5 OKTOBER 2017. - Ordonnantie ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en ter bevordering van gelijke behandeling

Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2. Deze ordonnantie zet de volgende Europese richtlijnen gedeeltelijk om :

  1. richtlijn 2000/43/ EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming;

  2. richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten.

    Art. 3. Deze ordonnantie heeft eveneens tot doel een algemeen en geharmoniseerd kader te creëren ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en ter bevordering van gelijke behandeling binnen de domeinen vermeld in artikel 4 van deze ordonnantie.

    HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

    Art. 4. Onder voorbehoud van het toepassingsgebied van de ordonnantie van 4 september 2008 ertoe strekkende een diversiteitsbeleid te bewerkstelligen in het Brussels ambtenarenapparaat, van de ordonnantie van 4 september 2008 ter bevordering van diversiteit en ter bestrijding van discriminatie in het Brussels gewestelijk openbaar ambt, van de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling, van de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van de ordonnantie van 19 maart 2009 tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode en conform de bevoegdheden die door het Gewest worden uitgeoefend, is deze ordonnantie zowel in de publieke als private sector, met inbegrip van de overheidsinstellingen, op alle personen van toepassing op de volgende gebieden :

  3. de sociale bescherming;

  4. de sociale voordelen;

  5. de toegang tot de goederen en diensten en het verstrekken van goederen en diensten ter beschikking van het publiek;

  6. de toegang tot en de deelname aan, alsook elke andere uitoefening van een economische, sociale, culturele of politieke activiteit toegankelijk voor het publiek;

  7. het lidmaatschap en het engagement in een organisatie van werknemers of van werkgevers of elke andere organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen, met inbegrip van de voordelen die verschaft worden door dergelijke organisaties;

  8. de vermelding in een officieel stuk of in een proces-verbaal.

    HOOFDSTUK III. - Definities

    Art. 5. Voor de toepassing van deze ordonnantie, verstaat men onder :

  9. « gelijkheid van behandeling » : de afwezigheid van elke vorm van rechtstreekse of onrechtstreekse discriminatie of intimidatie en de toekenning van redelijke aanpassingen;

  10. « beschermde criteria » : geslacht, zogenaamd ras, huidskleur, nationaliteit, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst en positie;

  11. « direct onderscheid » : de situatie die zich voordoet wanneer iemand ongunstiger wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie behandeld wordt, is of zou worden behandeld op basis van één van de beschermde criteria;

  12. « directe discriminatie » : direct onderscheid op grond van een beschermd criterium dat niet gerechtvaardigd kan worden op grond van de bepalingen van hoofdstuk IV;

  13. « indirect onderscheid » : de situatie die zich voordoet wanneer een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen gekenmerkt door een bepaald beschermd criterium, in vergelijking met andere personen bijzonder kan benadelen;

  14. « indirecte discriminatie » : indirect onderscheid op grond van een beschermd criterium dat niet gerechtvaardigd kan worden op grond van de bepalingen van hoofdstuk IV;

  15. « intimidatie » : het ongewenste gedrag dat met een van de beschermde criteria verband houdt, en tot doel of tot gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd;

  16. « seksuele intimidatie » : het ongewenste gedrag dat zich voordoet bij enige vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie met als doel of als gevolg de waardigheid van een persoon aan te tasten en, in het bijzonder, een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie te creëren;

  17. « opdracht tot discrimineren » : elke handelwijze die erin bestaat wie ook opdracht te geven om een persoon, een groep, een gemeenschap of één van hun leden rechtstreeks of onrechtstreeks te discrimineren op grond van een van de beschermde criteria;

  18. « positieve actie » : de specifieke maatregelen om de nadelen verband houdend met een van de beschermde criteria te voorkomen of te compenseren, met als doel een volledige gelijkheid in de praktijk te waarborgen;

  19. « redelijke aanpassingen » : passende maatregelen die in een concrete situatie en naargelang de behoefte worden getroffen om een persoon met een handicap in staat te stellen toegang te hebben tot, deel te nemen aan en vooruit te komen in de aangelegenheden waarop deze ordonnantie van toepassing is, tenzij deze maatregelen een onevenredige belasting vormen voor de persoon die deze maatregelen moet treffen. Wanneer die belasting in voldoende mate wordt gecompenseerd door bestaande maatregelen in het kader van het gevoerde overheidsbeleid inzake personen met een handicap, mag zij niet als onevenredig worden beschouwd;

  20. « belangenverenigingen » : de in artikel 27 bedoelde organisaties, verenigingen of groeperingen;

  21. « Centrum » : het Interfederaal Centrum voor Gelijke Kansen en Bestrijding van Discriminatie en Racisme, opgericht door het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het Interfederaal Centrum voor Gelijke Kansen en Bestrijding van Discriminatie en Racisme in de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980;

  22. « Instituut » : het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, opgericht door de wet van 16 december 2002 houdende oprichting van het Instituut voor de Gelijkheid van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT