19 APRIL 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van de Raad voor Vergunningsbetwistingen

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 4.8.34, § 1, vierde lid en § 2, artikel 4.8.35, § 2, vierde lid, 1° tot 3° en vijfde lid, artikel 4.8.38, § 1, zesde lid en § 2, vijfde lid, artikel 4.8.39, § 3, eerste lid, en artikel 4.8.45, ingevoegd bij het decreet van 6 juli 2012;

Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wat de Raad voor Vergunningsbetwistingen betreft, artikel 10;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van de Raad voor vergunningsbetwistingen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 13 november 2012;

Gelet op het advies van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 20 december 2012;

Gelet op protocol nr. 320.1021 van 18 januari 2013 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op advies 52.807/1 van de Raad van State, gegeven op 25 februari 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. beveiligde zending : de beveiligde zending, vermeld in artikel 1.1.2, eerste lid, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

  2. de Raad : de Raad voor Vergunningsbetwistingen, vermeld in artikel 4.8.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

    Art. 2. Voor de toepassing van het VPS :

  3. wordt de Raad beschouwd als « de entiteit »;

  4. wordt de Raad, bestaande uit de raadsleden, de aanvullende raadsleden niet inbegrepen, beschouwd als « benoemende overheid » respectievelijk « indienstnemende overheid » ten opzichte van de griffiers en de leden van het ondersteunend personeel;

  5. wordt de voorzitter van de Raad beschouwd als « de lijnmanager »;

  6. draagt de Vlaamse Gemeenschap zorg voor de uitvoering van de statutair geregelde verplichtingen van « de werkgever ».

    Art. 3. § 1. Er wordt een basisoverlegcomité opgericht voor de Raad, entiteitsoverlegcomité te noemen.

    § 2. De afvaardiging van de overheid in het entiteitsoverlegcomité wordt als volgt vastgesteld :

  7. voorzitter : de voorzitter van de Raad;

  8. de leden worden door de voorzitter gekozen in functie van de punten van de dagorde.

    De voorzitter van de Raad stelt bij afwezigheid of verhindering zijn plaatsvervanger aan.

    Art. 4. De Raad, de aanvullende raadsleden niet inbegrepen, stelt zijn arbeidsreglement vast, evenals de hiërarchische lijnen binnen de diensten van de Raad.

    HOOFDSTUK 2. - Raadsleden

    Afdeling 1. - Benoeming van de raadsleden

    Art. 5. § 1. De Vlaamse Regering maakt de oproepen tot de kandidaat-raadsleden bekend in het Belgisch Staatsblad. Kandidaturen worden op straffe van onontvankelijkheid bezorgd per beveiligde zending, binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van de bekendmaking.

    § 2. De kandidatuur van kandidaat-raadsleden wordt getoetst aan de uitsluitingscriteria, vermeld in artikel 4.8.34, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

    Kandidaat-raadsleden worden vergeleken op grond van de volgende selectiecriteria :

  9. de mate van vertrouwdheid met het Vlaamse recht betreffende de ruimtelijke ordening, gewogen aan de hand van een factor 0,45;

  10. de mate van vertrouwdheid met procesvoering en rechtsbescherming in bestuurlijke aangelegenheden, gewogen aan de hand van een factor 0,45;

  11. de organisatorische capaciteiten, gewogen aan de hand van een factor 0,1.

    Kandidaat-raadsleden moeten voor elk selectiecriterium afzonderlijk geschikt worden bevonden.

    § 3. De beoordeling, vermeld in paragraaf 2 geschiedt door de Raad, de aanvullende raadsleden niet inbegrepen. De beoordeling bestaat uit de volgende onderdelen :

  12. een vergelijking van de curricula van de kandidaten;

  13. in voorkomend geval, een schriftelijke proef met het oog op de beoordeling op grond van de selectiecriteria, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, 1° en 2° ;

  14. een interview met de batig gerangschikte kandidaat-raadsleden met het oog op de beoordeling op grond van de selectiecriteria, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, in voorkomend geval voorafgegaan door een screening met het oog op de vergelijking op grond van het selectiecriterium, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, 3°.

    Alleen kandidaat-raadsleden die geslaagd zijn voor een onderdeel, kunnen tot het volgende onderdeel worden toegelaten.

    De beoordelende instantie kan zich laten bijstaan door Jobpunt Vlaanderen met het oog op de vergelijking op grond van het selectiecriterium, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, 3°.

    Afdeling 2. - Aanstelling van aanvullende raadsleden

    Art. 6. § 1. De Vlaamse Regering maakt de oproep tot kandidaat-aanvullende raadsleden bekend.

    De Vlaamse Regering kan hierbij eerst een oproep richten aan de personen die in een ander administratief rechtscollege een gelijkaardige functie als raadslid uitoefenen, en vervolgens een open oproep.

    Onder een gelijkaardige functie in een ander administratief rechtscollege, als vermeld in het tweede lid, wordt verstaan : een voltijdse functie in een ander administratief rechtscollege.

    De oproep wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

    § 2. Kandidaturen worden op straffe van onontvankelijkheid bezorgd per beveiligde zending, binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van de bekendmaking.

    Art. 7. § 1. De kandidatuur van kandidaat-aanvullende raadsleden wordt getoetst aan de uitsluitingscriteria, vermeld in artikel 4.8.35, § 2, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

    § 2. Kandidaat-aanvullende raadsleden worden vergeleken op grond van de volgende selectiecriteria :

  15. de mate van vertrouwdheid met het Vlaamse recht betreffende de ruimtelijke ordening, gewogen aan de hand van een factor 0,5;

  16. de mate van vertrouwdheid met procesvoering en rechtsbescherming in bestuurlijke aangelegenheden, gewogen aan de hand van een factor 0,5.

    Kandidaat-aanvullende raadsleden moeten voor elk selectiecriterium afzonderlijk geschikt worden bevonden.

    § 3. De beoordeling, vermeld in paragraaf 1 en 2 geschiedt door de Raad, de aanvullende raadsleden niet inbegrepen. De beoordeling bestaat uit de volgende onderdelen :

  17. een vergelijking van de curricula van de kandidaten;

  18. in voorkomend geval, een schriftelijke proef met het oog op de beoordeling op grond van de selectiecriteria, vermeld in paragraaf 2, eerste lid;

  19. een interview met de batig gerangschikte kandidaat-aanvullende raadsleden met het oog op de beoordeling op grond van de selectiecriteria, vermeld in paragraaf 2, eerste lid.

    Alleen kandidaat-raadsleden die geslaagd zijn voor een onderdeel, kunnen tot het volgende onderdeel worden toegelaten.

    De kandidaat-aanvullende raadsleden die in een ander administratief rechtscollege een functie als raadslid uitoefenen of hebben uitgeoefend, zijn van rechtswege geslaagd voor het onderdeel van de beoordeling dat betrekking heeft op het selectiecriterium, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 2°.

    Afdeling 3. - Rechtspositieregeling

    Art. 8. Deel VII en deel X van het VPS zijn van toepassing op de raadsleden van de Raad, in zoverre die bepalingen niet onverenigbaar zijn met de regelingen van titel IV, hoofdstuk VIII, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

    De benoemde raadsleden ontvangen de bezoldiging, de toelagen, de vergoedingen en de sociale voordelen die gelden voor de graad van secretaris-generaal bij de Vlaamse overheid, met uitzondering van de mandaattoelage en de managementtoelage.

    Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan een benoemd raadslid alleen de volgende langdurige verloven genieten :

  20. moederschapsrust en opvangverlof;

  21. loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen, bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid of ouderschapsverlof;

  22. verlof wegens ziekte, arbeidsongeval of beroepsziekte.

    Art. 9. De aanvullende raadsleden die in een ander Vlaams...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT