3 JULI 2015. - Decreet tot invoering van de kilometerheffing en stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 in dat verband (1)

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Decreet tot invoering van de kilometerheffing en stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 in dat verband

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2. Dit decreet voorziet in :

  1. de omzetting van richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware voertuigen;

  2. de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2004/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap.

    Art. 3. De definities, vermeld in artikel 1.1.0.0.2, eerste en vijfde lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zijn van toepassing in dit decreet.

    In dit decreet wordt verstaan onder :

  3. samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014 : het samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de invoering van de kilometerheffing op het grondgebied van de drie gewesten en tot oprichting van een publiekrechtelijk vormgegeven Interregionaal Samenwerkingsverband Viapass onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

  4. tolheffende instantie : het gewest in geval van de kilometerheffing als belasting op de niet-geconcedeerde wegen of de concessiehouder in geval van de kilometerheffing als concessietolgeld op de geconcedeerde wegen.

    HOOFDSTUK 2. - De kilometerheffing

    Afdeling 1. - Organieke omkadering

    Art. 4. § 1. Het is verboden om de diensten, vermeld in artikel 6, § 1, in het tolgebied van een tolheffende instantie te leveren zonder daarvoor vanwege de tolheffende instantie de toelating te hebben gekregen.

    § 2. De tolheffende instantie verleent, zonder onderscheid, de toelating, vermeld in paragraaf 1, aan de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke dienstverleners die, wat de in België gevestigde dienstverleners betreft, zijn geregistreerd door Viapass conform artikel 19, § 3, 1°, van het samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014, dan wel in een andere staat van de Europese Economische Ruimte zijn geregistreerd en met de tolheffende instantie een overeenkomst hebben gesloten die de algemene voorwaarden bevat, zoals die zijn beschreven in de tolgebiedverklaring met betrekking tot de wegen die behoren tot het tolgebied van de tolheffende instantie.

    De tolgebiedverklaring bevat in ieder geval de rechten en verplichtingen van de dienstverlener, vermeld in artikel 6, § 2 en § 3, artikel 7 tot en met 9, en artikel 3.3.1.0.11 en 3.3.1.0.13, § 4, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.

    In deze paragraaf wordt verstaan onder :

  5. tolgebied : een deel van het wegennet met inbegrip van structuren zoals een tunnel, een brug of een veerboot, waarvoor door een tolheffende instantie kilometerheffing wordt geïnd of waarop kilometerheffing kan geïnd worden maar het tarief nul eurocent bedraagt;

  6. tolgebiedverklaring : een verklaring waarmee een tolheffende instantie de algemene voorwaarden bepaalt, vermeld in artikel 5, tweede lid, van de beschikking 2009/750/EEG van de Commissie van 6 oktober 2009 tot definiëring van de Europese elektronische tolheffingsdienst en de bijhorende technische onderdelen, en waaraan de dienstverleners moeten voldoen om toegang tot het betrokken tolgebied te verkrijgen.

    Art. 5. De single service provider is ertoe verplicht om, zonder onderscheid, met elke houder van een voertuig die hem erom verzoekt, een dienstverleningsovereenkomst te sluiten.

    In het eerste lid wordt verstaan onder single service provider : de dienstverlener waarmee ter uitvoering van de overeenkomst betreffende de realisatie van een gezamenlijke opdracht, als vermeld in artikel 38 van de wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, een DBFMO-overeenkomst wordt gesloten en die, onder zijn verantwoordelijkheid de vaste en mobiele handhavingsapparatuur ter beschikking stelt aan de gewesten die belast zijn met de handhaving van de kilometerheffing.

    Art. 6. § 1. De dienstverleningsovereenkomst moet minimaal de volgende diensten, die de dienstverlener verstrekt, omvatten :

  7. de afgifte van een elektronische registratievoorziening die in het voertuig moet worden geplaatst, en die beantwoordt aan de vereisten van de regelgeving die van toepassing is, met inbegrip van de gebruiksaanwijzing ervan. De dienstverlener kan voor het gebruik van een elektronische registratievoorziening van de houder van het voertuig een waarborg vragen die in redelijke verhouding staat tot de kostprijs van de elektronische registratievoorziening;

  8. het verzenden en ontvangen van een draadloos overgebracht signaal vanuit een daarvoor geschikte elektronische registratievoorziening, die alle gegevens bevat die vereist zijn voor het vaststellen van de verschuldigde kilometerheffing;

  9. in voorkomend geval, de tijdige melding van het ontoereikend worden van het gegarandeerde betaalmiddel;

  10. de verzending aan het Vlaamse Gewest van de aangifte, vermeld in artikel 9;

  11. de storting van de kilometerheffing, verschuldigd door de houder van het voertuig, aan het Vlaamse Gewest;

  12. de periodieke verzending, zo mogelijk op elektronische wijze, van het betalingsdocument met de bedragen die door de houder van het voertuig voor die periode zijn verschuldigd waarbij een onderscheid moet worden gemaakt tussen :

    1. het totaalbedrag van de kilometerheffing, het bedrag van de infrastructuurheffing en desgevallend het bedrag van de externekostenheffing;

    2. in voorkomend geval, de kosten van de diensten van de dienstverlener voor optionele aanvullende diensten die de dienstverlener heeft verstrekt. Deze kosten kunnen geen betrekking hebben op de diensten, vermeld onder punt 1° tot en met 5° ;

    3. in voorkomend geval, het saldo na aftrek van de met gegarandeerde betaalmiddelen betaalde bedragen.

  13. de periodieke verzending, zo mogelijk op elektronische wijze, van een ontvangstbewijs met vermelding van het totaalbedrag van de kilometerheffing, het bedrag van de infrastructuurheffing en desgevallend het bedrag van de externekostenheffing.

    Het betalingsdocument, vermeld in het eerste lid, 6°, moet de volgende gegevens bevatten :

  14. de wijze waarop de houder van het voertuig het betalingsdocument kan betwisten, alsook de termijn waarin dat moet gebeuren;

  15. tenzij de houder van het voertuig anders beslist, ten minste het tijdstip en de plaats van de heffing, alsook de voor de houder van het voertuig relevante samenstelling van de heffing.

    Op verzoek van de houder van verschillende voertuigen, verzendt de dienstverlener één betalingsdocument voor alle betrokken voertuigen.

    § 2. De dienstverleningsovereenkomst moet ook de volgende vermeldingen bevatten :

  16. de identiteit en de contactgegevens van de houder van het voertuig;

  17. het kentekennummer van het voertuig in kwestie, alsook het maximaal toegestane totaalgewicht en de EURO-emissieklasse ervan;

  18. de rechten en verplichtingen van de houder van het voertuig en de dienstverlener zoals opgelegd in artikel 5 tot en met 9 en artikel 3.3.1.0.11, 3.3.1.0.13 en 3.5.3.0.2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013;

  19. de melding van de afgifte van de elektronische registratievoorziening met de bijbehorende gebruiksaanwijzing;

  20. de ontvangstmelding van de voor de elektronische registratievoorziening gestorte waarborgsom;

  21. de vermelding of een gegarandeerd betaalmiddel vereist is;

  22. de wijze waarop om betaling wordt verzocht, conform de vereisten van paragraaf 1, eerste lid, 6°, en tweede lid;

  23. de wijze waarop de dienstverlener door de houder van het voertuig verrichte onverschuldigde betalingen terugstort;

  24. de wijze waarop de overeenkomst kan worden beëindigd.

    Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, wordt, in geval van een samenstel van voertuigen, het kentekennummer van het motorvoertuig bedoeld.

    Art. 7. § 1. Binnen het kader van de dienstverleningsovereenkomst int de dienstverlener in naam en voor rekening van de tolheffende instantie de verschuldigde heffing bij de houder van het voertuig waarmee hij de overeenkomst is aangegaan.

    De dienstverlener reikt aan de houder van het voertuig een betalingsdocument uit van de bedragen die door de houder van het voertuig voor die periode zijn verschuldigd conform artikel 6, § 1, eerste lid, 6°.

    § 2. De dienstverlener stort de door de houder verschuldigde heffing aan de tolheffende instantie.

    Door het sluiten van de dienstverleningsovereenkomst en zolang die bestaat en de schorsing van de uitvoering ervan door de dienstverlener niet is meegedeeld aan de tolheffende instantie, kan de door de houder van het voertuig verschuldigde heffing waarop de overeenkomst betrekking heeft, alleen worden ingevorderd bij de dienstverlener voor zover het bedrag van de verschuldigde heffing per houder van het voertuig kan worden bepaald. Zonder afbreuk te doen aan de contractuele verplichtingen van de dienstverlener jegens de tolheffende instantie, is de verschuldigde heffing alleen invorderbaar bij de dienstverlener als het bedrag van de verschuldigde heffing per houder van het voertuig kan worden bepaald.

    Art. 8. Om de inning van de kilometerheffing te verzekeren, kan de dienstverlener in de dienstverleningsovereenkomst de houder van het voertuig de verplichting opleggen een gegarandeerd betaalmiddel ter beschikking te stellen.

    Art. 9. De dienstverlener doet dagelijks aangifte aan de tolheffende instantie door middel van een elektronisch databestand.

    De dagelijkse aangifteplicht geldt ook in die gevallen waarin voor een voertuig geen kilometers zijn geregistreerd.

    Art. 10. § 1. De bevoegde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT