10 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot vastlegging van de mandaattoelage van de commandant van een hulpverleningszone en van de grenzen van de vergoeding van de bijzondere rekenplichtige

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 79, 106 en 224, tweede lid;

Gelet op de betrokkenheid van de gewesten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 maart 2014;

Gelet op het protocol nr. 2014/09 van 10 april 2014 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op advies 56.003/2 van de Raad van State, gegeven op 5 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :

  1. de wet van 15 mei 2007 : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;

  2. de zone : de hulpverleningszone bedoeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007;

  3. de zonecommandant : de zonecommandant bedoeld in artikel 109 van de wet van 15 mei 2007;

  4. de bijzondere rekenplichtige : de bijzondere rekenplichtige bedoeld in artikel 73 van de wet van 15 mei 2007;

  5. de raad : de zoneraad bedoeld in artikel 24 van de wet van 15 mei 2007;

  6. de categorie van de zone : een van de vier categorieën waarin elke zone ingedeeld is krachtens de bepalingen van het koninklijk besluit van 26 februari 2014 tot indeling van de zones in categorieën bedoeld in artikel 14/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

    Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit moet "de raad" verstaan worden als "het college", wanneer de raad zijn bevoegdheid, krachtens artikel 63 van de wet van 15 mei 2007, gedelegeerd heeft aan het college.

    Art. 3. De door dit besluit vastgelegde bedragen zijn verbonden aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen overeenkomstig de regels voorgeschreven door de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, gewijzigd door het koninklijk besluit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT