4 SEPTEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere exportsteun en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen

Rechtsgrond

Dit besluit is gebaseerd op:

- het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen", artikel 6bis, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 28 april 2006.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De raad van bestuur van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen heeft advies gegeven op 1 juli 2020.

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 2 juli 2020.

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 15 juli 2020.

- De Raad van State heeft advies 67.910/1/V gegeven op 26 augustus 2020, met toepassing van artikel 84, & 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader

Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:

- het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2016 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, ICT en Facilitair Management.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. aanvrager: de kleine en middelgrote onderneming die initiatieven neemt ter bevordering van het internationaal ondernemen en daarvoor een aanvraag tot subsidiëring indient;

  2. agentschap: het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen";

  3. administratie: de administratie, vermeld in artikel 1, 12°, van het besluit van 11 maart 2016;

  4. besluit van 11 maart 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2016 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen;

  5. gedelegeerd bestuurder: de gedelegeerd bestuurder, vermeld in artikel 1, 11°, van het besluit van 11 maart 2016;

  6. kleine en middelgrote onderneming: de kleine en middelgrote onderneming, vermeld artikel 1, 2°, van het besluit van 11 maart 2016;

  7. kostenraming: een overzicht van de geplande uitgaven voor het internationaliseringsproject, met uitzondering van loonkosten of kosten die betrekking hebben op de bedrijfsinterne werking van de onderneming;

  8. market fit: product market fit is een model tussen het businessmodel, het product en de klant, en bepaalt de mate waarin het product voldoet aan een sterke behoefte in de markt.

  9. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het internationaal 8

  10. ondernemen;

  11. onderneming: een onderneming als vermeld in artikel 1, 1°, van het besluit van 11 maart 2016;

  12. project: een initiatief of geheel van initiatieven dat de aanvrager onderneemt ter bevordering van het internationaal ondernemen;

  13. selectiecommissie: de personeelsleden van het agentschap die de gedelegeerd bestuurder aanwijst om de subsidieaanvragen te beoordelen.

    Art. 2. Deze regelgeving valt onder de toepassing van de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, en de latere wijzigingen ervan.

    Art. 3. De volgende ondernemingen komen niet in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 4:

  14. ondernemingen die zich in een van de volgende rechtstoestanden bevinden:

    1. ontbinding;

    2. stopzetting;

    3. faillissement;

    4. vereffening;

  15. de ondernemingen die behoren tot de volgende groepen in de NACE-BEL-code 2008: 01.1, 01.2, 01.3, 01.4, 01.6, 01.7, 03.1, 25.4, 30.4, 45.1, 46.2, 55.1, 55.2, 55.3, 56.1, 56.2, 56.3, 64.1, 64.2, 64.3, 64.9, 65.1, 65.2, 65.3, 66.3, 68.1, 68.2, 68.3, 78.2, 79.1;

  16. de openbare besturen, verenigingen van openbare besturen en ondernemingen waarvan het aandelenkapitaal rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan 50% in handen van de overheid is.

    De minister kan de lijst van NACE-BEL-codes, vermeld in het eerste lid, 2°, aanpassen naargelang de steunregimes waarop deze sectoren respectievelijk een beroep op kunnen doen of bij wijziging van de Europese regelgeving.

    Indien een onderneming tegelijk onder een uitgesloten en een toegelaten NACE-BEL code valt, dan primeert het laatste indien het project betrekking heeft op de activiteiten van die toegelaten NACE-BEL code.

    HOOFDSTUK 2. - Projecten die voor een subsidie in aanmerking komen

    Art. 4. Binnen de perken van de kredieten die daarvoor in de begroting van de Vlaamse overheid vastgelegd zijn, kunnen aan kleine en middelgrote ondernemingen subsidies worden toegekend voor de volgende projecten ter bevordering van het internationaal ondernemen:

  17. bijzondere exportsteun;

  18. starterspakket internationalisering.

    In het eerste lid, 1°, wordt verstaan onder bijzondere exportsteun: een eenmalige forfaitaire subsidie van 5000 euro, aanvullend op de steunmaatregelen, vermeld in het besluit van 11 maart 2016.

    In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder starterspakket internationalisering: een eenmalige forfaitaire subsidie van 7000 euro.

    Een onderneming kan maar aanspraak maken op een van de twee subsidies, vermeld in het eerste lid.

    De minister kan de forfaitaire subsidiebedragen, vermeld in het tweede en het derde lid, verlagen, verhogen of diversifiëren naargelang van de subsidiedotatie van het agentschap.

    Art. 5. Een aanvrager die aan al de volgende voorwaarden voldoet, komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° :

  19. zich registreren via de website van het agentschap;

  20. een ondernemingsnummer hebben;

  21. minstens vijf voltijdsequivalenten ingeschreven personeel tewerkstellen tijdens het laatst afgesloten boekjaar;

  22. volgens de laatst neergelegde jaarrekening geen negatief eigen vermogen hebben;

  23. tijdens het laatst afgesloten boekjaar een exportaandeel van minstens twintig procent gerealiseerd hebben;

  24. voor dezelfde kosten geen andere financiële tegemoetkoming aangevraagd of verkregen hebben bij een internationale, federale, gewestelijke, regionale of lokale overheid;

  25. al zijn verbintenissen naleven tegenover het agentschap. Als de aanvrager die verbintenissen niet naleeft, kan de gedelegeerd bestuurder de subsidie weigeren;

  26. in orde zijn met de sociale en fiscale wetgeving;

  27. een projectdoelstelling hebben die past in de relance naar aanleiding van de coronacrisis.

    In het eerste lid wordt verstaan onder:

  28. exportaandeel: het deel van de omzet dat gerealiseerd wordt in het buitenland;

  29. relance naar aanleiding van de coronacrisis: projecten om verloren marktaandeel te heroveren of om nieuwe en bijkomende opportuniteiten te benutten.

    De minister kan de context waarin de doelstelling van het project moet passen, vermeld in het eerste lid, 9°, wijzigen naargelang economische- of financiële crisissen dit noodzakelijk maken. Binnen die nieuwe doelstelling kan opnieuw voor één keer een subsidie als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, worden toegekend aan een onderneming als die onderneming voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid.

    Art. 6. Een aanvrager die aan al de volgende voorwaarden voldoet, komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2° :

  30. zich registreren via de website van het agentschap;

  31. een ondernemingsnummer hebben;

  32. een startende exporteur zijn;

  33. voor dezelfde kosten geen andere financiële tegemoetkoming aangevraagd of verkregen hebben bij een internationale, federale, gewestelijke, regionale of lokale overheid;

  34. al zijn verbintenissen naleven tegenover het agentschap. Als de aanvrager die verbintenissen niet naleeft, kan de gedelegeerd bestuurder de subsidie weigeren;

  35. in orde zijn met de sociale en fiscale wetgeving.

    In het eerste lid, 3°, wordt verstaan onder startende exporteur: een kleine en middelgrote onderneming die nog nooit van het agentschap een subsidie toegekend heeft gekregen.

    Art. 7. Voor alle projecten, vermeld in artikel 4, kunnen alleen de kosten die gemaakt zijn vanaf de dag die volgt op de datum van de indiening, in aanmerking genomen worden voor de subsidie.

    Art. 8. De gedelegeerd bestuurder bepaalt de datum van de oproep en de periode waarin de subsidieaanvragen voor de projecten, vermeld in artikel 4, kunnen worden ingediend. Er kunnen verschillende indieningsperiodes zijn, afhankelijk van de kredieten die op de begroting van het agentschap zijn ingeschreven voor de subsidies vermeld in dit besluit.

    De gedelegeerd bestuurder bepaalt het aantal subsidies als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° en 2°, dat per begrotingsjaar kan worden toegekend binnen de begrotingskredieten van het agentschap.

    De gedelegeerd bestuurder kan de oproep vroegtijdig beëindigen als het aantal ingediende subsidieaanvragen het aantal toe te kennen subsidies met minstens 20% overschrijdt.

    Er wordt een absolute voorrang toegekend aan de dossiers in volgorde van het moment waarop de subsidieaanvraag is ingediend, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°.

    In het vierde lid wordt verstaan onder absolute voorrang: ontvankelijke dossiers die eerst zijn ingediend, komen eerst in aanmerking voor een subsidie.

    Voor de projecten vermeld in artikel 4, eerste lid, 2° worden de dossiers eerst gerangschikt op basis van de scores behaald op de beoordelingscriteria. Ontvankelijke dossiers met een hogere score krijgen voorrang op dossiers met een lagere score. Er wordt bij een gelijke score een relatieve voorrang toegekend aan de dossiers in volgorde van het moment waarop de subsidieaanvraag is ingediend.

    In het zesde lid wordt verstaan onder relatieve voorrang: ontvankelijke dossiers die eerst zijn ingediend, komen bij een gelijke score eerst in aanmerking voor een subsidie.

    Art. 9. De subsidieaanvraag voor projecten vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, bevat al...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT