24 APRIL 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 8.355.362,00 EUR tot financiering van een levensduurtepremie van 360,00 EUR per jaar, voor het in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonende personeel van de plaatselijke besturen (gemeenten, O.C.M.W.'s, verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn waarvan de raad van bestuur uit O.C.M.W.'s bestaat, de openbare ziekenhuizen waarvan de gemeenten het tekort ten laste nemen en de Berg van Barmhartigheid)

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 6, § 1, VIII, gewijzigd door de bijzondere wetten van 13 juli 2001, 25 april 2004 en 13 september 2004;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 4, gewijzigd door de bijzondere wetten van 5 mei 1993, 16 juli 1993 en 27 maart 2006;

Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, de artikelen 92 tot 95;

Gelet op de ordonnantie van 19 december 2013 houdende de algemene begroting der uitgaven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2014, inzonderheid op het beschikbaar krediet ingeschreven op de basisallocatie 10.004.27.08.43.22;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op het protocol 2012/4 betreffende de levensduurtepremie afgesloten in het comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het protocol 2014/01, punt A betreffende de levensduurtepremie afgesloten in het comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende de significante meerkost die het wonen in Brussel met zich meebrengt, hetzij door de hoge prijzen voor de aankoop van een bouwgrond of een woning, hetzij door de hoge huurprijzen, zoals blijkt uit de huishoudbudgetonderzoek en het rapport « kerncijfers vastgoed » van de Federale Overheidsdienst Economie van 22 februari 2010;

Overwegende meer bepaald dat uit een huishoudbudgetonderzoek van de Federale Overheidsdienst Economie met betrekking tot het jaar 2008 blijkt dat hoewel het totale consumptiebudget per gezin in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lager is dan in het Vlaams en in het Waals Gewest, het in absolute cijfers uitgedrukte deel van dit budget dat besteed wordt aan de eerste of tweede woning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daarentegen wel hoger is; dat de gezinnen in de drie gewesten gemiddeld volgend percentage van hun budget besteden aan wonen : 23,6 % in Vlaanderen, 25 % in Wallonië en 27 %, dus het hoogste aandeel, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende ook dat de studie van de Federale Overheidsdienst Economie, getiteld « kerncijfers vastgoed » aantoont dat de verkoopprijzen van vastgoed in de verschillende gewesten van het land sterk van elkaar verschillen; dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor alle woonvormen het gewest is waar de vastgoedprijs het hoogst is, dat de prijs van een gewoon woonhuis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemiddeld 1,8 keer meer bedraagt dan in Vlaanderen, en 2,5 keer meer dan in het Waals Gewest; dat voor alle gemeenten samen dezelfde redenering geldt voor de huurprijs, die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hoger is dan in de andere gewesten;

Overwegende dat geen enkele bepaling verbiedt om de domiciliëring van het personeel van de plaatselijke besturen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te stimuleren om het Gewest aantrekkelijker te maken met het oog op de keuze van de woonplaats; dat de personeelsleden van de plaatselijke besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door het feit dat zij woonachtig zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in dit opzicht bijdragen tot de economische groei van het Gewest via hun dagelijkse consumptie evenals tot de gemeentelijke en gewestelijke inkomsten, via de gemeentelijke en gewestelijke opcentiemen op de personenbelasting; dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als subsidiërende overheid van deze plaatselijke besturen een dergelijk beleid mag aanmoedigen; dat deze premie, gelet op het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT