30 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, betreffende de controle op de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemde water

De Waalse Regering,

Gelet op boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikel D.188;

Gelet op het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op zijn reglementair deel;

Gelet op het advies van de Beleidsgroep "Leefmilieu", uitgebracht op 6 juli 2017;

Gelet op het rapport van 24 augustus 2017 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies nr. 62.221/4 van de Raad van State, gegeven op 25 oktober 2017 overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de Wereldgezondheidsorganisatie een aanpak heeft gevolgd, die erin bestaat beheersplannen voor de sanitaire veiligheid van het water inzake de beoordeling en het beheer van de risico's op te maken;

Overwegende dat het noodzakelijk is om over te gaan tot aanpassingen in de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de regels betreffende de controle en de analyse van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemde water;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In artikel R.42sexies van het reglementair Deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2001 en vernummerd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. 2° wordt vervangen als volgt:

    " 2° "bepalingsgrens": een vermeld veelvoud van de aantoonbaarheidsgrens bij een concentratie van de te bepalen grootheid die redelijkerwijs met een aanvaardbaar nauwkeurigheids- en precisieniveau kan worden bepaald. De bepalingsgrens kan met behulp van een geschikte standaard of een geschikt monster worden berekend en kan vanaf het laagste kalibratiepunt op de kalibratiecurve, met uitzondering van de blanco, worden verkregen. De bepalingsgrens wordt op een reële matrix geëvalueerd, namelijk een water representatief voor het toepassingsgebied van de methode, die het te meten element niet bevat. Indien het onmogelijk is, bereidt het laboratorium een synthetische oplossing voor, die zo representatief mogelijk is voor de betrokken matrix. De bepalingsgrens wordt geëvalueerd onder de toepassingsvoorwaarden voor de gebruikelijke methode en de veronderstelde waarde ervan wordt gecontroleerd ten opzichte van een aanvaardbare maximale relatieve afwijking van 60 % ;";

  2. 4° wordt vervangen als volgt:

    "4° "meetonzekerheid": de absolute waarde van de parameter die de spreiding karakteriseert van de waarden die redelijkerwijs kunnen worden toegekend aan een meetgrootte met dien verstande dat :

    a) de raming van de onzekerheid alle stappen van een analysemethode met inbegrip van de voorbereiding van de monsters in aanmerking moet nemen;

    b) de berekening van de onzekerheid in de ISO-norm 11352 of in elke andere gelijkwaardige norm die op internationaal niveau erkend is, zoals de norm NBN ENV 13005, wordt bepaald en;

    c) de onzekerheid met een verliesfactor k=2 wordt vermenigvuldigd zodat ongeveer 95 % van de aan de meetgrootte toegekende waarden gedekt worden door een interval rond de gemeten waarde.".

    Art. 2. Artikel R.252 van het reglementair deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt aangevuld met de woorden "en van Richtlijn 2015/1787/EU van de Commissie van 6 oktober 2015 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Richtlijn 98/83/EG van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water".

    Art. 3. De artikelen R.255, § 2, tot R.60 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 februari 2011, worden vervangen als volgt:

    "Art. R.255. § 2. De algemene doelstellingen en de reikwijdte van het programma voor de controle van voor menselijke consumptie bestemd water worden in bijlage XXXIII, Deel A, bepaald.

    § 3. Voor elk distributiegebied schikt de leverancier zich naar:

  3. de te controleren parameters en de frequentie van de monsternemingen bedoeld in bijlage XXXIII, Deel B;

  4. de methodes en plaatsen van monsternemingen bedoeld in bijlage XXXIII, Deel D;

  5. de analysemethodes voorgeschreven bij bijlage XXXIV.

    § 4. De Minister kan de controleprogramma's van de leveranciers in termen van bemonstering en analyses bedoeld in § 3, 2° en 3° van dit artikel, aanpassen om ze aan te vullen. Deze aanpassing wordt verricht op grond van het verslag van het beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water.

    Art. R.256. § 1. Op verzoek van de leverancier kan de Minister ertoe machtigen om af te wijken van één of meerdere parameters bepaald in punt 5 van Deel C van bijlage XXXIII en van de bemonsteringsfrequenties bedoeld in artikel R.255, § 3, 1°, in bepaalde distributiegebieden en voor de door hem bepaalde duur, mits een risicobeoordeling wordt uitgevoerd overeenkomstig bijlage XXXIII, Deel C. Deze risicobeoordeling wordt afgeleverd door de leverancier ter staving van zijn controleprogramma en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, Departement Leefmilieu en Water, hierna de Administratie genoemd.

    Daartoe maakt de leverancier een project van beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water per distributiegebied op en maakt het over aan de Administratie op hetzelfde ogenblik als het jaarlijkse controleprogramma.

    Het plan omvat de beoordeling en het beheer van de risico's en bepaalt, in voorkomend geval, de frequentieverminderingen of de controle-uitstellen gevraagd voor één of meerdere distributiegebieden.

    Het beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water wordt door de Minister goedgekeurd.

    Het beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water wordt bijgewerkt op initiatief van de leverancier of op verzoek van de Administratie. De leverancier vergewist zich van de voortdurende geldigheid van zijn plan en onderzoekt het opnieuw minstens in de volgende gevallen:

  6. in antwoord op relevante veranderingen, bij voorbeeld op het gebied van:

    a) het drinkwatervoorzieningsysteem;

    b) de juridische of reglementaire eisen, met inbegrip van de algemene principes van de risicobeoordeling;

    c) de technische specificaties en de procedures;

    d) het leefmilieu waarin hij handelt;

  7. in antwoord op incidenten of spoedgevallen;

  8. na elk significant gevaarlijk gebeurtenis.

    De Minister bepaalt de minimale lijst van de vragen die in aanmerking genomen moeten worden in het kader van de opmaking van een beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water alsook de methode voor het opmaken van dit plan. Hij bepaalt de modaliteiten van de in het eerste lid bedoelde afwijkingsaanvraag.

    § 2. De Minister kan ook de controleprogramma's van de waterleveranciers versterken wat betreft de bemonsteringsparameters en -frequenties bedoeld in artikel R.255, § 3, 1°, ten gevolge van een risicobeoordeling of op basis van resultaten van analyses uitgevoerd in het kader van het toezicht of op basis van elke nieuwe relevante officiële wetenschappelijke informatie betreffende de voor kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, die het distributiegebied...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT