31 OKTOBER 2017. - Koninklijk besluit nr. 57 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde wat goederenvervoerdiensten en ermee samenhangende diensten betreft

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Dit ontwerp van koninklijk besluit geeft uitvoering aan artikel 21, § 4, van het Btw-Wetboek (hierna : "Wetboek").

Artikel 59bis van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006, betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, laat elke lidstaat toe om maatregelen te nemen ten einde dubbele heffing of niet-heffing van de belasting alsmede verstoring van de mededing te voorkomen met betrekking tot diensten waarvan de plaats wordt bepaald op grond van de artikelen 44, 45, 56, 58 en 59 van die richtlijn.

Artikel 21, § 4, van het Wetboek machtigt de Koning om dergelijke maatregelen in het interne recht in te voeren voor een aantal van die diensten.

Dit artikel bepaalt aldus dat de Koning, voor de diensten bedoeld in de paragrafen 2 en 3, 5°, van artikel 21 van het Wetboek of voor sommige ervan, kan :

  1. de plaats van deze diensten, die krachtens dit artikel in België is gelegen, aanmerken als buiten de Gemeenschap te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie buiten de Gemeenschap plaatshebben;

  2. de plaats van deze diensten die, krachtens hetzelfde artikel, buiten de Gemeenschap is gelegen, aanmerken als in België te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie in België plaatshebben.

    Het koninklijk besluit nr. 57 van 17 maart 2010 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde (Belgisch Staatsblad van 25 maart 2010) vormde een eerste specifieke uitvoeringsmaatregel van artikel 21, § 4, 1°, van het Wetboek ten einde af te wijken van de algemene plaatsbepalingsregel van de diensten, ten aanzien van de goederenvervoerdiensten en de diensten die met het goederenvervoer samenhangen die werkelijk worden gebruikt of geëxploiteerd buiten de Gemeenschap.

    Wanneer de belastingplichtige afnemer van dergelijke diensten aldus in België gevestigd is en de plaats van die diensten derhalve in België gelegen is krachtens artikel 21, § 2, van het Wetboek, wordt die plaats geacht buiten de Gemeenschap gelegen te zijn wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie van die diensten buiten de Gemeenschap plaatsvinden.

    Wat meer in het bijzonder het goederenvervoer betreft, wordt dat werkelijke gebruik of die werkelijke exploitatie bepaald naar verhouding van de afgelegde afstanden buiten de Gemeenschap.

    Het is gebleken dat deze laatste...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT