31 MEI 2018. - Decreet houdende diverse bepalingen betreffende de verbetering van de omkadering van het kleuteronderwijs

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet is van toepassing op de kinderverzorgers en op de meesters psychomotoriek van de inrichtingen voor gewoon kleuteronderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

Art. 2. In de zin van dit decreet, wordt verstaan onder:

  1. meesters psychomotoriek (gesubsidieerde contractuelen)/(steun voor startbaan): de meesters psychomotoriek bedoeld bij de overeenkomsten genomen krachtens artikel 3ter, § 2, tweede lid, 2°, van het decreet van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving, zoals geldig vóór de opheffing ervan bij artikel 5, 2°, van dit decreet;

  2. toewijzingsdocument: het document waarbij de inrichtende macht de toewijzing formaliseert van een post van meester psychomotoriek, op basis van de verdeling uitgevoerd krachtens krachtens artikel 3ter, § 3, tweede lid, 2°, van het decreet van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving, zoals geldig vóór de opheffing ervan bij artikel 5, 3°, van dit decreet;

  3. inrichtende macht die beheerder is van het toewijzingsdocument: de inrichtende macht die het administratieve dossier van het personeelslid beheert en die zijn aanwerving organiseert. Wanneer het toewijzingsdocument een post toekent met meerdere inrichtende machten, is één enkele van hen beheerder van het document;

  4. gedeelde betrekkingen: een post wordt gedeeld wanneer het personeelslid zijn opdracht uitvoert binnen meerdere vestigingen en/of schoolinrichtingen;

  5. het koninklijk besluit van 22 maart 1969: het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunstonderwijs en onderwijs voor sociale promotie van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;

  6. het koninklijk besluit van 22 juli 1969: het koninklijk besluit van 22 juli 1969 tot vaststelling van de regels voor de rangschikking van de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het rijksonderwijs;

  7. het decreet van 1 februari 1993: het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs;

  8. het decreet van 6 juni 1994: het decreet van 6 juni 1994 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs;

  9. het decreet van 13 juli 1998: het decreet van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving;

  10. het decreet van 12 mei 2004: het decreet van 12 mei 2004 betreffende de vaststelling van de schaarste en bepaalde Commissies in het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd en georganiseerd onderwijs;

  11. het decreet van 2 juni 2006: het decreet van 2 juni 2006 betreffende de personeelsformatie en het statuut van de kinderverzorgers van de inrichtingen voor gewoon kleuteronderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd en gesubsidieerd.

    Art. 3. Het gebruik in dit decreet van de mannelijke namen voor de verschillende titels en ambten is gemeenslachtig om voor de leesbaarheid te zorgen van de tekst niettegenstaande de bepalingen van het decreet van 21 juli 1993 betreffende de vervrouwelijking van de namen van beroep, ambt, graad of titel.

    HOOFDSTUK II. - Verbetering van het statuut van de meesters psychomotoriek

    Afdeling I. - Wijzigingsbepalingen

    Onderafdeling I. - Bepaling tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969

    Art. 4. In artikel 14quater van het koninklijk besluit van 22 maart 1969, wordt paragraaf 1bis opgeheven.

    Onderafdeling II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 13 juli 1998

    Art. 5. Artikel 3ter van het decreet van 13 juli 1998 wordt gewijzigd als volgt:

  12. paragraaf 1 wordt door de volgende bepaling vervangen:

    " § 1. De organisatie van de psychomotorische activiteiten bedoeld in artikel 3, § 1, lid 1, is verplicht voor de schoolvestigingen die kleuteronderwijs organiseren. Een specifieke omkadering wordt daartoe toegekend, naar rata van twee organieke lestijden psychomotoriek per volledige betrekking kleuteronderwijzer, berekend overeenkomstig artikel 41, § 1, en op de datums bepaald bij de artikelen 42 tot 44ter toegekend.";

  13. de paragrafen 1°, 1° bis en 2° van paragraaf 2 worden opgeheven;

  14. paragraaf 3 wordt opgeheven;

  15. paragraaf 3bis wordt opgeheven.

    Art. 6. Artikel 98bis van het decreet van 13 juli 1998 wordt opgeheven.

    Onderafdeling III. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 12 mei 2004

    Art. 7. In artikel 6 van het decreet van 12 mei 2004, wordt punt 3 van het tweede lid opgeheven.

    Art. 8. In artikel 10 van het decreet van 12 mei 2004 wordt punt 3 van het vierde lid opgeheven.

    Afdeling II. - Toekenning van posten in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap

    voor het schooljaar 2018 - 2019

    Onderafdeling I. - Personeelsleden die de bepalingen genieten

    Art. 9. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op:

  16. de personeelsleden aangeworven als meester psychomotoriek (gesubsidieerde contractuelen)/(steun voor startbaan) in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd onderwijs en die zich kandidaat stellen voor het schooljaar 2018 - 2019, volgens de nadere regels bepaald bij de artikelen 11, § 1, en 13, § 1, voor een betrekking in het ambt meester psychomotoriek bij deze zelfde inrichtende macht;

  17. de personeelsleden tijdelijk aangewezen als meester psychomotoriek krachtens de artikelen 18 en 20 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 die zich kandidaat stellen voor het schooljaar 2018 - 2019 volgens de nadere regels bepaald bij de artikelen 11, § 1, en 13, § 1, voor een betrekking in het ambt meester psychomotoriek bij deze zelfde inrichtende macht;

  18. de personeelsleden prioritair tijdelijk aangewezen als meester psychomotoriek krachtens artikel 31 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 of opgenomen in de rangschikking van prioritaire tijdelijke kandidaten die zich kandidaat stellen voor het schooljaar 2018 - 2019 volgens de nadere regels bepaald bij de artikelen 11, § 1, en 13, § 1, voor een betrekking in het ambt meester psychomotoriek bij deze zelfde inrichtende macht;

  19. de personeelsleden gedeeltelijk benoemd als meester psychomotoriek krachtens artikel 45 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 die zich kandidaat stellen voor het schooljaar 2018 - 2019 volgens de nadere regels bepaald bij de artikelen 11, § 1, en 13, § 1, voor een betrekking in het ambt meester psychomotoriek bij deze zelfde inrichtende macht.

    Onderafdeling II. - Bijzondere berekening van de anciënniteit van meesters psychomotoriek

    Art. 10. Voor de toepassing van de onderafdelingen 3, 4 en 5, en met uitwerking voor het vervolg van hun loopbaan, wordt de anciënniteit van meesters psychomotoriek (gesubsidieerde contractuelen)/(steun voor startbaan) berekend zonder dat op de eerste 1200 gepresteerde dienstdagen de verminderende coëfficiënt 0, 3 toegepast wordt zoals bedoeld bij artikel 39, eerste lid, f), van het koninklijk besluit van 22 maart 1969.

    In afwijking van artikel 40 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969, worden de diensten gepresteerd door de meesters psychomotoriek (gesubsidieerde contractuelen)/(steun voor startbaan) in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd onderwijs in aanmerking genomen voor de berekening van de dagen bedoeld bij artikel 30, tweede lid, van hetzelfde besluit.

    Onderafdeling III. - Tijdelijke aanstelling in de betrekkingen toegekend krachtens de eerste afdeling

    Art. 11. § 1. Voor iedere tijdelijke aanstelling in een betrekking toegekend krachtens het nieuwe artikel 3ter van het decreet van 13 juli 1998, zoals gewijzigd bij artikel 5, moeten de personeelsleden bedoeld bij artikel 9:

  20. zich bij aangetekend schrijven vóór 30 juni 2018 kandidaat stellen voor de specifieke oproep uitgeschreven tijdens de maand juni 2018, op straffe van verval;

  21. aan de voorwaarden voor de verscheidene...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT