3 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu en landbouw

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW

VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING

Algemene toelichting

Dit besluit wijzigt een reeks bepalingen van titel II van het VLAREM en het VLAREL. Ook worden de volgende besluiten van de Vlaamse Regering met dit besluit gewijzigd:

-het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater (Stooktoestellenbesluit)

- het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

- het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

- titel III van het VLAREM.

Hieronder worden de voornaamste wijzigingen algemeen toegelicht.

  1. Vertaling van Vlaamse BBT-studies

    Sinds de VLAREM-trein 2011 (besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011) wordt er bij elke VLAREM-wijziging werk van gemaakt om de laatste nieuwe BBT-studies telkens systematisch te vertalen naar het VLAREM. Met onderhavige VLAREM-wijziging worden volgende Vlaamse BBT-studies opgenomen in titel II van het VLAREM:

    1. voor verontreinigd hemelwater voor de afvalopslag sector;

    2. voor de aardappel, groente- en fruitverwerkende nijverheid;

    3. voor de vlees- en visverwerkende industrie.

  2. Het opheffen van het systeem van de "integrale voorwaarden"

    Het huidige systeem van de integrale voorwaarden voorziet in een meldingsplichtige (klasse 3) rubriek voor enerzijds standaardgarages- en carrosseriebedrijven en anderzijds standaardhoutbewerkingsbedrijven, meer bepaald resp. rubrieken 15.5 en 19.8 van de indelingslijst bij VLAREM I, alsook in een volledige set van integrale voorwaarden voor deze inrichtingen, zodat de verschillende voorwaarden niet meer doorheen het gehele VLAREM moeten gezocht worden, namelijk in deel 5BIS van VLAREM II "Pakketten milieuvoorwaarden voor bepaalde ingedeelde inrichtingen derde klasse", meer bepaald in hoofdstuk 5BIS.15.5 voor de standaardgarages- en carrosseriebedrijven en hoofdstuk 5BIS.19.8 voor de standaardhoutbewerkingsbedrijven.

    Door de sterk doorgedreven digitalisering van de laatste jaren is de nood tot een dergelijke set voorwaarden in de wetgeving zelf echter drastisch verminderd. Er bestaat een alternatief voor het aanbieden van dergelijke sets voorwaarden, niet enkel voor deze standaardinrichtingen, maar in feite voor alle ingedeelde inrichtingen, namelijk de personalisatie van de Navigator, zodat je als exploitant enkel een zicht kan krijgen op de voorwaarden die voor uw inrichting van toepassing zijn. De administratie werkt nog verder aan het gebruiksvriendelijker maken van deze navigator.

    Daarnaast zijn er in de rubriek 15.5 wat vereenvoudigingen doorgevoerd t.o.v. de oorspronkelijke rubrieken waardoor bijvoorbeeld de opslag van gevaarlijke stoffen beperkter is in deze rubriek dan in de overeenkomstige klasse 3 -rubrieken van de gewone indelingslijst. Door gebruik te maken van de gewone indelingslijst is men dus qua opslag gevaarlijke stoffen wat flexibeler.

    Voor alle duidelijkheid is een concordantietabel gemaakt waarbij de onderdelen van de standaardrubrieken 15.5 en 19.8 worden gekoppeld aan de overeenkomstige rubrieken van de indelingslijst (zie bij de motivatie tot schrappen van de standaardrubrieken zelf).

    Door het feit dat deze integrale voorwaarden in feite een bundeling vormen van alle toepasselijke VLAREM-bepalingen, impliceert dit dat als één van deze bepalingen wordt gewijzigd, dit ook telkens op dezelfde manier moet gebeuren voor de integrale voorwaarden. Dit brengt veel administratief werk met zich mee dat kan vermeden worden door het schrappen van de integrale voorwaarden. Het schrappen van deze integrale voorwaarden heeft geen klasseverhogingen tot gevolg; alle toepasselijke rubrieken voor deze standaardinrichtingen betreffen meldingsplichtige activiteiten. Het VLAREM zal op deze manier ook minder omvangrijk worden.

    Gelet op de grote administratieve last met betrekking tot VLAREM-wijzigingen en de huidige alternatieven, worden de integrale voorwaarden (deel 5BIS), inclusief de bijhorende standaardrubrieken (15.5 en 19.8) opgeheven in het VLAREM.

  3. Terminologie voertuigen/voertuigwrakken/geaccidenteerde voertuigen

    De huidige algemene definitie van `voertuig' in VLAREM geeft regelmatig aanleiding tot onduidelijkheid. Andere termen omtrent voertuigen (motorvoertuigen, aanhangwagens, auto, wrakken...) die doorheen de VLAREM-wetgeving worden gebruikt, worden niet gedefinieerd of soms met een andere betekenis gebruikt wat ook onduidelijkheid veroorzaakt. Daarom is gekozen om enkele definities te wijzigen, toe te voegen en doorheen de VLAREM-wetgeving op consistente wijze dezelfde terminologie te gebruiken.

    De definitie van voertuig is gebaseerd op de definitie uit het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

  4. Schietstanden

    De sectorale voorwaarden voor de schietstanden in VLAREM zijn sinds 1995 grotendeels ongewijzigd gebleven. Via de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (ook "Wapenwet" genoemd) werd een terminologie in het leven geroepen die verschilt van de terminologie in het VLAREM. Door verdere investeringen en nieuwe technologie zijn exploitanten vaker in staat hun schietstand voldoende uit te rusten om te kunnen schieten met zwaardere munitie. De bestaande regelgeving wordt door dit voorstel sterk gewijzigd waardoor geopteerd wordt om de bestaande regelgeving integraal te vervangen door de nieuwe teksten. De wijzigingen die een toelichting behoeven worden hieronder verder beschreven.

  5. Zwembaden

    De huidige afdeling 5.32.9 "Zwembaden" van titel II van het VLAREM is opgebouwd uit verschillende subafdelingen met bepalingen per zwembadtype. Deze opbouw brengt nodeloze herhalingen met zich mee. Hieraan wordt nu verholpen door meer algemene bepalingen en een hergroepering van de bepalingen door te voeren. Tegelijkertijd worden de bepalingen beter op elkaar afgestemd.

    Ook wordt de afdeling 5.32.8 "Schietstanden in open lucht" nu gevoegd bij de huidige afdeling 5.32.7 "Schietstanden in een lokaal" in het kader van voormeld punt (actualisatie van de milieuvoorwaarden voor schietstanden), en verschuift de afdeling 5.32.9 naar 5.32.8, zodat dit ook overeenkomt met de rubriek 32.8 "Baden en waterrecreatie" van de indelingslijst (bijlage I bij titel II van het VLAREM).

    De nieuwe afdeling 5.32.8 met als opschrift "Vaste baden, open zwemgelegenheden en zones voor waterrecreatie" is als volgt samengesteld:

    - algemene bepalingen;

    - circulatiebaden:

    ozwembaden, therapiebaden en natuurlijke zwembaden;

    ohot whirlpools;

    - dompel- en plonsbaden;

    - open zwemgelegenheden en zones voor waterrecreatie.

    Daarnaast wordt er een nieuwe categorie van zwembaden "de natuurlijke zwembaden" toegevoegd. Natuurlijke zwembaden zijn circulatiebaden die volledig afgescheiden zijn van grond- en oppervlaktewater en die aangesloten zijn op een ecologisch zuiveringssysteem. Het natuurlijk zwembad kan zowel binnen (overdekt) als in open lucht (niet-overdekt) zijn. Natuurlijke zwembaden in open lucht worden in Vlaanderen steeds meer aangelegd. De huidige wetgeving is moeilijk toepasbaar op dergelijke badinrichtingen waardoor er steeds afwijkingen moesten verleend worden op de voorwaarden van niet overdekte circulatiebaden. Bij het opstellen van de wetgeving over natuurlijke zwembaden werd uitgegaan van de Duitse `Richtlinien für Planung, Bau, Instandhaltung und Betrieb von Freibädern mit biologischer Wasseraufbereitung (Schwimm- und Badeteiche)". Deze richtlijnen, die opgesteld zijn door de Forschungsgesellschaft Landschaftsentwicklung Landschaftsbau e.V. (FLL) worden in diverse landen gehanteerd voor het ontwerp, de bouw en het beheer van natuurlijke zwembaden.

    Opgelet, de natuurlijke zwembaden zijn een andere categorie baden dan de zwembaden. Bij natuurlijke zwembaden worden er geen chemicaliën toegevoegd, terwijl bij reguliere zwembaden chloor wordt gebruikt.

    De "plonsbaden" worden uit de wetgeving gehaald (zie het verbod in artikel 5.32.8.3.3: Vanaf 1 oktober 2022 zijn plonsbaden niet meer toegelaten).

    In de praktijk blijken immers veel kinderbaden verkeerdelijk aangevraagd/vergund te worden onder de rubriek "plonsbaden", terwijl het in werkelijkheid openlucht zwembaden betreffen.

    In werkelijkheid zijn er in Vlaanderen zo goed als geen publiek toegankelijke plonsbaden meer, gezien plonsbaden niet duurzaam zijn en economisch zeer duur. Deze baden moeten immers om het uur worden ververst waarbij het opgevangen water naar de riolering moet geleid worden (plonsbaden worden continu doorstroomd met vers suppletiewater).

    Aangezien plonsbaden een derde klasse inrichting zijn, zijn we niet op de hoogte of er nog plonsbaden bij de gemeente vergund zijn. Hierdoor voorzien we nog voor de zekerheid een uitdoofperiode van 3 jaar.

    De wijzigingen die een toelichting behoeven worden hieronder verder beschreven.

  6. Aanpassingen aan de wetgeving inzake Leak Detection and Repair (LDAR)

    In 2008 werd in deel II van het VLAREM de afdeling 4.4.6 "Meten en beheersen van fugitieve VOS emissies" ingevoegd. Chemische bedrijven en raffinaderijen in Vlaanderen controleren hierdoor vanaf 2009 jaarlijks hun procesapparatuur op lekkage waardoor de uitstoot van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) naar de lucht wordt vermeden. VOS kunnen niet alleen rechtstreeks schade aanrichten aan mens en milieu, maar liggen ook aan de basis van ozonvorming.

    De maatregel wordt ook Europees opgelegd via de Europese BAT conclusies voor raffinaderijen en chemie: men spreekt internationaal van een "LDAR programma" wat staat voor "Leak Detection and Repair".

    Internationaal is reeds lang een methodiek voorhanden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT