30 NOVEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van een provinciale volksraadpleging

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op het Provinciedecreet van 9 december 2005, artikel 204, vierde lid, 211, § 1, 3° en 7°, en § 3, eerste lid, artikel 214bis en 214quater, ingevoegd bij het decreet van 6 juli 2018;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende vaststelling van de nadere procedureregels voor de organisatie van een provinciale volksraadpleging;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 tot vaststelling van het model van het formulier houdende het verzoek tot organisatie van een volksraadpleging;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 juni 2009 tot vaststelling van het model van het volmachtformulier voor de provinciale volksraadpleging;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 juni 2018;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 26 september 2018;

Gelet op advies 64.473/3 van de Raad van State, gegeven op 16 november 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Procedureregels voor een provinciale volksraadpleging

Afdeling 1. - Organisatie en verloop van een provinciale volksraadpleging

Onderafdeling 1. - Verdeling van de potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging over de stemafdelingen

Artikel 1. § 1. Het college van burgemeester en schepenen deelt de potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging in stemafdelingen in.

§ 2. Het college van burgemeester en schepenen kent aan iedere stemafdeling een volgnummer toe, te beginnen met het cijfer 1. Die indeling in stemafdelingen, met hun benamingen, wordt aan de provinciegouverneur bezorgd.

Het college van burgemeester en schepenen wijst voor elke stemafdeling een afzonderlijk stemlokaal aan. In één gebouw kunnen verschillende stemlokalen worden ingericht.

Onderafdeling 2. - Verzending van de deelnemerslijsten aan de bureaus

Art. 2. Uiterlijk dertig dagen voor de provinciale volksraadpleging bezorgt het college van burgemeester en schepenen tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending aan de voorzitter van het provinciaal hoofdbureau en aan de deputatie twee door de burgemeester en algemeen directeur voor echt verklaarde uittreksels van de lijst van de potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging, opgemaakt per stemafdeling.

Uiterlijk zevenentwintig dagen voor de provinciale volksraadpleging bezorgt de voorzitter van het provinciaal hoofdbureau tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau een kopie van de lijst van de potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging, opgemaakt per stemafdeling.

Op de dag van de provinciale volksraadpleging of een dag ervoor bezorgt het college van burgemeester en schepenen aan elke voorzitter van een stembureau de lijst van de potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging van zijn stemafdeling. Die lijst bevat de wijzigingen die zijn aangebracht met toepassing van artikel 210, § 1, derde lid, van het Provinciedecreet van 9 december 2005.

Onderafdeling 3. - Samenstelling, organisatie en werking van het provinciaal hoofdbureau, de gemeentelijke hoofdbureaus, de stembureaus en de telbureaus

Art. 3. Het provinciaal hoofdbureau bestaat uit een voorzitter, vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris.

Het provinciaal hoofdbureau is gevestigd in de hoofdstad van de provincie en wordt voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, of bij zijn afwezigheid, door de magistraat die hij aanwijst.

De voorzitter van het provinciaal hoofdbureau wijst de bijzitters, de plaatsvervangende bijzitters en de secretaris aan die deel uitmaken van zijn bureau uit de potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging die minstens achttien jaar zijn op de dag van de provinciale volksraadpleging. De secretaris is niet stemgerechtigd bij de besluitneming van het provinciaal hoofdbureau. De voorzitter van het provinciaal hoofdbureau brengt de betrokkenen en de deputatie onmiddellijk op de hoogte van de aanwijzing.

Het provinciaal hoofdbureau is uiterlijk zevenentwintig dagen voor de dag van de provinciale volksraadpleging samengesteld.

De leden van het provinciaal hoofdbureau hebben recht op een vergoeding die gelijk is aan de vergoeding, vermeld in artikel 1, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2017 tot regeling van de kosten voor de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen.

Art. 4. Het gemeentelijk hoofdbureau bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter, drie bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. Als de voorzitter niet vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan functioneert die als vierde bijzitter. Als de voorzitter wel vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan wordt die als vierde bijzitter vervangen door een plaatsvervangende bijzitter.

Uiterlijk op de vijfendertigste dag voor de dag van de provinciale volksraadpleging wijst het college van burgemeester en schepenen een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau aan uit de potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging die minstens achttien jaar zijn op de dag van de provinciale volksraadpleging. Het college van burgemeester en schepenen brengt de betrokkenen en de deputatie onmiddellijk op de hoogte van de aanwijzing.

De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau wijst de bijzitters, de plaatsvervangende bijzitters en de secretaris aan die deel uitmaken van zijn bureau uit de potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging die minstens achttien jaar zijn op de dag van de provinciale volksraadpleging. De secretaris is niet stemgerechtigd bij de besluitneming van het hoofdbureau. De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau brengt de betrokkenen en het college van burgemeester en schepenen onmiddellijk op de hoogte van de aanwijzing.

Het gemeentelijk hoofdbureau is uiterlijk zevenentwintig dagen voor de provinciale volksraadpleging samengesteld. Als in de gemeente de lijst van potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging bestaat uit één stemafdeling, fungeert het gemeentelijk hoofdbureau ook als enige stembureau.

De leden van het gemeentelijk hoofdbureau hebben recht op een vergoeding die gelijk is aan de vergoeding, vermeld in artikel 1, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2017 tot regeling van de kosten voor de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen.

Art. 5. § 1. Het stembureau is gevestigd in het lokaal dat het college van burgemeester en schepenen voor de stemafdeling heeft aangewezen conform artikel 1, § 2, tweede lid. Het college van burgemeester en schepenen deelt aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau de adressen van de stembureaus mee. Per stemafdeling wordt één stembureau ingericht. De stembureaus hebben zitting in de gemeente.

§ 2. In de gemeenten waar niet meer dan één stemafdeling is, worden de stemmen geteld door het enige stembureau, dat als dusdanig de functie van enig telbureau vervult.

In de gemeenten waar twee of drie stemafdelingen zijn, worden de stemmen voor de verschillende afdelingen geteld door het gemeentelijk hoofdbureau, dat als dusdanig de functie van enig telbureau vervult.

In de gemeenten waar meer dan drie stemafdelingen zijn, wordt per zevenduizend potentiële deelnemers aan de provinciale volksraadpleging een telbureau opgericht.

Art. 6. Uiterlijk vijf dagen voor de provinciale volksraadpleging wijst de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau voor alle telbureaus bij loting de stembureaus aan waarvan ze de stembiljetten moeten onderzoeken.

De telbureaus hebben zitting in de gemeente en zijn gevestigd in de lokalen die het college van burgemeester en schepenen heeft aangewezen. Het college van burgemeester en schepenen deelt aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau de adressen van de telbureaus mee. De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau brengt de voorzitters en de bijzitters van de telbureaus onmiddellijk met een aangetekende zending op de hoogte van de plaats waar het telbureau zijn taak moet vervullen en wijst het lokaal aan waar hij zitting zal houden om het proces-verbaal, vermeld in artikel 22, te ontvangen.

De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau brengt de voorzitters van de stembureaus onmiddellijk met een aangetekende zending op de hoogte van de plaats...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT