30 NOVEMBER 2017. - Ordonnantie tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen (1)

Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingsbepalingen

Afdeling 1. - Wijzigingen van het Brussels Wetboek

van Ruimtelijke Ordening

Art. 2. In alle artikelen van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (hierna het « Wetboek » genoemd) waarin deze woorden voorkomen, worden de woorden « de Brusselse Hoofdstedelijke Raad » en « de Hoofdstedelijke Raad » vervangen door de woorden « het Brussels Hoofdstedelijk Parlement ».

Art. 3. In artikel 1 van het Wetboek wordt het tweede lid als volgt vervangen :

Het beoogt met name de gehele of gedeeltelijke omzetting van de volgende Europese richtlijnen :

- richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten;

- richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna;

- richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken;

- richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997 tot wijziging van richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieu effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten;

- richtl[00c4][00b3]n 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's;

- richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand;

- richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, gewijzigd door richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014;

- richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van richtlijn 96/82/EG van de Raad.

.

Art. 4. Artikel 4/1 van het Wetboek wordt opgeheven.

Art. 5. Artikel 4/2 van het Wetboek wordt opgeheven.

Art. 6. Artikel 5 van het Wetboek wordt als volgt gewijzigd :

1° het eerste lid wordt als volgt gewijzigd :

  1. De woorden « het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting » worden vervangen door de woorden « de besturen belast met stedenbouw, monumenten en landschappen en territorialeplanning »;

  2. Er wordt een tweede zin toegevoegd die als volgt luidt :

    Onder hen bevindt zich minstens één ambtenaar die gespecialiseerd is in het behoud van het onroerend erfgoed, die houder is van een diploma hoger onderwijs of minstens tien jaar beroepservaring heeft inzake onroerend erfgoed, overeenkomstig de eisen van de Regering in dit verband.

    ;

    2° het tweede lid wordt vervangen door de volgende tekst :

    Zij worden « gemachtigd ambtenaar », « gemachtigd ambtenaar Erfgoed » of « sanctionerend ambtenaar » genoemd ».

    Art. 7. Artikel 6, eerste lid van het Wetboek wordt als volgt gewijzigd :

    1° in 5° worden de woorden « met name via e-mail » ingevoegd na het woord « schriftelijk »;

    2° 6° wordt vervangen door de volgende tekst :

    6° er wordt overgegaan tot de uithanging van een axonometrie of een ander gelijkwaardig systeem voor driedimensionale grafische voorstelling dat de volumetrische eigenschappen van het project aanschouwelijk maakt, overeenkomstig de regels die zijn vastgelegd door de Regering, indien de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning die het voorwerp uitmaakt van het openbaar onderzoek, betrekking heeft op een nieuwbouw waarvan de oppervlakte groter is dan 400 vierkante meter, op de uitbreiding met meer dan 400 vierkante meter van een bestaand gebouw of op een gebouw waarvan de hoogte één of meer bouwlagen hoger zal zijn dan de omliggende bebouwing in een straal van vijftig meter.

    Er is geen axonometrie vereist voor infrastructuurwerken die niet de oprichting van de bovengrondse volumes omvatten.

    .

    Art. 8. Artikel 7 van het Wetboek wordt als volgt gewijzigd :

    1° in het derde lid, worden de woorden « van richtplannen van aanleg, » ingevoegd tussen de woorden « gewestelijk bestemmingsplan, » en de woorden « van gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen »;

    2° het zevende lid wordt opgeheven;

    3° het negende lid wordt als volgt vervangen :

    De Gewestelijke Commissie is samengesteld uit achttien onafhankelijke experts, benoemd door de Regering, waarvan negen voorgedragen door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Deze experts vertegenwoordigen de volgende disciplines : stedenbouw en ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieu, huisvesting, cultureel en natuurlijk erfgoed, economie en architectuur. De Regering bepaalt de regels voor de aanwijzing van deze experts en voor de werking van de Gewestelijke Commissie, met name de hoorzitting van de afgevaardigden van de Regering of van de gemeente die een in het tweede lid bedoeld ontwerp uitgewerkt heeft;

    .

    Art. 9. Artikel 8 van het Wetboek wordt als volgt gewijzigd :

    1° het punt aan het einde van 2° wordt vervangen door een puntkomma;

    2° er wordt een 3° toegevoegd dat als volgt luidt :

    3° de bekendmaking van de adviezen van de Gewestelijke Commissie op het internet.

    Art. 10. Artikel 9 van het Wetboek wordt als volgt gewijzigd :

    1° in § 1, tweede lid, 2°, worden de woorden « telkens dit bij verordening of bij een plan is voorzien, of wanneer deze vergunnings- of attestaanvragen aan de in artikelen 150 en 151 bedoelde speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen » vervangen door de woorden « telkens dit bij onderhavig Wetboek, bij een plan of een verordening of is voorzien; »;

    2° § 2 wordt als volgt vervangen : « § 2. De Regering bepaalt de samenstelling, de organisatie en de werkingsregels van de overlegcommissies, alsook, in voorkomend geval, bepaalde adviescriteria door de volgende principes toe te passen :

    1° de vertegenwoordiging :

    - van de gemeenten;

    - van het bestuur belast met stedenbouw;

    - van het bestuur belast met monumenten en landschappen;

    - van het Brussels Instituut voor Milieubeheer;

    - van Brussel Mobiliteit en het bestuur belast met territoriale planning wanneer de overlegcommissie wordt geraadpleegd vóór de uitwerking, wijziging of opheffing van een bijzonder bestemmingsplan;

    2° het verbod voor de leden van de overlegcommissies om deel te nemen aan het stemmen over de vergunningsaanvragen of over de ontwerpplannen of ontwerpen van verordening die uitgaan van het orgaan dat zij vertegenwoordigen;

    3° de terbeschikkingstelling aan de bevolking van een register met de notulen van de vergaderingen en met de door de commissies uitgebrachte adviezen;

    4° de waarneming van het voorzitterschap van de overlegcommissie door het bestuur belast met stedenbouw wanneer de aanvraag betrekking heeft op een project van gewestelijk belang inzake mobiliteit. Een project is van gewestelijk belang inzake mobiliteit als het gaat om handelingen en werken betreffende het wegennet en de openbare ruimten, zoals omschreven in artikel 189/1, waarvan het belang het louter gemeentelijk belang en het grondgebied van één enkele gemeente overstijgt of om het even welk project dat als zodanig in het gewestelijk mobiliteitsplan wordt aangegeven;

    5° het horen van de natuurlijke of rechtspersonen die erom vragen tijdens het openbaar onderzoek. ».

    Art. 11. Artikel 11 van het Wetboek wordt als volgt gewijzigd :

    1° paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de volgende zin :

    Deze adviezen worden met redenen omkleed.

    ;

    2° in paragraaf 2, punt 2, wordt het derde lid vervangen door de volgende tekst :

    Elk van de volgende vakgebieden is vertegenwoordigd : stedenbouw, landschapsarchitectuur, architectuur, bouwengineering, geschiedenis, kunstgeschiedenis, archeologie, natuurlijk erfgoed, restauratietechnieken en bouweconomie. De Regering kan de vertegenwoordiging van bijkomende vakgebieden voorzien.

    ;

    3° in § 2, punt 5, eerste lid, wordt het woord « aangewezen » ingevoegd tussen de woorden « twee derde van haar » en de woorden « leden aanwezig zijn »;

    4° paragraaf 3 wordt als volgt gewijzigd :

  3. in het tweede lid, in de tweede zin, worden de woorden « van de aanwezige leden geformuleerd » vervangen door de woorden « van de aangewezen leden geformuleerd; bij ontstentenis ervan worden de adviezen gunstig geacht »;

  4. het derde lid wordt opgeheven;

  5. er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend als volgt : « Wanneer het eenvormig advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen gepaard gaat met voorwaarden, worden die duidelijk en nauwkeurig opgesomd in het bepalend gedeelte van dat advies. »;

    5° in paragraaf 4 wordt het tweede lid vervangen door de volgende tekst :

    Dit secretariaat wordt verzorgd door het bestuur belast met monumenten en landschappen.

    .

    Art. 12. In titel I, wordt een nieuw hoofdstuk IVbis ingevoegd, met het opschrift « De Bouwmeester », met daarin een artikel 11/1 dat als volgt luidt :

    Art. 11/1. § 1. De Regering stelt voor een periode van maximaal vijf jaar een Bouwmeester aan, belast met het toezicht op de architecturale kwaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    § 2. De Regering legt de lijst vast van de vergunningsaanvragen die wegens het bijzondere belang van hun architecturale kwaliteit naast artikel 124 het voorafgaande advies van de Bouwmeester moeten bevatten.

    De Regering legt de voorwaarden vast voor de afgifte van het advies van de Bouwmeester.

    § 3. De geldende vereiste volgens § 2, eerste lid is niet langer van toepassing indien de Bouwmeester zijn advies niet naar de aanvrager verstuurd heeft binnen de zestig dagen na de ontvangst van de adviesaanvraag.

    .

    Art. 13. Artikel 12 van het Wetboek wordt als volgt gewijzigd :

    1° in het eerste lid, worden de woorden « bedoeld in afdeling V...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT