3 MEI 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de procedure en het bedrag van het presentiegeld voor de opleiding van de leden van de kiesbureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen, artikel 10/1, ingevoegd door de ordonnantie van 20 juli 2016 en gewijzigd door de ordonnantie van 15 december 2017 tot wijziging van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek en de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen;
Gelet op het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, artikelen 11 en 13;
Overwegende dat artikel 10/1 van de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen bepaalt dat de regering eenvormige, up-to-date, verplichte en bezoldigde opleidingen ten behoeve. van de voorzitters, secretarissen en adjunct-secretarissen in de kiesbureaus en voor de reserve van voorzitter-plaatsvervangers gevormd overeenkomstig minstens één vijfde van het aantal stemlokalen;
Overwegende dat in toepassing van artikel 11 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, de identiteit van de personen wie de opleiding betreft ten vroegste na de dertigste dag voor de dag van de verkiezingen bekend zal zijn; dat deze termijn niet toelaat aan het Gewest om zelf op een directe manier de nodige sessies te organiseren om het geheel van deze personen op te leiden binnen de vereiste termijn; dat de gemeenten dus moeten betrokken worden in het opleidingsproces;
Overwegende dat de gewestelijke diensten dienvolgens de opleiding van het gemeentepersoneel aangeduid door de gemeente op zich neemt en dat dit personeel de opleiding van de leden van de kiesbureaus zoals voorzien in artikel 10/1 van de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen op zich neemt;
Overwegende dat de gemeenten reeds presentiegelden uitbetalen aan een aantal van de door de opleiding betroffen personen in uitvoering van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 maart 2006 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reisvergoeding van de leden van de kiesbureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen; dat de gemeenten reeds beschikken over een gevestigde procedure voor de uitbetaling van presentiegelden en de inzameling van de nodige gegevens om deze betalingen te kunnen doen; dat het Gewest niet over zulke procedure beschikt en de nodige gegevens niet kan inzamelen zonder tussenkomst van de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI