30 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 14, § 3, en artikel 19, derde en vierde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, wat de maatschappijen van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, tweede lid, van dezelfde wet betreft
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, artikelen 14, § 3, 19, derde en vierde lid, 52, eerste lid, 2° en 10°, en 70, § 4, gewijzigd bij de wet van 26 april 2010;
Gelet op het voorstel van de Raad van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gedaan op 25 februari 2022 en op 25 maart 2022;
Gelet op het advies van het Technisch Comité ingesteld bij de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gegeven op 18 maart 2022;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 april 2022;
Gelet op het advies 71.747/1 van de Raad van State, gegeven op 18 juli 2022 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder:
-
"wet van 6 augustus 1990": de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;
-
"wet van 14 juli 1994": de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
-
"Controledienst": de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, bedoeld in artikel 49, § 1, van de wet van 6 augustus 1990;
-
"gerechtigde": de gerechtigde van de geneeskundige verstrekkingen bedoeld in artikel 2, k), van de wet van 14 juli 1994;
-
"persoon ten laste": de persoon bedoeld in artikel 2, § 3, tweede streepje, van de wet van 6 augustus 1990;
-
° "maatschappij van onderlinge bijstand": een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990;
-
° "zorgkas": een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 en die deelneemt aan de organisatie van de Vlaamse sociale bescherming bedoeld door het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
-
"lid van een maatschappij van onderlinge bijstand": de persoon die gerechtigde is binnen een ziekenfonds dat is aangesloten bij die maatschappij van onderlinge bijstand of die een persoon ten laste is van een dergelijke gerechtigde en die, in naleving van de geldende wettelijke, reglementaire en statutaire bepalingen, aangesloten is bij die maatschappij van onderlinge bijstand:
- omdat hij zijn verblijfplaats heeft in het Franse taalgebied in de zin van artikel 4 van de Grondwet, in welk geval hij automatisch lid is van de maatschappij van onderlinge bijstand voor het Waals Gewest waarbij zijn ziekenfonds is aangesloten;
- omdat hij zijn verblijfplaats heeft in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad in de zin van artikel 4 van de Grondwet, in welk geval hij automatisch lid is van de maatschappij van onderlinge bijstand voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad waarbij zijn ziekenfonds is aangesloten;
- omdat hij zijn verblijfplaats heeft in het Nederlandse taalgebied of het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad in de zin van artikel 4 van de Grondwet, en hij ervoor heeft gekozen om zich aan te sluiten bij de zorgkas waarbij zijn ziekenfonds is aangesloten, in naleving van de leeftijdsvoorwaarden en de voorwaarden rond de betaling van de premie.
HOOFDSTUK II. - De bestuursorganen
van een maatschappij van onderlinge bijstand
Afdeling 1 . - Algemene vergadering
van een maatschappij van onderlinge bijstand
Onderafdeling 1 . - Het aantal afgevaardigden
van de aangesloten ziekenfondsen
Art. 2. De algemene vergadering van een maatschappij van onderlinge bijstand is samengesteld uit ten minste tien afgevaardigden van de aangesloten ziekenfondsen.
Elk aangesloten ziekenfonds kan erin worden vertegenwoordigd in verhouding tot het aantal gerechtigden en hun personen ten laste die erbij zijn aangesloten, die ook lid zijn van de maatschappij van onderlinge bijstand op 30 juni van het jaar voorafgaand aan de hernieuwing van de samenstelling van de algemene vergadering van de maatschappij van onderlinge bijstand ingevolge de mutualistische verkiezingen.
Wanneer het aangesloten ziekenfonds ervoor kiest om vertegenwoordigd te zijn in de algemene vergadering van de maatschappij van onderlinge bijstand, heeft het minstens één afgevaardigde. De statuten van de maatschappij van onderlinge bijstand leggen het aantal afgevaardigden vast van elk aangesloten ziekenfonds dat die keuze maakt.
Wanneer een aangesloten ziekenfonds overgenomen zal worden door een ander aangesloten ziekenfonds in het kader van een fusie die in werking treedt op 1 januari van het jaar waarin de verkiezing van de algemene vergadering van het overnemende ziekenfonds zal plaatsvinden, worden de gerechtigden en hun personen ten laste in het ziekenfonds dat overgenomen zal worden beschouwd als respectievelijk gerechtigden en personen ten laste in het overnemende ziekenfonds op 30 juni van het voorafgaande jaar voor de bepaling van het aantal vertegenwoordigers binnen de algemene vergadering van de maatschappij van onderlinge bijstand waarbij het overnemende ziekenfonds is aangesloten.
Onderafdeling 2 . - De verkiesbaarheidsvoorwaarden
Art. 3. Opdat een persoon verkozen zou kunnen worden als afgevaardigde en om afgevaardigde te kunnen blijven in de algemene vergadering van een maatschappij van onderlinge bijstand, moet hij aan de hieronder vermelde voorwaarden voldoen:
-
in de algemene vergadering van het aangesloten ziekenfonds waarbij hij aangesloten...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI