Wet houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 16 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG, de 17 août 2013

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. Deze wet voorziet in de omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG.

HOOFDSTUK 2. - Inkomstenbelastingen

Art. 3. Artikel 338 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen bij de wet van 19 mei 2010, wordt vervangen als volgt :

" § 1. Dit artikel legt de voorschriften en procedures vast voor de samenwerking tussen België en de andere lidstaten van de Europese Unie met het oog op de uitwisseling van inlichtingen die naar verwachting van belang zijn voor de administratie en de handhaving van de nationale wetgeving van alle lidstaten met betrekking tot de inkomstenbelastingen.

Dit artikel legt tevens de bepalingen vast voor de elektronische uitwisseling van de in het eerste lid bedoelde inlichtingen.

Dit artikel laat de toepassing van de regels inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken onverlet. Zij laat eveneens onverlet de verplichtingen van de lidstaten inzake ruimere administratieve samenwerking, welke voortvloeien uit andere rechtsinstrumenten, waaronder bilaterale en multilaterale overeenkomsten.

§ 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder :

  1. "richtlijn " : de richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG;

  2. "lidstaat" : een lidstaat van de Europese Unie;

  3. "centraal verbindingsbureau" : het bureau dat als zodanig is aangewezen door de bevoegde autoriteit en belast is met de primaire zorg voor de contacten met de andere lidstaten op het gebied van de administratieve samenwerking;

  4. "verbindingsdienst" : elk ander bureau dan het centraal verbindingsbureau dat als zodanig is aangewezen door de bevoegde autoriteit om op grond van dit artikel rechtstreeks inlichtingen uit te wisselen;

  5. "bevoegde ambtenaar" : elke ambtenaar die op grond van dit artikel gemachtigd is door de bevoegde autoriteit om rechtstreeks inlichtingen uit te wisselen;

  6. "Belgische bevoegde autoriteit" : de door België als zodanig aangewezen autoriteit. Het Belgisch centraal verbindingsbureau, de Belgische verbindingsdiensten en de Belgische bevoegde ambtenaren worden eveneens als Belgische bevoegde autoriteit bij delegatie beschouwd;

  7. "buitenlandse bevoegde autoriteit" : de door een lidstaat andere dan België, als zodanig aangewezen autoriteit. Het centraal verbindingsbureau, de verbindingsdiensten en de bevoegde ambtenaren van deze lidstaat worden eveneens als buitenlandse bevoegde autoriteit bij delegatie beschouwd;

  8. "verzoekende autoriteit" : het centraal verbindingsbureau, een verbindingsdienst, of elke bevoegde ambtenaar van een lidstaat die namens de Belgische of een buitenlandse bevoegde autoriteit om bijstand verzoekt;

  9. "aangezochte autoriteit" : het centraal verbindingsbureau, een verbindingsdienst of elke bevoegde ambtenaar van een lidstaat die namens de Belgische of een buitenlandse bevoegde autoriteit om bijstand wordt verzocht;

  10. "administratief onderzoek" : alle door de lidstaten bij het vervullen van hun taken verrichte controles, onderzoeken en acties ter waarborging van de juiste toepassing van de belastingwetgeving;

  11. "automatische uitwisseling" : de systematische verstrekking van vooraf bepaalde inlichtingen aan een andere lidstaat, zonder voorafgaand verzoek, met regelmatige, vooraf vastgestelde tussenpozen;

  12. "spontane uitwisseling" : het niet-systematisch, te eniger tijd en ongevraagd verstrekken van inlichtingen aan een andere lidstaat;

  13. "persoon" :

    1. een natuurlijk persoon;

    2. een rechtspersoon;

    3. indien de geldende wetgeving in die mogelijkheid voorziet, een vereniging van personen die bevoegd is rechtshandelingen te verrichten, maar niet de status van rechtspersoon bezit; of

    4. een andere juridische constructie, ongeacht de aard of de vorm, met of zonder rechtspersoonlijkheid, die activa, met inbegrip van de daardoor gegenereerde inkomsten, bezit of beheert welke aan belastingen in de zin van de richtlijn zijn onderworpen;

  14. "langs elektronische weg" : door middel van elektronische apparatuur voor gegevensverwerking - met inbegrip van digitale compressie - en gegevensopslag, met gebruikmaking van kabels, radio, optische technologie of andere elektromagnetische middelen;

  15. "CCN-netwerk" : het op het gemeenschappelijke communicatienetwerk gebaseerde gemeenschappelijke platform dat de Europese Unie heeft ontwikkeld voor het elektronische berichtenverkeer tussen autoriteiten die bevoegd zijn op het gebied van douane en belastingen.

    § 3. De Belgische bevoegde autoriteit wisselt met de buitenlandse bevoegde autoriteiten inlichtingen uit.

    § 4. Met betrekking tot een specifiek geval kan de Belgische bevoegde autoriteit een buitenlandse bevoegde autoriteit verzoeken alle in de eerste paragraaf vermelde inlichtingen die deze in haar bezit heeft of naar aanleiding van een administratief onderzoek verkregen heeft, te verstrekken. Het verzoek kan een met redenen omkleed verzoek om een bepaald administratief onderzoek in te stellen, omvatten.

    De Belgische bevoegde autoriteit kan de aangezochte autoriteit verzoeken haar de originele stukken over te maken.

    § 5. De Belgische bevoegde autoriteit verstrekt op verzoek van een buitenlandse bevoegde autoriteit met betrekking tot een specifiek geval alle in de eerste paragraaf vermelde inlichtingen die ze in haar bezit heeft of naar aanleiding van een administratief onderzoek verkregen heeft, dat werd ingesteld om die inlichtingen te verkrijgen.

    In voorkomend geval deelt de Belgische bevoegde autoriteit de verzoekende autoriteit mee op welke gronden zij een administratief onderzoek niet noodzakelijk acht.

    Voor het verkrijgen van de gevraagde inlichtingen of het verrichten van het gevraagde administratief onderzoek gaat de Belgische bevoegde autoriteit te werk volgens dezelfde procedures als handelde zij uit eigen beweging of op verzoek van een andere Belgische instantie.

    Op specifiek verzoek van de verzoekende autoriteit verstrekt de Belgische bevoegde autoriteit de originele stukken, tenzij de Belgische voorschriften zich hiertegen verzetten.

    De inlichtingen worden door de Belgische bevoegde autoriteit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk zes maanden na de datum van ontvangst van het verzoek verstrekt. Indien de Belgische bevoegde autoriteit evenwel de inlichtingen al in haar bezit heeft, verstrekt zij deze binnen twee maanden. In bijzondere gevallen kunnen de Belgische bevoegde autoriteit en de verzoekende autoriteit een andere termijn overeenkomen.

    De ontvangst van het verzoek wordt door de Belgische bevoegde autoriteit aan de verzoekende autoriteit onmiddellijk, en in elk geval uiterlijk zeven werkdagen na ontvangst, indien mogelijk langs elektronische weg, bevestigd.

    De Belgische bevoegde autoriteit laat in voorkomend geval, uiterlijk een maand na ontvangst van het verzoek, aan de verzoekende autoriteit weten welke tekortkomingen het verzoek vertoont en preciseert welke aanvullende achtergrondinformatie zij verlangt. In dit geval gaan de in het vijfde lid gestelde termijnen in op de datum waarop de Belgische bevoegde autoriteit de aanvullende informatie ontvangt.

    Indien de Belgische bevoegde autoriteit niet binnen de gestelde termijn aan het verzoek kan voldoen, deelt zij de redenen hiervoor onmiddellijk, en in elk geval uiterlijk drie maanden na ontvangst van het verzoek, aan de verzoekende autoriteit mee, met vermelding van de datum waarop zij meent aan het verzoek te kunnen voldoen.

    Indien de Belgische bevoegde autoriteit niet over de gevraagde inlichtingen beschikt en niet aan het verzoek om inlichtingen kan voldoen of het verzoek om de in paragraaf 20 genoemde redenen afwijst, deelt zij de redenen hiervoor onmiddellijk, en in elk geval uiterlijk een maand na ontvangst van het verzoek, aan de verzoekende autoriteit mee.

    § 6. Met betrekking tot belastbare tijdperken vanaf 1 januari 2014 verstrekt de Belgische bevoegde autoriteit alle buitenlandse bevoegde autoriteiten automatisch de inlichtingen waarover zij ten aanzien van de ingezetenen van die andere lidstaat beschikt inzake de volgende specifieke inkomsten- en vermogenscategorieën, op te vatten in de zin van de Belgische wetgeving :

  16. bezoldigingen van werknemers;

  17. bezoldigingen van bedrijfsleiders;

  18. levensverzekeringsproducten die niet vallen onder andere communautaire rechtsinstrumenten inzake de uitwisseling van inlichtingen noch onder soortgelijke voorschriften;

  19. pensioenen;

  20. eigendom en inkomen van onroerende goederen.

    De inlichtingen worden ten minste eenmaal per jaar verstrekt, binnen zes maanden na het verstrijken van het kalenderjaar in de loop waarvan de inlichtingen beschikbaar zijn geworden.

    "Beschikbare inlichtingen" betekent inlichtingen die zich in de belastingdossiers van de inlichtingenverstrekkende lidstaat bevinden en die opvraagbaar zijn overeenkomstig de procedures voor het verzamelen en verwerken van inlichtingen in die lidstaat.

    § 7. De Belgische bevoegde autoriteit verstrekt spontaan, in elk van de volgende gevallen, de in de eerste paragraaf bedoelde inlichtingen aan de buitenlandse bevoegde autoriteit :

  21. de Belgische bevoegde autoriteit heeft redenen om aan te nemen dat in de andere lidstaat een derving van belasting kan bestaan;

  22. een belastingplichtige verkrijgt in België een vrijstelling of vermindering van belasting die voor hem een belastingplicht of een hogere belasting in de andere lidstaat zou moeten meebrengen;

  23. transacties tussen een belastingplichtige in België en een belastingplichtige in een andere lidstaat worden over één of meer andere landen geleid, op zodanige wijze dat daardoor in één van beide of in beide lidstaten een belastingbesparing kan ontstaan;

  24. de Belgische bevoegde autoriteit heeft redenen om aan te nemen dat er...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT