3 JUNI 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de proef voor de toelating tot de initiële opleiding voor de toegang tot de ambten van inspecteur met toepassing van de artikelen 12, eerste en tweede lid, 13, § 5, 17 en 19 van het decreet van 10 januari 2019 betreffende de algemene inspectiedienst

De Regering van de Franse Gemeenschap,

Gelet op het decreet van 10 januari 2019 betreffende de algemene inspectiedienst, de artikelen 12, eerste en tweede lid, 13, § 5, 17 en 19;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 januari 2021 tot vaststelling van de competentieprofielen bedoeld in de artikelen 17, derde lid, en 33, eerste lid, van het decreet van 10 januari 2019 betreffende de algemene inspectiedienst;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 juni 2021 betreffende de samenstelling van de examencommissies voor de toelating tot de initiële opleiding bedoeld in artikel 19 van het decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 juni 2021 tot uitvoering van artikel 13, § 1, tweede en derde lid, van het decreet van 10 januari 2019 betreffende de algemene inspectiedienst;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 juni 2021 tot vaststelling van het plan voor de initiële opleiding van inspecteurs met toepassing van artikel 22, § 2, eerste lid, van het decreet van 10 januari 2019 betreffende de algemene inspectiedienst;

Gelet op de « gendertest » van 25 januari 2021 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016 houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap ;

Gelet op het protocol voor vakbondsonderhandelingen in het onderhandelingscomité van Sector IX, het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - afdeling II en het onderhandelingscomité voor het statuut van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs overeenkomstig de procedure van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 houdende organisatie van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van de werknemers die onder deze overheid ressorteren, gesloten op 1 maart 2021;

Gelet op de aanvraag om advies binnen een termijn van 30 dagen, gestuurd aan de Raad van State op 2 april 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het gebrek aan mededeling van een advies binnen de bovenvermelde termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het voorstel van de Coördinerend Inspecteur-Generaal van 25 januari 2021 gebaseerd op de behoeften van de dienst, beoordeeld met inachtneming van de personeelsformatie bepaald in artikel 9, tweede lid, van voornoemd decreet;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 17, zevende lid, van het decreet van 10 januari 2019 betreffende de algemene inspectiedienst, het aantal kandidaten die gehoord moeten worden in het kader van de proef voor de toelating tot de initiële opleiding afhankelijk is van het aantal kandidaten die solliciteren en die met ten minste 60% van de punten slagen voor het schriftelijke gedeelte van de proef;

Overwegende dat een eerste schatting van het aantal kandidaten pas bekend zal zijn bij het sluiten van de oproep tot kandidaten, inzonderheid na het onderzoek van de toegangsvoorwaarden bedoeld in artikel 13, §§ 1 en 2, van voornoemd decreet;

Overwegende dat het exacte aantal kandidaten dat wordt toegelaten tot het mondelinge gedeelte van de toelatingsproef pas bekend zal zijn na het schriftelijke gedeelte van de toelatingsproef;

Overwegende dat op basis van een redelijke schatting, rekening houdend met het aantal te vervullen betrekkingen in het kader van de eerste toelatingsproef georganiseerd na de inwerkingtreding van voornoemd decreet, vermenigvuldigd met drie, het aantal kandidaten voor het mondelinge gedeelte van de toelatingspref tussen 300 en 900 kandidaten geraamd kan worden;

Overwegende dat het administratief redelijk is om maximaal 7 kandidaten per dag te interviewen; dat, door te rekenen op een duur van 60 minuten tot 70 minuten voor elke kandidaat (hoorzitting en beraadslaging) en rekening houdend met het feit dat de procedure zich waarschijnlijk over meerdere weken zal uitstrekken, het redelijk is om te voorzien in het horen van 5 kandidaten per dag;

Overwegende dat als er 300 kandidaten zijn, het 60 dagen, d.w.z. 12 weken, zal duren om ze te horen, dat als er 600 kandidaten zijn, het 120 dagen zal duren, d.w.z. 24 weken, om ze te horen, en dat als er 900 kandidaten zijn, het 180 dagen zal duren, d.w.z. 36 weken om ze te horen;

Overwegende dat de samenstelling van de examencommissie, zoals voorzien in voornoemd decreet, een groot aantal actoren mobiliseert die voor een lange tijd hun verantwoordelijkheden niet kunnen uitoefenen en hun opdrachten niet kunnen beheren;

Overwegende de moeilijkheid om gedurende enkele maanden elke dag een enkele ambtenaar-generaal van minstens rang 15 te mobiliseren;

Overwegende dat het aldus noodzakelijk is om meerdere examencommissies samen te stellen voor het mondelinge gedeelte van de toelatingsproef, zoals toegestaan door artikel 19, eerste lid, van voornoemd decreet;

Overwegende dat het schriftelijke gedeelte van de toelatingsproef gemakkelijker kan worden georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van één enkele examencommissie, die uiteraard de samenstelling bepaald door voornoemd decreet naleeft;

Dat deze laatste verantwoordelijk zou zijn voor het beslissen over de ontvankelijkheid van de kandidaturen, het opstellen van een meerkeuzevragenlijst aangepast aan de onderzochte kennis en vaardigheden, het begeleiden van het schriftelijke gedeelte van de toelatingsproef en het bekrachtigen van de resultaten daarvan.

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs voor sociale promotie en de Minister van Onderwijs;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. « het decreet » : het decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst;

  2. « de toelatingsproef » : de proef voor de toelating tot de initiële opleiding bedoeld in de artikelen 17 tot 20 van het decreet;

  3. « de examencommissie »: de examencommissie(s) van de toelatingsproef samengesteld overeenkomstig artikel 19 van het decreet.

  4. « de kandidaat » : de persoon die zijn kandidatuur voor de toelatingsproef indient;

  5. « het competentieprofiel »: het competentieprofiel dat gemeenschappelijk is voor de uitoefening van het ambt van inspecteur bepaald in bijlage 1 bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 januari 2021 tot vaststelling van de competentieprofielen bedoeld in de artikelen 17, derde lid, en 33, eerste lid, van het decreet van 10...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT