3 AUGUSTUS 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikelen 508/13, tweede lid, 508/17, § 1, vierde lid, § 2 en § 4, tweede lid ingevoegd bij de wet van 23 november 1998 betreffende de juridische bijstand en vervangen door de wet van 6 juli 2016 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de juridische bijstand, en artikel 676, vervangen door de wet van 23 november 1998 betreffende de juridische bijstand;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand gewijzigd door het Koninklijk besluit van 7 juli 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 mei 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 22 juni 2016;

Gelet op het advies van de Raad van State 59.718/3, gegeven op 18 juli 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand, wordt vervangen als volgt:

"Artikel 1. § 1. Behoudens internationale of nationale bepalingen op grond waarvan voor sommige personen wordt voorzien in de toekenning zonder voorwaarden van volledig kosteloze juridische tweedelijnsbijstand of rechtsbijstand kunnen de hierna vermelde personen de volledige kosteloosheid genieten:

  1. de alleenstaande persoon die bewijst, aan de hand van om het even welk document te beoordelen door het bureau voor juridische bijstand of, voor rechtsbijstand, al naargelang het geval, door het bureau voor rechtsbijstand of door de rechter, dat zijn maandelijks netto-inkomen lager is dan 953 euro;

  2. de alleenstaande persoon met iemand ten laste of de samenwonende met zijn echtgenoot of met iedere andere persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt, indien hij bewijst aan de hand van om...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT