4 FEBRUARI 2018. - Wet houdende de opdrachten en de samenstelling van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie.

Art. 3. Voor de toepassing van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verstaan onder :

  1. vermogensbestanddeel : goed, zowel roerend als onroerend, lichamelijk als onlichamelijk, dat vatbaar is voor inbeslagneming of verbeurdverklaring, en dat wettelijk kan worden verkocht;

  2. waardevast beheer :

    1. de vervreemding van in beslag genomen vermogensbestanddelen om er hun opbrengst voor in de plaats te stellen;

    2. de teruggave van in beslag genomen vermogensbestanddelen tegen betaling van een geldsom om er deze geldsom voor in de plaats te stellen;

    3. de bewaring in natura van in beslag genomen vermogensbestanddelen in overeenstemming met de hiertoe beschikbare middelen met of zonder zekerheidsstelling;

  3. verplicht beheer :

    1. de bewaring van in beslag genomen geldsommen op een rekening geopend bij een financiële instelling of de Deposito- en Consignatiekas;

    2. de bewaring van de naar het Centraal Orgaan getransfereerde saldi van in beslag genomen bankrekeningen op een rekening geopend bij een financiële instelling of de Deposito- en Consignatiekas;

    3. de bewaring van de geldsommen die in plaats zijn getreden van vermogensbestanddelen die het voorwerp uitmaakten van een maatregel van waardevast beheer;

    4. de bewaring van in beslag genomen virtuele valuta;

  4. facultatief beheer : het beheer van effecten en andere roerende en onroerende goederen die een gespecialiseerd beheer vereisen en die niet het voorwerp uitmaken van een maatregel van verplicht beheer.

    HOOFDSTUK 2. - Rechtspositie en financiering

    Art. 4. Het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring, hierna Centraal Orgaan genoemd, is een onderdeel van het openbaar ministerie.

    Zijn zetel is gevestigd in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

    Art. 5. Het Centraal Orgaan wordt aangewezen als een `"gecentraliseerd bureau" in de zin van artikel 10 van richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie en een "nationaal bureau voor de ontneming van vermogensbestanddelen" in de zin van besluit 2007/845/JBZ van de Raad van 6 december 2007 betreffende de samenwerking tussen de nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen op het gebied van de opsporing en de identificatie van opbrengsten van misdrijven of andere vermogensbestanddelen die hun oorsprong vinden in misdrijven.

    Art. 6. Onverminderd de artikelen 143bis en 143quater van het Gerechtelijk Wetboek, oefent het Centraal Orgaan zijn opdrachten uit onder het gezag van de minister bevoegd voor Justitie.

    HOOFDSTUK 3. - Opdrachten van het Centraal Orgaan

    Afdeling 1. - Algemene bepaling

    Art. 7. § 1. Onverminderd de opdrachten bepaald bij andere wettelijke bepalingen, en in het kader van zijn beheerstaken, zal het Centraal Orgaan :

  5. instaan voor het verplicht beheer van de aan hem toevertrouwde geldsommen en virtuele valuta;

  6. instaan voor het facultatief beheer van de in beslag genomen vermogensbestanddelen die door hem worden aanvaard;

  7. op verzoek van de bevoegde magistraat van het openbaar ministerie of de onderzoeksrechter de maatregelen van waardevast beheer van vermogensbestanddelen uitvoeren;

  8. in beslag genomen vermogensbestanddelen ter beschikking stellen van politiediensten.

    § 2. Het Centraal Orgaan staat in voor het gecentraliseerde en geïnformatiseerde beheer van de gegevens met betrekking tot zijn opdrachten in het algemeen en de door hem beheerde vermogensbestanddelen in het bijzonder.

    § 3. Onverminderd de opdrachten voorzien in andere wettelijke bepalingen, en in het kader van zijn opdrachten in het kader van de uitvoering van gerechtelijke beslissingen, zal het Centraal Orgaan :

  9. de coördinatie van de tenuitvoerlegging van vonnissen en arresten houdende verbeurdverklaring van vermogensbestanddelen verzekeren;

  10. instaan voor tenuitvoerlegging van de door het openbaar ministerie of de rechter bevolen teruggave van in beslag genomen vermogensbestanddelen die aan zijn beheer zijn toevertrouwd;

  11. ambtshalve of op verzoek van het openbaar ministerie of de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën solvabiliteitsonderzoeken voeren;

  12. indien het erom wordt verzocht, strafrechtelijke uitvoeringsonderzoeken voeren of bijstand verlenen aan deze die door het openbaar ministerie worden gevoerd.

    § 4. Inzake beslag in strafzaken en verbeurdverklaring zal het Centraal Orgaan, onverminderd de opdrachten waarin is voorzien in andere wettelijke bepalingen, en in het kader van zijn ondersteunende rol :

  13. ambtshalve of op hun verzoek adviezen verstrekken aan de bevoegde overheden;

  14. operationele bijstand verstrekken aan de bevoegde overheden indien erom wordt verzocht;

  15. thematische vorming verstrekken aan de bevoegde overheden.

    § 5. Inzake beslag in strafzaken en verbeurdverklaring zal het Centraal Orgaan, onverminderd de opdrachten waarin is voorzien in andere wettelijke bepalingen en de bevoegdheden van andere diensten en gerechtelijke overheden, en in het kader van de internationale samenwerking in strafzaken :

  16. de internationale wederzijdse rechtshulp in strafzaken inzake beslag en verbeurdverklaring met toepassing van een verdrag vergemakkelijken;

  17. de toepassing van de wet van 5 augustus 2006 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie op het gebied van inbeslagneming en verbeurdverklaring vergemakkelijken;

  18. overeenkomstig artikel 197bis, § 3, van het Wetboek van strafvordering rechterlijke beslissingen inzake verbeurdverklaring uitvoeren in het buitenland;

  19. dienstbetrekkingen met buitenlandse equivalente instellingen en internationale organisaties aanknopen en onderhouden en hiermee samenwerken overeenkomstig de verdragsrechtelijke en wettelijke bepalingen.

    Afdeling 2. - Beheer van in beslag genomen vermogensbestanddelen

    Onderafdeling 1. - Algemene beginselen

    Art. 8. § 1. Het Centraal Orgaan beheert de vermogensbestanddelen die hem worden toevertrouwd als een goed huisvader en volgens de principes van een voorzichtig en passief beheer.

    § 2. Met het oog op de uitvoering van het beheer van geldsommen doet het Centraal Orgaan beroep op de diensten van de Deposito- en Consignatiekas of van de in België erkende financiële instellingen.

    § 3. De Koning bepaalt de lijst van valuta die het Centraal Orgaan beheert.

    § 4. De kosten voor het beheer zijn gerechtskosten die worden begroot door de directeur van het Centraal Orgaan.

    Art. 9. Bij de teruggave van de door het Centraal Orgaan beheerde sommen, worden deze sommen verhoogd met de interesten. Voor de uitbetaling van de intresten wordt toepassing gemaakt van de artikelen 18 en 19 van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934. De rentevoet is deze die geldt bij de financiële instelling waarop het Centraal Orgaan beroep doet voor het beheer van de geldsommen.

    Onderafdeling 2. - Waardevast beheer

    Art. 10. § 1. Het openbaar ministerie of, in voorkomend geval, de onderzoeksrechter staat in samenspraak met het Centraal Orgaan in voor het waardevast beheer van de in beslag genomen vermogensbestanddelen bedoeld in artikel 3, 2°.

    Het eerste lid is ook van toepassing op de vermogensbestanddelen die in beslag zijn genomen met toepassing van de wet van 20 mei 1997 betreffende de internationale samenwerking inzake de tenuitvoerlegging van inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen. De bevoegde gerechtelijke autoriteit in de verzoekende staat wordt vooraf in kennis gesteld. Vanaf de kennisgeving beschikt hij over een termijn van drie maanden om te reageren. Het bevoegde openbaar ministerie stelt de bevoegde gerechtelijke autoriteit in de verzoekende staat in kennis van het resultaat van de beheersmaatregel.

    Onverminderd de bepalingen opgenomen in de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen is het openbaar ministerie of de onderzoeksrechter, behoudens specifieke omstandigheden eigen aan het dossier of aan het beslagen goed, gehouden om, binnen een termijn van drie maanden na de inbeslagneming, één van de in artikel 3, 2° a) en b), bedoelde maatregelen te bevelen ingeval het in beslag genomen vermogensbestanddeel een motorvoertuig, een vaartuig of een vliegtuig betreft.

    § 2. De secretaris van het bevoegde parket of arbeidsauditoraat, de griffier van de onderzoeksrechter of de griffier van de betrokken rechtsmacht licht het Centraal Orgaan in over de beslissing, bedoeld in artikel 3, 2°, van zodra deze definitief wordt.

    § 3. De sommen verkregen uit de vervreemding, deze die gestort worden met het oog op de teruggave van het in beslaggenomen vermogensbestanddeel en deze die voortkomen uit de zekerheidsstellingen worden beheerd door het Centraal Orgaan.

    Art. 11. § 1. Na ontvangst van de toelating tot vervreemding overeenkomstig de artikelen 28octies of 61sexies van het Wetboek van strafvordering, laat het Centraal Orgaan de vervreemding van de roerende goederen uitvoeren door de Administratie van de Patrimoniumdiensten. Wanneer de aard of de hoeveelheid van de te verkopen roerende goederen het vereist, kan het Centraal Orgaan, met het akkoord van de Administratie van de Patrimoniumdiensten, beroep doen op een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT