29 NOVEMBER 2019. - Ordonnantie houdende de aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 (1)

Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, het geen volgt :

Sectie I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2. Overeenkomstig de tabel bij deze ordonnantie, worden de in de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2019 ingeschreven kredieten als volgt aangepast :

In duizenden euro VastleggingskredietenCrédits d'engagement VereffeningskredietenCrédits de liquidation En milliers d'eurosGesplitste kredietenInitieelBijkredietenKredietverminderingenAangepast 6.405.484- 52.8146.352.670 6.464.404- 56.0396.408.365 Crédits dissociésInitiauxCrédits supplémentairesDiminutions des créditsAjustésVariabele gesplitste kredietenInitieelBijkredietenKredietverminderingenAangepast 250.189- 1.288248.901 246.142- 4.013242.129 Crédits dissociés variablesInitiauxCrédits supplémentairesDiminutions des créditsAjustésAlgemene totalenInitieelBijkredietenKredietverminderingenAangepast6.655.673- 54.1026.601.571 6.710.546- 60.0526.650.494 Totaux générauxInitiauxCrédits supplémentairesDiminutions des créditsAjustés

Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabellen, sectie I.

In toepassing van het artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en sectie II, en de bijlage I.

De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit wordt goedgekeurd en staat opgenomen in de vorm van een tabel op het einde van het beschikkende gedeelte van deze ordonnantie.

Sectie II. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering, met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen

Art. 3. In het artikel 12, tweede lid, van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt het punt b) vervangen door hetgeen volgt :

b) de kredietherverdelingen, binnen eenzelfde programma, na akkoord van de Minister van Begroting.

.

Art. 4. In het artikel 20, eerste lid, van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt de basisallocatie 25.003.27.02.43.22 toegevoegd.

Art. 5. In het artikel 38 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt de basisallocatie 25.008.31.01.34.32 vervangen door de basisallocatie 25.008.31.05.34.32.

Art. 6. Het artikel 44 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 wordt opgeheven.

Art. 7. Het artikel 45 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 wordt vervangen door hetgeen volgt :

Art. 45, § 1. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de verbintenissen, die noodzakelijk zijn om de ononderbroken werking van de diensten van de Regering te verzekeren, maar aangegaan worden vanaf 1 december 2019, ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2020, beperkt tot een derde van de goedgekeurde vastleggingskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen.

§ 2. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de noodzakelijke vereffeningen, die verbonden zijn aan de verbintenissen die nodig zijn om de ononderbroken werking van de diensten van de Regering te verzekeren, uitgevoerd worden vanaf de stemming van de ordonnantie houdende de initiële begroting van de diensten van de Regering voor het volgende jaar ten laste van de vereffeningskredieten van de begroting van dat volgende begrotingsjaar, beperkt tot een derde van de goedgekeurde vereffeningskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen.

§ 3. De Inspectie van Financiën beoordeelt voorafgaandelijk de noodzakelijkheid van de uitgaven voor het verzekeren van de ononderbroken werking van de diensten van de Regering.

.

Art. 8. In afwijking van het artikel 46, 2de lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT