6 MAART 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering over de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap De Vlaamse Waterweg, naamloze vennootschap van publiek recht

Rechtsgrond(en)

Dit besluit is gebaseerd op :

-artikel III.23 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld :

- De raad van bestuur van de Vlaamse Waterweg nv heeft advies gegeven op 13 maart 2019.

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, heeft zijn akkoord gegeven op 30 april 2019.

- De inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 6 mei 2019.

- Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest heeft protocol 387.1232 gesloten op 20 december 2019.

- De Raad van State, heeft advies 66.912/3, gegeven op 17 februari 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader

Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving :

- het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart.

- het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht.

- het decreet van 23 december 2016 houdende diverse maatregelen inzake de herstructurering van Waterwegen en Zeekanaal NV van publiek recht en nv De Scheepvaart van publiek recht.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Met behoud van de toepassing van de bepalingen van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 is dit besluit van toepassing op het personeel van De Vlaamse Waterweg nv.

Art. 2. In dit besluit wordt verstaan onder agentschap : De Vlaamse Waterweg.

HOOFDSTUK 2. - Bepalingen over de graad van havenkapitein

Art. 3. De graad van havenkapitein behoort tot het niveau A, rang A1.

De functionele loopbaan is als volgt :

  1. van A141B naar A142B

  2. van A142B naar A143B

  3. van A143B naar A144B

    Art. 4. De graad van havenkapitein kan enkel worden verworven met een vergelijkend aanwervingsexamen en de bijzondere voorwaarden zoals vermeld in bijlage 4 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

    Art. 5. Aan de hierna vermelde graad van havenkapitein wordt de salarisschaal verbonden die overeenkomt met de ernaast vermelde lettercijfercode :

    Havenkapitein . . . . . A141B

    Na 6 jaar schaalanciënniteit in A141B . . . . . A142B

    Na 6 jaar schaalanciënniteit in A142B . . . . . A143B

    Na 9 jaar schaalanciënniteit in A143B . . . . . A144B

    De salarisschalen A141B, A142B, A143B en A144B zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

    HOOFDSTUK 3. - Toelagen en vergoedingen

    Afdeling 1. - Bepalingen over de cluster scheepvaartbegeleiding

    Art. 6. § 1.De personeelsleden die een bekwaamheidscertificaat van River Information Services (RIS) hebben en die de taak van RIS op zich nemen, krijgen een maandelijkse toelage van 75 euro (100 %).

    In de toelage vermeld in het eerste lid, is een forfaitair aantal uren vervat voor de beschikbaarheid buiten de diensturen voor 500 uur per jaar. Extra uren worden vergoed tegen een uurtarief van 1 euro (100 %). Het aantal extra uren wordt beperkt tot maximaal 500 per jaar, zodat het totale aantal uren per personeelslid voor de beschikbaarheid buiten de diensturen begrensd wordt tot 1000 uur per jaar. Het aantal uren beschikbaarheid buiten de diensturen per shift bedraagt vier uur, namelijk twee uur vóór en twee uur na het beginuur van de shift.

    § 2. De toelage, vermeld in paragraaf 1, wordt uitgekeerd in de maand die volgt op de maand waarin het personeelslid, vermeld in paragraaf 1, slaagt voor de test om een bekwaamheidscertificaat RIS te krijgen.

    Art. 7. § 1. De personeelsleden die instaan voor de bediening van een of meer beweegbare kunstwerken en ingepland zijn in een volwaardig werkrooster, krijgen een maandelijkse toelage van 120 euro (100 %).

    In de toelage, vermeld in het eerste lid, is een forfaitair aantal uren vervat voor de beschikbaarheid buiten de diensturen voor 500 uur per jaar. Extra uren worden vergoed tegen een uurtarief van 1 euro (100 %). Het aantal extra uren wordt beperkt tot maximaal 500 per jaar, zodat het totale aantal uren per personeelslid voor de beschikbaarheid buiten de diensturen begrensd wordt tot 1000 uur per jaar. Het aantal uren beschikbaarheid buiten de diensturen per shift bedraagt vier uur, namelijk twee uur vóór en twee uur na het beginuur van de shift.

    § 2. Als personeelsleden door operationele omstandigheden de grens van 1000 uur beschikbaarheid buiten de diensturen, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, hebben overschreden, kan de operationeel directeur bij gemotiveerde beslissing toestaan om de supplementaire uren ook tegen een uurtarief van 1 euro (100 %) te vergoeden.

    § 3. De toelage, vermeld in paragraaf 1, wordt verminderd tot een toelage van 45 euro voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die het voordeel van een vrije woonst genieten of de vervangende toelage ontvangen conform artikel VII 56 en VII 57 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

    Art. 8. § 1. De personeelsleden die een bekwaamheidscertificaat scheepvaartbegeleiding hebben en die instaan voor de bediening op een afstandsbedieningscentrale, krijgen een maandelijkse toelage van 150 euro (100 %).

    § 2. Er is sprake van een afstandsbedieningscentrale als vermeld in paragraaf 1, als die centrale beantwoordt aan ten minste vier van de volgende acht criteria :

  4. er zijn in totaal twintig beweegbare bruggen of sluizen. Met sluis wordt een sluiskolk bedoeld. Een sluizencomplex dat bestaat uit twee sluiskolken die naast elkaar liggen, telt voor twee. Beide kolken worden immers gelijktijdig gebruikt. Het moet gaan over operationele sluiskolken. Een sluiskolk met tussendeuren telt maar als één kolk en niet als twee. Een brug die onmiddellijk op- of afwaarts een sluis ligt, wordt meegeteld als twee kunstwerken, dus brug en sluis;

  5. er zijn een of meer kruisende waterwegen aanwezig, met uitzondering van een vaargeul naar jachthavens, insteekdokken of andere niet-gebruikte vaargeulen;

  6. er zijn 50.000 bedieningscycli per jaar van de kunstwerken, vermeld in punt 1°. Als een drempel van 100.000 wordt gehaald, telt dit criterium dubbel. Eén cyclus voor een brug bevat alle handelingen die nodig zijn om de brug uit gesloten toestand voor scheepvaart te openen voor scheepvaart en opnieuw te sluiten. Eén cyclus voor een sluis bestaat uit alle handelingen die nodig zijn om een schip van af- naar opwaarts te laten varen of van op- naar afwaarts. Ook een lege schutting wordt beschouwd als één cyclus;

  7. er is een combinatie van beroeps- en pleziervaart, waarbij elke groep ten minste 20 % van het totaal vertegenwoordigt;

  8. er is een verschil tussen minimum- en maximumdebiet met minstens een factor 20 op jaarbasis of er zijn getijdenvensters bij minstens één sluis van de centrale aanwezig;

  9. er is een combinatie van beweegbare bruggen en sluizen, waarbij elk type ten minste 20 % van het totaal vertegenwoordigt;

  10. gedurende 80 % van de dagen per jaar worden minstens tien keer per dag verschillende beroepsschepen in dezelfde kolk geschut;

  11. er is geen inplaatsstelling van een VTS-operator.

    In de toelage, vermeld in paragraaf 1, is een forfaitair aantal uren vervat voor de beschikbaarheid buiten de diensturen voor 500 uur per jaar.

    Extra uren worden vergoed tegen een uurtarief van 1 euro (100 %). Het aantal extra uren wordt beperkt tot maximaal 500 per jaar, zodat het totale aantal uren per personeelslid voor de beschikbaarheid buiten de diensturen begrensd wordt tot 1000 uur per jaar. Het aantal uren beschikbaarheid buiten de diensturen per shift bedraagt vier uur, namelijk twee uur vóór en twee uur na het beginuur van de shift.

    § 3. De toelage, vermeld in paragraaf 1, wordt uitgekeerd in de maand die volgt op de maand waarin het personeelslid, vermeld in paragraaf 1, slaagt voor de test om een bekwaamheidscertificaat scheepvaartbegeleiding te krijgen.

    Art. 9. § 1. De personeelsleden die een bekwaamheidscertificaat VTS hebben en die instaan voor Vessel Traffic Services op een afstandsbedieningscentrale als vermeld in artikel 8, § 2, krijgen een maandelijkse toelage van 250 euro (100 %).

    In de toelage, vermeld in het eerste lid, is een forfaitair aantal uren vervat voor de beschikbaarheid buiten de diensturen voor 500 uur per jaar. Extra uren worden vergoed tegen een uurtarief van 1 euro (100 %). Het aantal extra uren wordt beperkt tot maximaal 500 per jaar, zodat het totale aantal uren per personeelslid voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT