5 MAART 2015. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1999 houdende het organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking;

Gelet op het advies van het Directiecomité, gegeven op 11 april 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 april 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 21 mei 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, gegeven op 2 juni 2014;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 20/1 van het Sectorcomité VII-Buitenlandse Zaken, gesloten op 5 juni 2014;

Gelet op artikel 8, § 1, 4° van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen van autoregulering betreft;

Gelet op het advies nr. 56.529/2/V van de Raad van State, gegeven op 6 augustus 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst;

Overwegende het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten;

Overwegende het koninklijk besluit van 8 maart 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

Overwegende het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten;

Overwegende het koninklijk besluit van 4 juli 2014 tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren van de buitenlandse carrière en de consulaire carrière;

Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Ontwikkelingssamenwerking,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "de FOD" : de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

  2. "een post" : een diplomatieke zending of een consulaire post;

  3. "een diplomatieke zending" : een ambassade of een permanente vertegenwoordiging;

  4. "een consulaire post" : een post zoals gedefinieerd in artikel 1, 1° van het consulair wetboek;

  5. "het consulair wetboek" : de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek;

  6. "de functie" : het geheel van taken en verantwoordelijkheden die de ambtenaar op zich dient te nemen;

  7. "de voorzitter" : de Voorzitter van het Directiecomité van de FOD;

  8. "de minister" : de Minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken;

  9. "de rang van hardship" : de moeilijkheidsgraad van het leven op een post die de jaarlijkse verlofregeling op post bepaalt, gerangschikt volgens een schaal van 1 tot 7, in opklimmende volgorde, op basis van een vergelijkende analyse van de klimaatomstandigheden, het sociale isolement, de veiligheid, de sanitaire toestand en de leefmilieusituatie voor zover deze nadelige gevolgen kan hebben voor de gezondheid, de toegankelijkheid, de kwaliteit van de gezondheidszorgen en de kwaliteit van materiële voorzieningen zoals huisvesting en de aanvoer van primaire consumptiegoederen;

  10. "het posthoofd" : het hoofd van de diplomatieke zending of het hoofd van een consulaat-generaal dat niet in de schoot van een diplomatieke zending werd opgericht.

    § 2. Het gebruik van de mannelijke vorm in dit besluit is gemeenslachtig.

    HOOFDSTUK 2. - Structuur van de FOD

    Art. 2. De FOD omvat :

  11. het hoofdbestuur;

  12. de posten.

    Art. 3. Het hoofdbestuur bestaat uit :

  13. de diensten van de voorzitter;

  14. de Directie-generaal Bilaterale Zaken;

  15. de Directie-generaal Consulaire Zaken;

  16. de Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire hulp;

  17. de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT