30 APRIL 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van bepaalde tijdelijke maatregelen in het beleidsveld energie omwille van de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid ingevolge COVID-19

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 8.2.1, 8.3.1 en 8.4.1;

- het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, artikel 5.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 15 april 2020;

- Er is een verzoek om spoedbehandeling ingediend, gemotiveerd door de omstandigheid dat de economische gevolgen veroorzaakt door de coronacrisis en de federale coronavirusmaatregelen zo snel mogelijk moeten worden aangepakt.

De Raad van State heeft advies 67.274/3 gegeven op 24 april 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

- Eind 2019 ontstond er in en rond de Chinese stad Wuhan een uitbraak van een nieuw coronavirus (SARS-CoV-2) dat leidt tot de ziekte COVID-19. Ondertussen heeft het virus zich op grote schaal ook verspreid in andere landen en continenten, waaronder ook in België, en werd het door de WHO als pandemie bestempeld.

- Het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid verleent in artikel 5 de Vlaamse Regering de bevoegdheid om in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid nadere regels uit te werken voor de opschorting, het stuiten of de verlenging van proceduretermijnen of de tijdelijke aanpassing van procedurele of administratieve verplichtingen in diverse decreten en de uitvoeringsbesluiten erbij om een maximale rechtszekerheid te verzekeren;

- Dit besluit is dan ook hoogdringend omwille van de lopende COVID-19 gezondheidscrisis:

• In artikel 7.8.1, § 4 van het Energiebesluit van 19 november 2010 is bepaald dat voor zero-emissievoertuigen die nog uiterlijk op 31 december 2019 werden besteld de ZEV-premie tegen uiterlijk 31 oktober 2020 moet worden aangevraagd. De levering van dergelijke zero-emissievoertuigen wordt nu echter vertraagd omwille van de COVID-19 pandemie. De opgelegde beperkingen zijn een hinderpaal voor de constructieperiode en de leveringstermijn van onderdelen, zowel in de landen die onderdelen produceren en assembleren als in België. Wat betreft het respecteren van de levertermijnen van modellen van een aantal autoconstructeurs, dreigen de reeds in 2019 bestelde voertuigen niet tijdig te kunnen worden geleverd en bij de dienst DIV worden ingeschreven, waardoor de ZEV-premie mogelijks niet tijdig tegen de in artikel 7.8.1, § 4 van het Energiebesluit van 19 november 2010 vervatte deadline van 31 oktober 2020 kan worden aangevraagd en waardoor rechtmatig gewekte verwachtingen in het gedrang dreigen te komen. Daarom wordt voorgesteld om - rekening houdende met de zware socio-economische gevolgen van deze gezondheidscrisis - uitzonderlijk de aanvraagtermijn te verlengen tot 1 maart 2021.

In titel VII, hoofdstukken IV, V en VI van het Energiebesluit van 19 november 2010 is bepaald dat voor de ondersteuning van nuttige groene warmte, restwarmte en de productie en injectie van biomethaan de in aanmerking komende projecten na het toekennen van de principebeslissing hun...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT