3 MEI 2019. - Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder:

  1. buitenschoolse activiteiten: het geheel van formeel georganiseerde activiteiten voor kinderen, met inbegrip van de kleuteropvang en de opvang lager onderwijs;

  2. gebruikers: ouders en andere opvoedingsverantwoordelijken, en hun kinderen;

  3. kleuteropvang: opvang die op structurele basis en gedurende een minimale tijdsduur wordt georganiseerd voor kinderen die naar de kleuterschool, vermeld in artikel 5 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, kunnen gaan en nog niet naar het lager onderwijs, vermeld in artikel 6, § 1, van hetzelfde decreet, gaan;

  4. Kind en Gezin: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, opgericht bij het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;

  5. kinderen: kinderen vanaf de leeftijd waarop ze naar de kleuterschool, vermeld in artikel 3, 26°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, kunnen gaan;

  6. lokaal bestuur: het gemeentebestuur en het bestuur van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of, wat het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad betreft, de Vlaamse Gemeenschapscommissie;

  7. meerjarenplanning: de meerjarenplanning, vermeld in artikel 254 en 255 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;

  8. opvang lager onderwijs: de activiteiten voor kinderen die naar het lager onderwijs, vermeld in artikel 6, § 1, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, gaan, met uitzondering van de activiteiten van het jeugdwerk of van de sportverenigingen;

  9. organisator: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een aanbod van buitenschoolse activiteiten organiseert.

    Onder meer de volgende activiteiten worden niet beschouwd als buitenschoolse activiteiten en vallen bijgevolg niet onder de toepassing van dit decreet:

  10. het verstrekken van onderwijs of het organiseren van middagopvang op school, met uitzondering van het deeltijds kunstonderwijs;

  11. het aanbieden van dagbesteding of begeleiding in internaten of semi-internaten;

  12. het verlenen van jeugdhulp als vermeld in artikel 2, § 1, 30°, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

  13. het bieden van exclusieve zorg aan kinderen met een handicap;

  14. het bieden van gezondheidszorg aan kinderen;

  15. het passen op kinderen van klanten of bezoekers.

    Art. 3. De Vlaamse overheid beoogt een geïntegreerd aanbod van buitenschoolse activiteiten voor kinderen via samenwerking tussen relevante actoren en met een regierol voor de lokale besturen. Zo draagt ze bij tot de verwezenlijking van de rechten van het kind.

    Dit decreet regelt de organisatie van buitenschoolse opvang, meer bepaald kleuteropvang en opvang lager onderwijs, en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten vanuit de volgende doelstellingen:

  16. kinderen ontplooiingskansen en speelmogelijkheden aanbieden buiten de schooluren en buiten de middagopvang op school;

  17. ouders de kans geven om te participeren aan de arbeidsmarkt of om een opleiding te volgen;

  18. sociale cohesie en gelijke kansen bevorderen.

    HOOFDSTUK 2. - Regie, samenwerking en kwaliteit

    Afdeling 1. - Regie

    Art. 4. Het lokaal bestuur neemt de regie op van buitenschoolse activiteiten en vervult daartoe de volgende opdrachten:

  19. het ontwikkelen van een lokaal beleid dat rekening houdt met de doelstellingen, vermeld in artikel 3, tweede lid, en dat deel uitmaakt van de meerjarenplanning;

  20. het beslissen over de besteding en de verdeling van de beschikbare financiële, personele, logistieke en infrastructurele middelen, waaronder de subsidie, vermeld in artikel 12.

    Het lokaal bestuur realiseert de opdrachten, vermeld in het eerste lid, in samenspraak met actoren die relevant zijn voor buitenschoolse activiteiten en geeft daarbij bijzondere aandacht aan kleuteropvang, aan kwetsbare gezinnen en kinderen met een specifieke zorgbehoefte, en aan het stimuleren van het multifunctioneel en efficiënt gebruik van infrastructuur.

    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels en stelt vast wat wordt verstaan onder meerjarenplanning voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

    Art. 5. Het lokaal bestuur kan een lokaal beleid als vermeld in artikel 4 ontwikkelen in samenwerking met andere lokale besturen.

    Art. 6. Het lokaal bestuur treedt neutraal op bij de toepassing van de opdrachten, vermeld in artikel 4, onder andere door het scheiden van de rol van lokale regisseur en de rol van organisator die het eventueel opneemt.

    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels.

    Afdeling 2. - Samenwerking

    Art. 7. Binnen het grondgebied van het lokaal bestuur wordt er samengewerkt in één lokaal samenwerkingsverband, dat divers is samengesteld uit actoren die relevant zijn voor buitenschoolse activiteiten.

    De deelname aan het lokaal samenwerkingsverband mag geen voorwaarde zijn voor erkenning of voor financiële, personele, logistieke of infrastructurele ondersteuning van actoren door het lokaal bestuur.

    In afwijking van het eerste lid is er één gezamenlijk lokaal samenwerkingsverband voor het grondgebied van de gemeenten waarvoor lokale besturen samenwerken met toepassing van artikel 5.

    Art. 8. Het lokaal bestuur neemt het initiatief voor het lokaal samenwerkingsverband en organiseert het.

    In afwijking van het eerste lid kan het lokaal bestuur de organisatie van het lokaal samenwerkingsverband volledig of gedeeltelijk overlaten aan een of meer andere actoren die relevant zijn voor buitenschoolse activiteiten.

    Bij gebrek aan initiatief van het lokaal bestuur kunnen een of meer andere actoren die relevant zijn voor buitenschoolse activiteiten, het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT