30 APRIL 2015. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst inzake de Internationale Opsporingsdienst en met de Partnerschapsovereenkomst inzake de relaties tussen de Federale Archieven van de Bondsrepubliek Duitsland en de Internationale Opsporingsdienst, ondertekend te Berlijn op 9 december 2011 (1)(2)(3)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. De Overeenkomst inzake de Internationale Opsporingsdienst, ondertekend te Berlijn op 9 december 2011, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3. De Partnerschapsovereenkomst inzake de relaties tussen de Federale Archieven van de Bondsrepubliek Duitsland en de Internationale Opsporingsdienst, ondertekend te Berlijn op 9 december 2011, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 30 april 2015.

FILIP

Van Koningswege :

De minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken,

D. REYNDERS

De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid,

Mevr. E. SLEURS

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

K. GEENS

_______

Nota's

(1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) :

Stukken : 54-900.

Integraal verslag : 19/03/2015.

(2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 8 maart 2013 (Belgisch Staatsblad van 4 april 2013), Decreet van de Franse Gemeenschap van 21 oktober 2015 (Belgisch Staatsblad van 16 november 2015), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 12 december 2013 (Belgisch Staatsblad van 18 februari 2014).

(3) Lijst der gebonden Staten

Overeenkomst inzake de Internationale Opsporingsdienst

Het Koninkrijk België,

de Franse Republiek,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Helleense Republiek,

de Staat Israël,

de Italiaanse Republiek,

het Groothertogdom Luxemburg,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Republiek Polen,

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en

de Verenigde Staten van Amerika,

hierna te noemen de partijen bij deze Overeenkomst;

Preambule

Overwegende dat de Internationale Opsporingsdienst werd opgericht teneinde vermiste personen op te sporen en de documenten over Duitsers en niet-Duitsers die in nationaal-socialistische concentratie- of werkkampen geïnterneerd zijn geweest of over niet-Duitsers die werden verplaatst ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog, te verzamelen, te classificeren, in stand te houden en toegankelijk te maken voor regeringen en belanghebbenden;

Indachtig de Overeenkomst inzake de oprichting van een Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst en de Overeenkomst inzake de betrekkingen tussen de Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst en het Internationale Comité van het Rode Kruis, beide tot stand gekomen te Bonn op 6 juni 1955, zoals gewijzigd bij het Protocol tot verlenging en wijziging van de Overeenkomst inzake de oprichting van een Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst, tot stand gekomen te Bonn op 23 augustus 1960, het Protocol tot verlenging en wijziging van de Overeenkomst inzake de betrekkingen tussen de Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst en het Internationale Comité van het Rode Kruis, tot stand gekomen te Bonn en Genève op 30 september en 7 oktober 1960, bij het Akkoord inzake verlenging en wijziging van de Overeenkomst inzake de oprichting van een Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst, tot stand gekomen te Bonn op 15 oktober 1973, en bij het Akkoord inzake verlenging en wijziging van de Overeenkomst inzake de betrekkingen tussen de Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst en het Internationale Comité van het Rode Kruis, tot stand gekomen te Genève op 22 december 1972, bij het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake de oprichting van een Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst, tot stand gekomen te Berlijn op 16 mei 2006 en bij het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake de betrekkingen tussen de Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst en het Internationale Comité van het Rode Kruis, tot stand gekomen te Luxemburg op 16 mei 2006, alsmede het Verdrag inzake de rechtspositie van de Internationale Opsporingsdienst te Arolsen, tot stand gekomen te Bonn op 15 juli 1993;

Geleid door de wens de werkzaamheden van de Internationale Opsporingsdienst in Bad Arolsen op het gebied van instandhouding en opsporing voort te zetten en tegelijkertijd uitbreiding van de werkzaamheden mogelijk te maken waardoor de Internationale Opsporingsdienst zich geleidelijk kan ontwikkelen tot een centrum voor documentatie, informatie en onderzoek, opdat het lot van de slachtoffers van het nationaal socialisme en van de overlevenden bestudeerd kan blijven worden en de kennis daarover kan worden doorgegeven aan toekomstige generaties;

Geleid door de wens ten behoeve van onderzoeksdoeleinden toegang te waarborgen tot de archieven en documenten die in het bezit zijn van de Internationale Opsporingsdienst, zowel ter plekke als door middel van kopieën van de archieven en documenten die de partijen bij deze Overeenkomst hebben ontvangen of via andere middelen, zoals toegang op afstand;

Opnieuw bevestigend dat deze Overeenkomst de eigendomsrechten van de archieven en documenten die berusten bij de Internationale Opsporingsdienst in Bad Arolsen onverlet laat;

Overwegende dat de partijen bij deze Overeenkomst van oordeel zijn dat de bescherming van persoonsgegevens voldoende gewaarborgd wordt door de nationale wetgeving van elk van hen en dat zij verwachten dat elke partij bij deze Overeenkomst bij het verlenen van toegang tot de kopieën rekening houdt met de gevoeligheid van bepaalde informatie die daarin vervat kan zijn;

Vaststellend dat, als gevolg van de uitbreiding van de werkzaamheden van de Internationale Opsporingsdienst, het Internationale Comité van het Rode Kruis de wens heeft geuit zich terug te trekken uit de leiding en het beheer van de Internationale Opsporingsdienst;

Eraan herinnerende dat door de kennisgeving door het Internationale Comité van het Rode Kruis aan de voorzitter van de Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst op 14 april 2011, deze terugtrekking en beëindiging van de Overeenkomst inzake de betrekkingen tussen de Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst en het Internationale Comité van het Rode Kruis, tot stand gekomen te Bonn op 6 juni 1955, zoals gewijzigd, op 31 december 2012 van kracht wordt, overeenkomstig de voorwaarden van die Overeenkomst;

Geleid door de wens de integriteit en de instandhouding van de originele archieven en documenten te waarborgen en de historische structuur als geheel voort te zetten en daarbij de Internationale Opsporingsdienst op onpartijdige en verantwoorde wijze te blijven beheren en leiden, waarbij het internationale karakter van de dienst tot uiting komt;

Erkennend de blijvende bijdrage van de Bondsrepubliek Duitsland als gastheerland van de Internationale Opsporingsdienst;

Zijn het volgende overeengekomen :

  1. DOELSTELLINGEN EN TAKEN

    Artikel 1

    Rol van de Internationale Opsporingsdienst

    Als unieke bron van informatie over aangelegenheden die betrekking hebben op vervolgingen door het nationaal-socialistische regime en op de verplaatsingen van personen als gevolg van de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog in Europa, blijft de Internationale Opsporingsdienst, die zijn zetel heeft in Bad Arolsen, fungeren als internationaal centrum voor het conserveren, in stand houden, catalogiseren en indexeren van de archieven en documenten die in zijn gebouwen worden bewaard, om opsporing van slachtoffers

    Artikel 2

    Conserveren, in stand houden, catalogiseren en indexeren

    De Internationale Opsporingsdienst waarborgt de conservering van de originele archieven en documenten, die in zijn gebouwen worden bewaard, onder meer door het creëren en handhaven van de juiste omstandigheden voor het conserveren van de archieven en documenten en door het nemen van passende maatregelen die nodig kunnen zijn om achteruitgang tegen te gaan en te voorkomen of om de archieven en documenten te herstellen. De Internationale Opsporingsdienst waarborgt als beheerder van originele archieven en documenten de integriteit ervan, alsmede het in stand houden en voortzetten van de historische structuur van de collectie als geheel, tenzij de Internationale Commissie met eenparigheid van stemmen anderszins besluit.

    Artikel 3

    Opsporing van personen

    De Internationale Opsporingsdienst stelt voor humanitaire doeleinden alle relevante informatie uit zijn archieven en documenten ter beschikking, die van direct belang is voor een persoon of meerdere personen die om deze informatie vraagt of vragen. De informatie wordt, voor dezelfde doeleinden, eveneens ter beschikking gesteld aan vertegenwoordigers van de Internationale Commissie, aan verbindingsambtenaren die zijn benoemd door de partijen bij deze Overeenkomst en, met toestemming van de Internationale Commissie, aan iedere gouvernementele of niet-gouvernementele organisatie die de informatie opvraagt ten behoeve van belanghebbende partijen of hun vertrouwelingen, beheerders of executeurs.

    Artikel 4

    Onderzoek

    a.Archieven en documenten die in het bezit zijn van de Internationale Opsporingsdienst, zijn beschikbaar voor onderzoek door middel van toegang tot de gebouwen van de Internationale Opsporingsdienst en door middel van toegang tot kopieën van de archieven en documenten die partijen bij deze Overeenkomst hebben ontvangen.

    1. De Internationale Opsporingsdienst kan op basis van zijn archieven en documenten onderzoek uitvoeren.

      Artikel 5

      Gedenken en herdenken

    2. Met het oog op gedenken en herdenken kan de Internationale Opsporingsdienst in zijn gebouwen onder andere tentoonstellingen organiseren en educatieve initiatieven ontplooien op basis van zijn archieven en documenten.

    3. De Internationale Opsporingsdienst kan gedenken en herdenken faciliteren op andere locaties op het grondgebied van partijen bij deze Overeenkomst en, onder de door de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT