30 MAART 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende een model van arbeidsreglement (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende een model van arbeidsreglement.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 maart 2017.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2016

Model van arbeidsreglement

(Overeenkomst geregistreerd op 1 augustus 2016 onder het nummer 134352/CO/322)

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :

  1. de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;

  2. de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van genoemde wet van 24 juli 1987, die door deze uitzendbureaus worden tewerkgesteld.

    Art. 2. Zonder afbreuk te doen aan de verplichting van iedere werkgever om, conform artikel 4 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, een arbeidsreglement op te maken, stellen de partijen bij deze collectieve arbeidsovereenkomst een model van arbeidsreglement voor. Dit model is opgenomen in bijlage.

    Art. 3. Dit model van arbeidsreglement bevat alle verplichte vermeldingen opgelegd door de genoemde wet van 8 april 1965, door het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en door andere specifieke wetten.

    Bijkomende vermeldingen kunnen opgenomen worden in de arbeidsreglementen met betrekking tot de uitzendkrachten van de individuele uitzendbureaus, voor zover rekening wordt gehouden met de plaats van het arbeidsreglement in de hiërarchie van de rechtsbronnen inzake sociaal recht.

    Art. 4. § 1. Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen, kunnen op dit reglement afwijkingen worden voorzien op de volgende artikelen :

    - Artikel 8 - Uitbetaling van het loon;

    - Artikel 12 - Terugbetaling van ten onrechte ontvangen bedragen;

    - Artikel 13 - Ziekte of ongeval anders dan arbeidsongeval;

    - Artikel 20 - Aansprakelijkheid;

    - Artikel 23 - Persoonlijke inlichtingen;

    - Artikel 32 - Dringende reden en sancties.

    § 2. In geval van afwijkingen zoals voorzien in § 1 informeert het uitzendbureau de Commissie van goede diensten die is ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993 betreffende de oprichting en organisatie van een Commissie van goede diensten voor de uitzendkrachten.

    Deze informatie wordt gegeven in de maand die volgt op het einde van de termijnen zoals voorzien door de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.

    Commentaar bij artikel 4

    Bij de afwijkingen op de 6 in § 1 vermelde verplichtingen moet rekening gehouden worden met de hiërarchie van de rechtsbronnen. In het bijzonder moet rekening gehouden worden met :

    - artikel 9 van de wet van 12 april 1965 inzake de uitbetaling van het loon;

    - artikel 23 van de wet van 12 april 1965 inzake de terugbetaling van ten onrechte ontvangen bedragen;

    - artikel 31 van de wet van 3 juli 1978 voor wat betreft ziekte of ongeval anders dan arbeidsongeval;

    - artikelen 18 en 19 van de wet van 3 juli 1978 voor wat betreft de aansprakelijkheid van de werknemer.

    Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, tot vaststelling van een model van arbeidsreglement (geregistreerd op 30 mei 1995 onder het nummer 37976/CO/322) op.

    Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2016 en is gesloten voor onbepaalde duur.

    Zij kan mits een opzeggingstermijn van drie maanden door elk van de partijen worden opgezegd bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren.

    Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 maart 2017.

    De Minister van Werk,

    K. PEETERS

    Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende een model van arbeidsreglement

    Type-arbeidsreglement voor uitzendkrachten

    Algemene inlichtingen

    Onderneming

    Maatschappelijke zetel :

    Benaming :

    Adres :

    Telefoon- en emailadres :

    Aard van de activiteit van de onderneming :

    Bevoegd paritair comité : PC 322 voor de uitzendarbeid

    Inschrijvingsnummer bij de RSZ :

    Kinderbijslagfonds

    Benaming en adres :

    Aansluitingsnummer :

    Arbeidsongevallenverzekering

    Benaming en adres :

    Polisnummer :

    - arbeiders :

    - bedienden :

    Vakantiekas

    Benaming en adres :

    Aansluitingsnummer :

    Externe dienst voor de preventie en de bescherming op het werk

    Benaming en adres :

    Aansluitingsnummer :

    Sociaal fonds

    "Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten", Havenlaan 86C, bus 302, 1000 Brussel.

    Sociaal secretariaat

    Benaming en adres :

    Aansluitingsnummer :

    Fonds voor beroepsziekten

    Benaming en adres :

    Aansluitingsnummer :

    HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

    Artikel 1. Toepassingsgebied van het arbeidsreglement

    Dit reglement werd opgesteld in toepassing van de wet van 8 april 1965.

    De collectieve akkoorden en de collectieve arbeidsovereenkomsten die gesloten zijn in de schoot van de onderneming en die de arbeidsvoorwaarden regelen, zijn vermeld in bijlage 1.

    Art. 2. Aard van het overeengekomen werk

    Elke uitzendkracht moet het werk uitvoeren waarvoor hij/zij is aangenomen.

    De voornaamste opdrachten die de functie kenmerken waarvoor hij/zij is aangeworven, worden vermeld in de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid.

    Art. 3. Werkplaats

    De werkplaats van elke uitzendkracht wordt in de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid vastgesteld.

    HOOFDSTUK II. - Werktijd

    Art. 4. Arbeidsduur en uurrooster

    Voor de uitzendkrachten gelden de uurroosters en de bepalingen inzake arbeidsduur die van toepassing zijn in de onderneming van de gebruiker bij wie de uitzendkrachten worden tewerkgesteld en zoals vermeld in zijn arbeidsreglement.

    HOOFDSTUK III. - Rusttijd

    Art. 5. Wettelijk vastgestelde feestdagen

    Onder de voorwaarden als voorzien in de wetgeving betreffende de feestdagen zijn de volgende 10 wettelijke feestdagen aan de uitzendkrachten gewaarborgd :

    Nieuwjaar (1 januari) - Paasmaandag - Feest van de Arbeid (1 mei) - O.L.H. Hemelvaart - Pinkstermaandag - Nationale Feestdag (21 juli) - O.L.V. Hemelvaart (15 augustus) - Allerheiligen (1 november) - Wapenstilstand (11 november) - Kerstmis (25 december).

    Voor de vervangingsbepalingen van de feestdag die op een zondag of op een inactiviteitsdag bij de gebruiker valt, zijn de bepalingen van de gebruiker van toepassing.

    Deeltijdse uitzendkrachten met een vast werkrooster die in een vijf- of zesdagenstelsel werken ontvangen hun loon voor de 10 voormelde wettelijke feestdagen.

    Deeltijdse uitzendkrachten die minder dan vijf of zes dagen per week werken, hebben recht op hun normaal loon voor de voormelde feestdagen die voor hen op een activiteitsdag vallen. Deeltijdse uitzendkrachten met een variabel werkrooster ontvangen hun normaal loon voor de voormelde feestdagen die samenvallen met activiteitsdagen. Voor de feestdagen die niet samenvallen met een activiteitsdag, heeft de deeltijdse uitzendkracht recht op een forfaitair loon (het loon dat de uitzendkracht ontvangen heeft voor de vier weken die de feestdag voorafgaan, gedeeld door het aantal dagen dat er in die periode in de onderneming werd gewerkt).

    Voor de uitzendkrachten gelden de bij de gebruiker van toepassing zijnde bepalingen inzake extra-wettelijke feestdagen.

    Art. 6. Jaarlijkse vakantie

    § 1. De duur van de jaarlijkse vakantie is vastgesteld overeenkomstig de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 en de uitvoeringsbesluiten ervan (inzonderheid het koninklijk besluit van 30 maart 1967 betreffende de jaarlijkse vakantie).

    § 2. De uitzendkracht heeft recht op de wettelijke jaarlijkse vakantie.

    HOOFDSTUK IV. - Loon

    Art. 7. Vaststelling van het loon

    § 1. Het loon van de uitzendkracht is gelijk aan dat waarop hij recht zou hebben als hij vast aangeworven zou worden door de gebruiker (uurloon, premies,...).

    Het loon wordt bepaald door de nationale, sectorale of ondernemingsbarema's die gelden in de onderneming van de gebruiker.

    § 2. Het uitzendbedrijf komt, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies of de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten of de afspraken op bedrijfsniveau tussen in de kosten van het vervoer tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling.

    Om deze tussenkomst te bekomen, moet de uitzendkracht zo snel mogelijk de vereiste verantwoordingsstukken bij het uitzendbureau indienen.

    § 3. Het uitzendbedrijf zal maaltijdcheques en andere looncomponenten toekennen overeenkomstig de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten of de afspraken op bedrijfsniveau.

    Art. 8. Uitbetaling van het loon

    Het loon van de uitzendkracht, inclusief de vervoerstussenkomsten, wordt berekend en wordt ten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT