5 MAART 2017. - Koninklijk besluit met betrekking tot de openbare startersfondsen en de private startersprivaks

Verslag aan de Koning

Sire,

Het koninklijk besluit dat ik de eer heb U ter ondertekening voor te leggen, heeft de invoering tot doel van (a) een nieuw statuut dat is voorbehouden aan openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging die in jonge ondernemingen beleggen, de zogenaamde "openbare startersfondsen", en (b) een specifieke categorie van private privaks, die ook specifiek in jonge ondernemingen beleggen, de zogenaamde "private startersprivaks".

  1. Algemene overwegingen

    De invoering van die twee nieuwe statuten van alternatieve instelling voor collectieve belegging (verkort `AICB') kadert in de regeling die artikel 48 van de programmawet van 10 augustus 2015 heeft ingevoerd. Dat artikel 48 heeft in het Wetboek van de inkomstenbelastingen een artikel 145/26 ingevoerd, op grond waarvan, mits naleving van de bij de wet vastgestelde voorwaarden, een belastingvermindering kan worden verleend aan de inschrijvers op rechten van deelneming in openbare startersfondsen of private startersprivaks. Doelstelling van die AICB's is te beleggen in de aandelen van jonge ondernemingen (start-ups).

    Openbare startersfondsen zijn AICB's die openstaan voor retailbeleggers en waarvan de rechten van deelneming aan het publiek in België mogen worden aangeboden. Zij zijn onderworpen aan het toezicht van de FSMA volgens de bij de wet van 19 april 2014 en bij dit besluit vastgestelde modaliteiten. Gelet op de specifieke kenmerken van de markt waarop die AICB's actief zullen zijn, heeft de wetgever een uitzonderingsregeling uitgewerkt. Die regeling is van toepassing voor zover de door de betrokken beheerder beheerde activa niet uitkomen boven de drempel van 500.000.000 euro en die beheerder geen andere openbare AICB's dan openbare startersfondsen beheert. Ter zake wordt verwezen naar de wijzigingen die in de wet van 19 april 2014 zijn aangebracht door de wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën.

    Private startersprivaks zijn private AICB's, waarbij beleggers die op hun rechten van deelneming inschrijven, dat uitsluitend voor een bedrag van minstens 100.000 euro mogen doen. De private startersprivaks zullen niet aan het toezicht van de FSMA zijn onderworpen, maar zullen zich enkel bij de FOD Financiën moeten laten inschrijven. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van het wettelijke kader waaronder de regeling inzake de private startersprivaks valt, wordt verwezen naar de commentaar bij de artikelen 37 en 38 hieronder.

    Er is rekening gehouden met de door de Raad van State geformuleerde opmerkingen. De commentaar bij de artikelen vermeldt expliciet wanneer én waarom het niet aangewezen werd geacht om het advies van de Raad van State te volgen.

  2. Commentaar bij de artikelen

    TITEL I. - Algemene bepalingen

    Artikel 1

    Dit artikel beschrijft het toepassingsgebied van het ontwerp van koninklijk besluit.

    Zoals al vermeld, is dit koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, van toepassing op de openbare startersfondsen en de private startersprivaks.

    De openbare startersfondsen moeten zijn opgericht in de vorm van een beleggingsvennootschap met een vast aantal rechten van deelneming; zij mogen dus niet zijn opgericht in de vorm van een gemeenschappelijk beleggingsfonds. De openbare startersfondsen worden geviseerd in artikel 145/26, § 1, eerste lid, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; hun deelnemers kunnen voor een belastingvermindering in aanmerking komen als zij de door de belastingwet voorgeschreven voorwaarden naleven.

    In tegenstelling tot openbare startersfondsen zijn private startersprivaks geen openbare AICB's. Zij mogen dus geen openbare aanbiedingen uitbrengen en zijn, net als de overige private privaks, niet onderworpen aan het toezicht van de FSMA. De inschrijving op hun rechten van deelneming is voorbehouden aan private beleggers die voor een bedrag van minstens 100.000 euro inschrijven. Het gaat hier om een specifieke categorie van private privaks als bedoeld in artikel 145/26, § 1, eerste lid, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

    Openbare startersfondsen en private startersprivaks zijn AICB's van het besloten type. Hun rechten van deelneming worden dus noch continu uitgegeven, noch op verzoek van de deelnemers ingekocht ten laste van hun activa op basis van de inventariswaarde. Die keuze kan met name worden verklaard door het feit dat de betrokken activa niet vlot realiseerbaar zijn bij gebrek aan een liquide markt. Het is vooral daarom dat wordt verduidelijkt dat de openbare startersfondsen en de private startersprivaks voor een duur van maximaal 12 jaar worden opgericht, waardoor de deelnemers - ondanks het illiquide karakter van hun belegging - toch het perspectief krijgen hun belegging te kunnen recupereren.

    Art. 2

    In dit artikel worden bepaalde begrippen uit het ontwerpbesluit gedefinieerd.

    In verband met de opmerking van de Raad van State over artikel 2, 6°, van het ontwerp wordt verduidelijkt dat die bepaling het begrip "genoteerde vennootschap" anders definieert dan het geval is in de wet van 19 april 2014: doelstelling van het ingevoerde statuut is immers de belegging in vennootschappen waarvan de aandelen noch tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, noch op een MTF worden verhandeld. In dat verband wordt opgemerkt dat de definitie in artikel 3, 40°, van de wet van 19 april 2014, die uitsluitend naar de gereglementeerde markten verwijst, niet passend zou zijn in het licht van de nagestreefde doelstellingen. Om die reden worden de definities in artikel 2, 5° en 6°, van het ontwerp gehandhaafd.

    TITEL II. - Bepalingen van toepassing op de openbare startersfondsen

    HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

    Art. 3

    Dit artikel verduidelijkt dat titel II van het ontwerpbesluit uitsluitend van toepassing is op de openbare startersfondsen.

    HOOFDSTUK II. - Inschrijvingsvoorwaarden

    Afdeling 1. - Inschrijvingsaanvraag

    Art. 4

    De openbare startersfondsen zijn onderworpen aan het toezicht van de FSMA en moeten vooraf bij haar ingeschreven worden.

    De FSMA schrijft het openbaar startersfonds in op basis van een dossier, waarvan de elementen in dit artikel worden opgesomd.

    Naast een aantal inlichtingen over de governance- en beheerstructuur van het openbaar startersfonds (kopie van statuten of beheerreglement, samenstelling van de vennootschapsorganen, identificatie van de commissaris, beheerorganisatie en -structuur, gemaakte keuzes omtrent de uitoefening van de beheertaken, ...) moet dit dossier een gedetailleerde beschrijving bevatten van het beleggingsbeleid dat het fonds voornemens is te voeren. Die beschrijving omvat met name een minimum beleggingsbudget dat het openbaar startersfonds in staat moet stellen zijn oorspronkelijke beleggingsobjectieven te verwezenlijken. Het openbaar startersfonds moet ook verduidelijken welk bedrag het in het kader van zijn eerste openbaar bod wenst op te halen. Het is immers dat bedrag dat het fonds in staat moet stellen zijn minimum beleggingsbudget rond te krijgen, zodat het zijn oorspronkelijke beleggingsobjectieven kan verwezenlijken. Er wordt dus niet van het openbaar startersfonds geëist dat het, op het moment waarop het ingeschreven wordt, over de nodige middelen beschikt om zijn vooropgestelde portefeuille volledig te kunnen samenstellen.

    In verband met de eventuele terugname van de aan de deelnemers toegestane belastingvermindering en de voorgestelde benadering van die problematiek wordt verwezen naar de commentaar bij artikel 6 hieronder.

    Als het openbaar startersfonds verschillende compartimenten telt, moet voor elk compartiment een inschrijving worden gevraagd. Bij de inschrijving van een compartiment moet het openbaar startersfonds verduidelijken of dat compartiment tot doel heeft te garanderen dat zijn deelnemers het belastingvoordeel als bedoeld in artikel 145/26 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen ontvangen, wat betekent dat het zich aan de artikelen 20, 21 en 27 van het ontwerpbesluit moet conformeren (zie hieronder). Zo'n compartiment is een `starterscompartiment'. De keuze die het openbaar startersfonds ter zake maakt, is onherroepelijk.

    Voor detailinformatie over de voor de compartimenten geldende regeling wordt naar de commentaar bij artikel 8 hieronder verwezen.

    In verband met de opmerking van de Raad van State over artikel 4 wordt verduidelijkt dat artikel 208 van de wet van 19 april 2014 buiten toepassing is verklaard voor kleinschalige beheerders (i.e. beheerders van wie de beheerde activa niet uitkomen boven de in artikel 106 van voornoemde wet vermelde drempels) van wie de activiteiten erin bestaan één of meer openbare startersfondsen te beheren en desgevallend één of meer niet-openbare AICB's te beheren (zie art. 110 van de wet van 19 april 2014, als gewijzigd bij de wet van 18 december 2016). Omwille van de markt waarop de openbare startersfondsen actief zullen zijn (zeer jonge ondernemingen) is het hoogst onwaarschijnlijk dat een beheerder van een openbaar startersfonds die grens ooit zal overschrijden. Als dat echter toch zou gebeuren, zou artikel 208 van de wet van 19 april 2014 natuurlijk van toepassing zijn, hoewel dit ontwerp niet naar dat artikel verwijst : het staat immers vast dat de Koning een wettelijke bepaling niet buiten toepassing kan verklaren zonder expliciete machtiging. Het is wenselijk gebleken om het door de Raad van State geviseerde onwaarschijnlijke geval niet in het koninklijk besluit te vermelden omwille van de leesbaarheid en de duidelijkheid van het wettelijke kader.

    Art. 5

    De normaliter voor de openbare AICB's geldende vereisten inzake minimumkapitaal gelden niet voor de openbare startersfondsen. Terwijl de openbare AICB's over een minimaal maatschappelijk kapitaal van 1.200.000 euro moeten beschikken, bepaalt artikel 196, § 3, van de wet van 19 april 2014 dat het minimumkapitaal van de openbare startersfondsen gelijk is aan het in artikel 439 van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT