. De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de ondernemingshoofden en zij maken er een erepunt van hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.

De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de werknemers en zij maken er een erepunt van hen met rechtvaardigheid te behandelen. Zij verplichten zich er toe hun vrijheid van vereniging en de uitbreiding van hun organisatie in de onderneming direct noch indirect te hinderen.

Art. 4. De werkgevers mogen generlei druk uitoefenen op het personeel om te beletten bij een vakbond aan te sluiten en mogen aan de ongeorganiseerde werknemers geen andere voorrechten toekennen dan aan de georganiseerde werknemers.

De vakorganisaties van de werknemers verbinden er zich toe, onder eerbiediging van de vrijheid van vereniging, in de ondernemingen de praktijken van paritaire verhoudingen die met de geest van deze overeenkomst stroken, te doen in acht nemen.

HOOFDSTUK III. - Duur van het mandaat van de leden

van de syndicale afvaardiging

Art. 5. § 1. De leden van de syndicale afvaardiging worden aangewezen voor de periode tussen twee sociale verkiezingen waartoe door de regering wordt besloten.

Een mandaat van een syndicaal afgevaardigde loopt van dag Y van de sociale verkiezingen tot aan dag Y van de eerstvolgende sociale verkiezingen.

In het jaar voorafgaand aan de sociale verkiezingen wordt de exacte datum die als dag Y moet worden beschouwd in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaald bij beslissing van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

§ 2. In afwijking van § 1 loopt het mandaat van een syndicaal afgevaardigde welke na dag Y van de sociale verkiezingen werd aangesteld, tot aan dag Y van de eerstvolgende sociale verkiezingen.

§ 3. Zo de werkgever zich binnen de daartoe voorgeschreven termijn bepaald in artikel 11, § 1, 8ste lid niet heeft verzet tegen de voordracht van één of meerdere kandidaten, worden deze beschouwd als aanvaard en hun mandaat loopt vanaf het ogenblik van de betekening van de kandidatuur tot dag Y van de eerstvolgende sociale verkiezingen zoals bepaald in § 2.

§ 4. De vervanging van een vrijgekomen mandaat, gebeurt door de betrokken vakorganisatie volgens de procedure voorzien in artikel 11.

§ 5. In de overige gevallen vangt het mandaat aan op de door het beperkt paritair comité vastgestelde datum zoals voorzien in artikel 11, § 7.

§ 6. De mandaten zijn hernieuwbaar.

§ 7. De mandaten die op dag Y van de eerstvolgende sociale verkiezingen verstrijken mogen geacht worden stilzwijgend te zijn hernieuwd wanneer geen enkel initiatief van de vakorganisatie die de syndicaal afgevaardigde heeft aangeduid werd geregistreerd.

Eén en ander onverminderd de mogelijkheid voor de werkgever, bij toepassing van de in artikel 11 gedetailleerde procedure, om zijn bezwaren te opperen ten aanzien van dergelijke vernieuwing. In casu ligt de termijn van één maand, gesteld voor het wegwerken van de moeilijkheden, vóór het verstrijken van het bereiken van dag Y van de eerstvolgende sociale verkiezingen conform § 1.

§ 8. Het mandaat van een syndicaal afgevaardigde eindigt en loopt tot dag Y van de eerstvolgende sociale verkiezingen zoals bepaald in § 2. In afwijking hierop eindigt het mandaat :

  1. terzelfdertijd als de arbeidsbetrekking in de volgende gevallen :

    - afloop van de termijn;

    - voltooiing van het werk waarvoor de overeenkomst werd gesloten;

    - overlijden van de werknemer;

    - overmacht;

    - onderling schriftelijk akkoord tussen de werkgever en de werknemer;

    - op het ogenblik dat de afgevaardigde, uit eigen beweging, de onderneming verlaat en dus geen deel meer uitmaakt van het personeel;

    - op het ogenblik waarop de arbeider de onderneming verlaat wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd;

    - op het ogenblik waarop de afgevaardigde wordt ontslagen om een dringende reden;

    - op het ogenblik waarop de afgevaardigde door de werkgever wordt ontslagen om economische of technische redenen volgens de procedure bepaald bij artikelen 27 of 28;

  2. los van de arbeidsbetrekking (die dus kan worden voortgezet nadat het mandaat van de afgevaardigde is afgelopen) in de volgende gevallen :

    - wanneer de afgevaardigde schriftelijk aan zijn werkgever te kennen geeft dat hij zijn mandaat niet langer wenst uit te oefenen;

    - wanneer aan één of meer van de voorwaarden om de functie van syndicale afgevaardigde uit te oefenen, niet meer wordt voldaan;

    - op het ogenblik waarop de werkgever (via zijn plaatselijke werkgeversorganisatie vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf) ervan in kennis wordt gesteld dat het mandaat van een afgevaardigde wordt ingetrokken door de vakorganisatie die hem als kandidaat heeft voorgedragen;

    - bij de voorlopige keuring van de werken uitgevoerd door een tijdelijke vereniging, bedoeld in artikel 8, § 3, 2de lid;

    - op dag Y van de eerstvolgende sociale verkiezingen bepaald conform § 1 wanneer één of meer vereiste voorwaarden opdat verschillende juridische entiteiten worden gegroepeerd in één technische bedrijfseenheid niet meer is (zijn) vervuld overeenkomstig artikel 7.

    HOOFDSTUK IV. - Voorwaarden ter installatie

    en samenstelling van de syndicale afvaardiging

    Art. 6. § 1. In de ondernemingen die in het kalenderjaar voorafgaand aan de dag Y zoals bepaald in artikel 5, § 1, minstens gemiddeld 30 arbeiders tewerkstellen, kan een syndicale afvaardiging geïnstalleerd worden.

    § 2. In afwijking van § 1 kan in de periode tussen twee sociale verkiezingen, zoals bepaald in artikel 5, § 1 eveneens een syndicale afvaardiging worden geïnstalleerd, voor zover de onderneming minstens gemiddeld 30 arbeiders tewerkstelde in de 12 maanden voorafgaand aan de vraag van één of meerdere vakorganisaties.

    § 3. Tussen twee sociale verkiezingen, zoals bepaald in artikel 5, § 1 kunnen de vakorganisaties bijkomende mandaten voordragen indien in een periode van 12 maanden voorafgaand aan deze vraag het gemiddeld aantal tewerkgestelde arbeiders de bestaande drempel overschrijdt. Het aantal mandaten wordt verhoogd zoals bepaald in artikel 9 en ingediend volgens de procedure van artikel 11.

    § 4. Indien in de periode tussen twee sociale verkiezingen zoals bepaald in artikel 5, § 1, in een onderneming het gemiddeld aantal arbeiders daalt waardoor de bestaande drempel ter bepaling van het totaal aantal toe te kennen mandaten syndicale afvaardiging niet meer bereikt wordt, blijft het aantal mandaten behouden tot aan dag Y van de eerstvolgende sociale verkiezingen.

    § 5. Indien in de periode tussen twee sociale verkiezingen zoals bepaald in artikel 5, § 1, twee of meerdere ondernemingen fusioneren, is het aantal mandaten in de gefusioneerde onderneming gelijk aan het totaal van het aantal mandaten van de fusionerende ondernemingen zoals vóór de fusie gekend in de zin van § 1, § 2, § 3 of § 4 en dit tot aan dag Y van de eerstvolgende sociale verkiezingen volgend op de fusie.

    § 6. Van het aantal arbeiders vermeld in § 1, § 2, § 3 en § 4 dient minstens 10 pct. lid te zijn van één van de vakorganisaties die de overeenkomst ondertekenden; dit quorum van 10 pct. is vereist voor iedere vakorganisatie die wil deelnemen aan de samenstelling van een syndicale afvaardiging.

    § 7. Worden beschouwd als zijnde "tewerkgesteld", de personen die met een arbeidsovereenkomst of leerovereenkomst verbonden zijn met de werkgever alsook de uitzendkrachten uitgedrukt in voltijdse equivalenten, tewerkgesteld in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014 tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de uitzendarbeid in het bouwbedrijf.

    § 8. De werkgever dient in de maand januari van het jaar waarin dag Y valt zoals bepaald in artikel 5, § 1, het gemiddeld aantal en de lijst van de arbeiders welke hij tewerkstelt, schriftelijk kenbaar te maken aan de vakorganisatie(s) die hierom vragen.

    § 9. In afwijking van § 8 dient de werkgever in het kader van § 2, § 3, § 4 of § 5 eveneens het gemiddeld aantal en de lijst van de arbeiders welke hij...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT