3 MAART 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot voorlopige vaststelling van de wijze van vereffening van Vitare nv, met zetel te 9800 Deinze, Achiel Van Eechautestraat 13 bus 2

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 4.53, zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen;

- het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, artikel 205, § 5 en § 7.

Vormvereiste

De volgende vormvereiste is vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 27 februari 2023.

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

- Dit besluit heeft betrekking op de sociale huisvestingsmaatschappij Vitare, met ondernemingsnummer 0808.101.060, waarvan de maatschappelijke zetel zich bevindt te Achiel Van Eechautestraat 13 bus 2, 9800 Deinze.

- De nv Vitare werd opgericht bij akte van 27 november 2008 als burgerlijke vennootschap onder de vorm van een naamloze vennootschap met een sociaal oogmerk.

- Op 20 januari 2009 vroeg de nv Vitare de Vlaamse Minister van Wonen om een erkenning als Sociale Huisvestingsmaatschappij (SHM). Bij gebrek aan een formele beslissing ten gronde van de minister, achtte Vitare zich, conform de regelgeving, stilzwijgend erkend. De minister en de VMSW deelden die mening niet. De minister meende dat de aanvraag nog niet ontvankelijk was. Krachtens een gerechtelijk vonnis op tegenspraak van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel van 19 oktober 2012 (AR 2010/10115/A) werd Vitare met terugwerkende kracht tot 22 april 2009 erkend als SHM, "en dit zolang zij de erkenning daartoe behoudt". Tegen dit vonnis werd geen hoger beroep ingesteld.

- In een dading, gesloten tussen Vitare, het Vlaamse Gewest en de VMSW en ondertekend op 27 maart 2013, werd vervolgens vastgelegd dat Vitare met ingang van 22 april 2009 als SHM dient te worden beschouwd, en dat Vitare vanaf 1 januari 2013 op eenzelfde wijze als elke andere SHM kon deelnemen aan de sociale woningmarkt. Deze dading werd op 29 maart 2013, en met verwijzing naar mededeling VR 2012 1412 MED.0581/1, meegedeeld aan de Vlaamse Regering (VR 2013 2903 MED.0165/1).

- In 2013 kocht de SHM Vitare een aanzienlijk aantal gronden, ten belope van 49ha 86a 92ca, hoofdzakelijk van een vennootschap verbonden met haar hoofdaandeelhouder, de nv Matexi Group (thans nv Abacus Group). Die gronden, die voornamelijk in woonuitbreidingsgebieden lagen, werden gekocht voor een bedrag van ca. 35 miljoen euro. De SHM Vitare financierde die aankopen met leningen die ze aanging bij de VMSW.

- De projecten van de SHM Vitare werden echter uiteindelijk niet gerealiseerd zoals vooropgesteld. In de loop van 2014 bleek het noodzakelijk om de SHM Vitare, gelet op de financieel zorgwekkende toestand die inmiddels was ontstaan op operationeel niveau, onder begeleiding te plaatsen van de zgn. Begeleidingscommissie. Op 28 september 2015 werd bovendien tussen de SHM Vitare, diens hoofdaandeelhouder de nv Matexi Group (thans nv Abacus Group), het Vlaamse Gewest en de VMSW een kaderovereenkomst afgesloten waarin afspraken werden vastgelegd omtrent de (her)financieringsvoorwaarden van de werkings- en projectkosten van Vitare tot en met 2019 en dit, met het oog op de vrijwaring van de continuïteit van Vitare.

- Op 24 maart 2017 diende de toezichthouder voor de sociale huisvesting, vermeld in artikel 4.79 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, een klacht in bij de gerechtelijke politie te Gent, wegens vermoedens van strafrechtelijke inbreuken bij de grondaankopen door de SHM Vitare en bij de werking van de SHM Vitare.

- Op 27 april 2018 besliste een buitengewone algemene vergadering (BAV) van aandeelhouders om de SHM Vitare vroegtijdig te ontbinden met het oog op haar invereffeningstelling. Mr. Paul Van der Putten en Mr. Pieter Wouters (advocatenkantoor Stibbe) werden door de BAV van SHM Vitare benoemd als vereffenaars.

- Op 29 maart 2019 vorderde de procureur des Konings te Gent de instelling van een gerechtelijk onderzoek inzake de feiten en mogelijke strafrechtelijke inbreuken gelieerd aan de werking van de SHM Vitare en meer in het bijzonder de voornoemde grondaankopen.

- Op 22 oktober 2019 stelde de VMSW zich burgerlijke partij bij de Onderzoeksrechter te Gent, en sloot zich op die manier aan bij het lopende gerechtelijk onderzoek teneinde schadevergoeding te verkrijgen voor de schade veroorzaakt door de gebeurlijke misdrijven. Op 23 oktober 2019 stelde daarnaast ook het Vlaamse Gewest zich burgerlijke partij in dit gerechtelijk onderzoek.

- De SHM Vitare was op 31 december 2022 nog erkend als sociale huisvestingsmaatschappij. Tevens was Vitare op 31 december 2022 niet erkend als woonmaatschappij, conform artikel 205, § 2 van het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen (hierna: `het decreet van 9 juli 2021'), noch is de erkenning als SHM van Vitare tijdelijk verlengd, conform artikel 205, § 3 van datzelfde decreet.

- Overeenkomstig artikel 205, § 5 van het decreet van 9 juli 2021 verliezen sociale huisvestingsmaatschappijen die op 31 december 2022 niet erkend zijn als woonmaatschappij conform paragraaf 2 en waarvan de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij niet tijdelijk werd verlengd conform paragraaf 3, van rechtswege hun erkenning met ingang vanaf 1 januari 2023. Dit verlies van de erkenning heeft van rechtswege de ontbinding, vermeld in artikel 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021, tot gevolg. De aandeelhouders ontvangen, na de aanzuivering van het passief van de sociale huisvestingsmaatschappij, maximum de nominale waarde van hun werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de sociale huisvestingsmaatschappij zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng. Het vermogen dat daarna overblijft, gaat over op een of meer door de Vlaamse Regering aangewezen woonmaatschappijen.

- Daarnaast bepaalt artikel 205, § 7 van het decreet van 9 juli 2021 ook dat de sociale huisvestingsmaatschappijen die de dag vóór de inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021 erkend zijn conform de op die dag geldende erkenningsvoorwaarden, met behoud van de toepassing van artikel 205 tot en met 217 van het decreet van 9 juli 2021, tot aan de afsluiting van hun vereffening onderworpen blijven aan de bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zoals van toepassing de dag vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021, met uitzondering van boek 6 van de voormelde codex.

- Artikel 4.53, lid 2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van toepassing de dag vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021, op zijn beurt, bepaalt dat vanaf de dag van het verlies van de erkenning alle bevoegdheden om de sociale huisvestingsmaatschappij te besturen en te verbinden toegewezen worden aan een of meer door de Vlaamse Regering aangestelde vereffenaars. Die zijn bevoegd om alle maatregelen te nemen en alle daden van bestuur en beschikking te stellen die noodzakelijk zijn voor de overgang van het patrimonium van de ontbonden vennootschap op de aangewezen sociale huisvestingsmaatschappij. De Vlaamse Regering is uitdrukkelijk en met uitsluiting van elk vennootschapsorgaan bevoegd om de wijze van vereffening vast te stellen, het verslag van de door haar aangestelde vereffenaars te aanhoren en het afsluiten van de vereffening uit te spreken. Alleen de Vlaamse Regering is bevoegd om de vereffenaars te machtigen tot het stellen van alle daden die in de vereffeningsprocedure vereist zijn.

- Ingevolge de voornoemde bepalingen van het decreet van 9 juli 2021 en de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van toepassing de dag vóór de inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021, heeft de nv Vitare met ingang van 1 januari 2023 van rechtswege zijn erkenning als SHM verloren.

- Dientengevolge heeft de Vlaamse Regering op 3 februari 2023 vereffenaars aangesteld en dat besluit per aangetekende zending betekend aan de nv Vitare, aan de vereffenaars die op 27 april 2018 werden aangesteld door de buitengewone algemene vergadering van de nv Vitare, alsook aan de vereffenaars die de Vlaamse Regering bij dat besluit van 3 februari 2023 heeft aangesteld.

- Ingevolge de voornoemde bepalingen van het decreet van 9 juli 2021 en de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van toepassing de dag vóór de inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021, komt het thans exclusief toe aan de Vlaamse Regering, met uitsluiting van elk vennootschapsorgaan, om de wijze van vereffening vast te stellen. Het zal daarbij tevens toekomen aan de Vlaamse Regering om het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT