30 MAART 2017. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de erkenning van de vissersscholen en de opleiders alsook de toekenning van subsidies aan de erkende vissersscholen

De Waalse Regering,

Gelet op het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren, inzonderheid op de artikelen 8, § 2, en 10, § 1, 7°, en 31;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 januari 2007 betreffende de erkenning van de "vissersscholen" en de opleiders alsook de toekenning van subsidies aan de erkende "vissersscholen";

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het "Fonds piscicole et halieutique de Wallonie" (Waals visserij- en hengelfonds), gegeven op 10 oktober 2016;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 oktober 2016;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Pêche" (Waalse Hoge Visraad), gegeven op 18 november 2016,

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 2 februari 2017;

Gelet op het rapport van 2 februari 2017 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies nr. 60.945/4 van de Raad van State, gegeven op 6 maart 2017, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landelijke Aangelegenheden en Natuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de Administratie : de Directie Jacht en Visvangst van het Departement Natuur en Bossen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;

  2. het Comité : het Beheerscomité van het "Fonds piscicole et halieutique de Wallonie";

  3. het decreet van 27 maart 2014 : het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren;

  4. de vissersscholen : de vissersscholen bedoeld in artikel 31 van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren.

    HOOFDSTUK II. - Opleiding en erkenning van de opleiders

    Afdeling 1. - Opleiding van de opleiders

    Art. 2. De erkende vissersscholen beschikken over erkende opleiders die een opleiding hebben gevolgd met het oog op het verzekeren van een begeleiding die de minimale normen en doelstellingen vermeld in het in bijlage 1 bedoelde bestek vervult.

    Afdeling 2. - Erkenning van de opleiders

    Art. 3. Naast de naleving van de voorwaarden bepaald in artikel 31, § 3, van het decreet van 27 maart 2014 kan elke persoon als opleider in de zin van het decreet van 27 maart 2014 erkend worden indien de datum van zijn getuigschrift van de geslaagde opleiding bedoeld in afdeling 1 van minder dan drie jaar op de dag van zijn erkenningsaanvraag dateert.

    Art. 4. De erkenningsaanvraag wordt aan de Administratie gericht :

  5. aan de hand van het formulier bedoeld in bijlage 2;

  6. op straffe van onontvankelijkheid, bij aangetekend schrijven of door elk middel dat vaste datum verleent aan de verzending.

    De Minister of diens afgevaardigde beslist over de aanvraag na het advies van het Comité ingewonnen te hebben en geeft kennis van zijn beslissing aan de aanvrager binnen zestig dagen na ontvangst van het volledige aanvraagdossier.

    Art. 5. § 1. De erkenning wordt toegekend voor een periode van tien jaar die overeenkomstig de in artikel 4 bedoelde procedure hernieuwbaar is.

    Bij verlenging van de erkenning dient de aanvrager zijn erkenningsaanvraag binnen zes maanden vóór de vervaldatum van zijn erkenning in.

    § 2. De Minister of diens afgevaardigde kan na advies van het Comité de erkenning intrekken als ernstige aanwijzingen laten vermoeden dat de opleider de erkenningsvoorwaarden bepaald in artikel 31, § 3, 3°, 4° en 5°, van het decreet van 27 maart 2014 niet naleeft.

    Art. 6. § 1. Wanneer de erkenning geweigerd of ingetrokken wordt, kan een beroep ingediend worden binnen dertig dagen te rekenen van de schriftelijke kennisgeving van de weigering of de intrekking. Het beroep wordt bij de Regering ingediend wanneer de weigering of de intrekking van de erkenning door de Minister is meegedeeld. Indien deze kennisgeving door de afgevaardigde van de Minister is verricht, wordt het beroep bij de Minister ingediend.

    Het beroep is niet opschortend.

    § 2. De Regering of de Minister verzoekt het Comité om advies.

    § 3. Bij gebrek aan advies van het Comité binnen twee maanden kan de Regering of de Minister beslissen.

    De Regering of de Minister beslist binnen vier maanden na de indiening van het beroep.

    Indien het in § 1 bedoelde beroep verworpen wordt, beslist de Minister of diens afgevaardigde slechts over een nieuwe erkenningsaanvraag indien nieuwe elementen worden voorgesteld om een dergelijke aanvraag te rechtvaardigen.

    HOOFDSTUK III. - Erkenning en subsidiëring van de vissersscholen

    Afdeling 1. - Erkenning van de vissersscholen

    Art. 7. Naast de naleving van de voorwaarden bepaald in artikel 31, § 2, van het decreet van 27 maart 2014 kan elke instelling als vissersschool erkend worden indien ze gedurende de twee jaar voor de ontvangst van de erkenningsaanvraag minstens twintig uren opleidings- en sensibiliseringsactiviteiten betreffende de visserij en het aquatisch milieu gegeven heeft en indien ze zich ertoe verbindt :

  7. elk jaar minstens twintig uren opleidings- en sensibiliseringsactiviteiten inzake visserij en aquatisch milieu te organiseren, per module van minstens drie opeenvolgende uren en dit met inachtneming van de voorwaarden bepaald in het bestek vermeld in bijlage I;

  8. voor de vrije toegang tot de activiteiten te zorgen mits betaling van inschrijvingsgeld vastgelegd door de Minister na advies of op voorstel van het Comité;

  9. de aanwezigheid en de controle van de vertegenwoordigers van het Fonds te aanvaarden tijdens de activiteiten;

  10. voor 31 januari van elk jaar...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT